S
M ¡ir*;"-
zen ('). Hot ccrslc deci der Ferhondelingen zng te l'irocht in 1781 hol licht. De cevslo reeks
duarvan, van 10 deeleu of 11 sliikkcn in 8"., -vverd van 1781—1818 nilgegcTen. Do Nhuwc
l^crhanivlingcn, 1822—1854, Deel 1.—XVII., sliülen zieh hieraaii. llicrbij behoorcii uog de
Àvta Literaria Socìetutié Rheno-Trajevlimie, L. B. et Traj. ad Rli. 1793—1803. 4 vol. 8». eii
de ISooa Jeta Literuria, Traj. ad Rh. 1821—1831, 4 vol . , en wat or later van die verzamolingen
nog uitk-wani, De voorborigten voor ver.sehillende deelen dor verhandelingeii, en de
verslagen van hct verhandelde in de Aìgemeene Vorgaderingen ,de redevoering van Traf, vas
Goudoever, hi. 32—45, alsmcdc de aauleekeningeu van het verhandelde in de Seetic-Vergaderingon,
sedcrt 1845 ingesleld, bevatten do bouwstoffen van een overzigt van lielgeen door
bet I'rov. Utrcehtscli Genootschap van Künsten en Welenschappen is verrigt.
481. Plaat XLIV. (1773/1820.)
' van de To e k e u - A k a d e m i e te Rott r d a n
Foorzijde. De Teekeiikunsl, voor ecn dock zittende, ontwcrpt daarop ecn .sehets. Op haar
zetel ziju het bekende problema van Pytliagoras eu de bouwkundige teekening van een \\enlellrap
afgcbeeld. Een geknoUe ziiil draagt ecn antiek iampje, eeu passer eii con -winkelhaak.
Een liaan, zinnebeeld der vìijl, is voor liaar voeten.
O m den rand:
I I I E l l D O O U TOT l-IOOGBR.
I n de afsnede:
R O T T E R D A M
C.10BMFI.IS) B.IAKKEB) I)EL.(INKAVIT)
O p het socie:
A. BEWME. F.(BCIT)
Keerzijde. Een mirtekrans (2).
De Teeken-Akademie te Rotterdam Iliertìoor tot homjvr word in 1773 opgerigt. In den
j a r o 1794 hield zij voor de eersle maal vergadering in liei nieuwe lokaal dal zij boven de
Vleesohbal belrokken liad , en deelde bare jaarlijksche prijzen uit ('). De prijspenaing, door
ons medegedeeld, werd eersl in 1820 door Bemme gcgraveerd, voìgons de leekeiiiiig vaa ecn
der corrcetoren van hct Genootschap, den Heer Coknelis B.vkk.er (t). De slompeI,die de eersle
maal gcsprongen is, heeft / 400 gckost en werd door den licer Lieve R\as , Commissaris van
(>) Yaarreie voor liei «erste Ucci .Icr Jf>r*r«. AVrf. Janh., 1/78, bl. 379-382- Ucilcvocring, gclioudcn .loor Mr. A. v.vn
-GooDOEVEit, ter vicriiig vati liol DOjarig bcsliai. \nii het Prov. UtrccUtscli Gen. van K. en W., 26 Junlj 1824 (A". Vfrhandit.,
V. 1)1, 28-32). AW. Joerb., 1773 , 1.1. 6D2-697 ; 17S0 , 1.1. 37D-382 ; 1781. bl. 1130 ; 1Í82 , M. 606 , 704 ; 1783 , 1.1. 869 ;
1780. 1)1. 631 ! 1791 , 1.1- 811, 1792, bl. 606; 1703 . bl. 10J6; 1794 , bl. 790; 170S, bl. 3904; n^sisUr Konit-en UIlfrMe.
1788-^1800, 1)1. 33 cn <lc K.- fi LeUerMe. 1788, I. 216; 1789. II. 155; IV. 18; VI. 169; VII. IflÖ; XI, 17; 1701, li.
IO; IV. 3; VI. 160; XIV. 2S cnz. Over <ic \Wk<tmMingm-. Deel 1, ( IW, Utt. IH. 1781, 1.1. 362), Deel IIIibi.l-(III. 1.)
1785, bl. 204, Deel 111^, 1785, bl, 336, Deel IV', ibid. 1787, bl. 319, Deel IV. 2, 1789, 1.1. 403, Deel V.; 1790, bl. 100,
Deel VI.; 1790, bl. ".80 pnz. Stuart, III. 258—259.
(S ) Drze «er groollc van 3!, komt ook (er grootte van 21 voor; voor bciile grootlen zijn vier vcrscliillon.le stonil.
pls, lioor Aüriaan en Johannis Beumf. , goud- en üUvcrsmeilen te Uollerila.n vervaarrfig.l, gebcjigd (*). Zie Wap , Mina.
IV. 1)1. ir.O. De ofgebeeWc penning van lateren tijd(1820) is van Astonik Biiumi; Adbia-vn
iVourilnih. op HKM»tK,
(5) A'. Äfii Vin den Konst- c« Lftterhode, I. bl. 129: - De GmuUn nieilaille saii I,AfRBi
ConxBl.iä (iROBNEVKl.n en rie kMnt :itrercn nan \V. van Oi'!lRV«nB»,"
(«) llit nieilcdeelingen van rlen Heer J. II. van- Geuns, to Dieren.
^ ' ñ II« ii' fMtK'1» " »r»l«itnrl.tcn I.» '"'7"; ij, wìr^iÌlc wHiU
IKb.iii™ If» t» itrooti<^ Ile KflJc !»M«ca tfncUJlM bi Jm ki«M op it »otnUJchel
, Iliogr.
IE , de Zilvercu a:
• "^-c-i:--
liet Gcaootsehap, onder voorziterscbap viin den Heer J. A. Weiland , tlian.s Raadshecr in het
I'rovinciaal Gereglshof van Zuid-Holland , leu geschenke gegeven. Tot 1820 >verd de Gcnoot-
-schap.s-penniug steed.s gcleverd door den zilver.smid Kruisting te Rolterduin, enkel een kran.s
met eeu gegravecrden uaam.
O p het 0V e r 1 i j d e
48«.
i n Ja)
P l a a t XLIV. 1773,
I s a a k Rauwertz
' s G r a v e n h a g e . 10 Mei
f^ooviijde. llet fraai gegraveerd borslbeeld van Rauwertz,
, Emei
1773.
i t u s - P r e d i k a
ambtskieeding.
IAN. ISAAC. RAUWIUITZ. GEb.(oiiEs) TE. ZUTE.(es) d.(eii) Ö AUtt.(i;;
1 7 1 2 ovci'l(e)d:(en) d:(eu) 14 my 17 7
O i i d e r het beeld:
SB. VAN MOEt,INGEN. P.(rcil)
Keerzijde. Het wapeii '
punten opwaarls.
iabel, met twee gekruisle pijlen van goiid, de
Da o n d e
G R A F SCHRIFT
l i i e r i'ust vry vaa ai.i.en komm
v r y vvn («c) smc r t c n , vry van sh
l l a u w e r r z , in zya zar.ig loT,
D i t Zyn Stoplyk oversclioT,
z a l weer uit liet g r a i verryzen,
c u inet Zyne Ziel vereenT
T ; Zalig opperwezen pryzen
m e t des IIeil;(aads) kr:(uis) oemee
I : W; VAN. IIAAE
Om de r a n d :
P v e D i c a i i t te Br 1 7 3 0 llai-Tem 1 7 3 8 zuTPiten 1710 Gioiiinoen 17t:}
»vean:{age) 1750 emeritus 1771 (')•
De gedeakpenning op J.vs IsAäit Rauwertz is het mecsterstuk vaa den .slempelsnijder G. va:«
Moi;lisgux. De voornaamsle levenshijzoiiderbedcii belreffende dien Iceraar ziju daarop mcdegedeeld.
Zijn afbeelding is gevolgd naar die welke zieh in het Oude-man-hnis te 'sGravenhage
bevindt. Zijn wapeu zou, volgens sommigeu, verwantsehap aaaduiden mel de familic
VAS DER Wyck-. Hij had drie dochters, waavvan eene huwde met Ds. Ticuler, in 1773 Predikanl
te Vianen en lalev te K;impen, en wiens zoon, ziju grootvaders aaam Jas Is-vac Rauwertz
bij dien van Ticni.ER Voerde. Zoldzaam, zoo immer, ziet men door aanneming geslachlsnameii
in stand hlijvcn. J-vt» Isaag Ticuler liad niet dan een dochter, die met Mr. vas Dooknisck, Ic
Devenler, trouwde cn met wie de naam van Rauwertz uitstierf (=).
In de Boeksaal van 1773, bl. (511, viudt men vermeld, dat Rauwertz in 1771 moest verzaeken,
om ligchaamsgebrcken van den dienst ontslagcn te worden, en tot opvolgcr had J.
/AN DER CniJS, njdichrift, II. bl. S29—530.
I DooKNiHCK , Student te Deventcr.
(I) Deze Penning is rceds beselireven door Dr.
( = ) Medegedeeld door den licer Jan Isaük va