ñ
iíií;:
[ li'i
»fi
fi
• ä 'A;
i»,
• í
m. '
i i i •
i l ' i
Î 0 4 . Plant LXXni. (1787).
a f í t c c k e n . Züvci-, vergui d en gcdr
roorzijde. llct borslliceld vai» den Prins. links sewcnd.
Kefrzijde. Hel liorstUcclcl dcr Prinses, reclils gewend ci
festoiineorden rand, met oraiije appel en liisscticn de festons.
mcl paarlen gckapl. In c
9 6 3 . Plant LXXIII. 1787.
E c n z i j d i f c g c d r e v e n, à j o u r bcwc
k t 7.i\v
Borstbcelclen t
bcncden 1787.
1 den Prins en de Priu.scs tegenOTer clkander. Daar boven V(iv\t 0{ranje) ;
9 6 6 . Plaat LXXIII. (1787).
G o n d , fijn gcdreven.
P'oorztjilp. De Prin.s, links gewend , met ster en lireed ordelint.
Keerzijde De Prinsc.s, rcchts {tewend , mcl paarlen gekajjt.
9 6 9 . Pia a l LXXIII. (1787)
¿ i l v e r e n d r a a g p e n n i u g , gedreven,
roorzijde. Ilet links gebend borslbecld van den Prins, builcn c
die boven in bel topwerk eindigt in een kroon , met bel ornsclirift;
r i D E L L E POUR OllANGE ; JUS QUE : AU DESESPOlll DU NAUrRAGE. (i)
1 gcschiilple rand ,
GETJiOVW AÄN ORAKJE TOT AAN SCIIIPBREUK EN rEliTW UFE LING.
do Prinses, rechts gewend , en met paarlen g Keerzijde. Het borslbecld \ eltapt, mcl bel
omscbrift :
S O N ASTEE a DOMTÉ L'OllAOE. NOUS. IIOUILLONS EN CALME
D E S ALCYONS. (2)
HAAR GESTERNTE ITEEFT fíKN STORM OVKRWONNEN; WIJ WEliPEN "T ANKER
If'AAR DK HALCYONS RUST FINDEN.
De draagpenning bangt met een zilveren keten aan een platten haak, en aan den penning
hangt een ankcr, ais zinnebceld van boop en verlrouwen. Op de lepels van het anker
zijn de wapen.s gegravcerd van de Unie, van den Prins, van de Prinses, en van de slad
Leiden — de woonplaals van den man, die met dit niet -svemig in 'I oog vallend vcrsiersel
pronkte, cn «iens naam J(oiiASîtE): LE FRAÎiCQ v(a!i) BERKIIEY (S) op de ankerschacht Staat
gegrifl. Op den ankerrand slaat aan de binnenzijde:
GIDE 0 N.
I I O O ? IS LEY D E N S TROGST.
O p de builenzijdc:
D E B O R A .
Zie Van I.oov , I- bl. 8C, lOC. 1
( ' ) Tocsppüng op d« G c u i e n s j i r e u k m roi/jut^uei à parler la ùfsaee
(») Als voren , oj) cic zinspreiik van Wii.lesi I , Sai-m /rmjuilliu iu undù.
{») Calai. A. u. Schinkbl, Ì8G1, h». G38 , f 45.
Men zal zieh •nollicbt te lenr gesteld gevoelcn, in ons werk, als tegenbangsU-r der Icven.sschelsen
van beroenKle patriotten al.s Capellex, Hooft, Van Goudoevek , üi; Wi lde, geen op
gelijkc -wijze bewerktc levcnsschels aan te treireu van den vermaardcn Oranjeman Le Fiusgq
VA^ Bkhkhky. Zoodanige taak zon echter meer eigcnaardig tot den \verkkring behoorcn van
hem of van ben, die eenmaal onze tnak in onze moederlaal (i) znllen vervolgen cu, alsdan
aan hei jaar 1812 gekomen, het stcrfjaar van Le Fahrco, den te zijner eer gcslagen penning
beschrijven en zijn geheelen levensloop herdenken. WiJ zoudcn, door dit laatsle recds op
hei ¡aar 1787 te doen, le veel voornilloopen en builen hcl gcbicd van den lijdkring Ireden,
dien wij ons bebben voorgestcld. Een cnkel woord ovcr den zoo vaak door ons gcnoemden
man mag hier echter gepa.sl schijnen.
J01IAK*ES t.E Fhanco {gelijk hlj van vaders kant heclte, of.sclioon de daarbij gevoegde moedersnaam
Vak BERKUEr den anderen schier verdrongen liccft), le Lei<len op 23 Jauuarij 172Ö
geboren, was aldaar sedcrt 1773 Lector in de Natuurlijkc Geschicdcnis. Geen vriend van
bclgeen anderen »den giilden middelvveg" en hij »het malle midden" noemde, omhelsde Inj
gecne -zaak of gecn denkbeeld len halve, en mel cvcnvecl heftigheid beslrced bij, vooral in
dicbimaat (2), de patriotlen van 1781- 1796, als in pro/.a de koepok-incnting (s); terwijl zijn
viTgoding van het gezin cn de partij der Sladhoudcrs allcen gcevenaard werd door zijn feile
verguizing van den dichter Nomsz en den naluiirvorscher Van Lelyveld (t). Een krachligen
doch cigenzinnigen geesl in een ki-acblvol licbaam ronddragende, -was Le Fkancv nimmer
gewoon zijn hartstocblen te bcdwingen en bij stoorde er zieh weinig aan of hij daarvan de
wränge vruchten phikle, die in een zoo fei bewogen tijd niet kondcn iicbtcrblijvcn. Geen
wonder. dal bij hei bciirtelings zegevieren der 2)arlijen , hij nn een.s de beld van den dag,
<lan weder het mikpiint aller pijlen was. Nu eeus hing gcbeel Leiden aan zijn Uppen (3) en
dan weder zag hij zieh in zijn betrckking bij de Hoogc School gcschor.st («); j a moc.st hij zijn
vadcrslad geheel vaarwel zeggcn om er, laier teruggekeci-d, zijn dagen te eindigen in kommer
en bebceftc.
roorz{j,h.
Keerzijdt.
9 6 » . Plaa
D r a a g t e c k e n , zilver,
lief ;lils gewend bor.slbceld
t LXXILI. 1787.
i den Pr
• e r d .
I i>»relkr::
Ter Gedagienin
voor de Herslelliny
oav P{rin)-. 1F{meY. I){en). .
van d, liúún
van hei
Nliemi^ NoorrUi
1 7 S 7.
•d<f
( ' ) Immers in het Franscli is síulks recds gedaan door den Heer M. T. C. F. N. Comte Nahuys , voor de jaren 180G—
1811, in zijn Iliitohf nvmilmaiigvc ilti ropamne de Hollande, Amst., 1858, 4°., en Hitloire nunismalifue de la HoUande ¡yenda
« I la re'umun à l'einpire /raiifaif, Utreclit, 18G3. De aangeliaslde penning, als Imlde aan de wetenscliappelijke Verdiensten van
L. F. V. B., is in 't laalste werk, PI. XIV, n". 95, nfgelieeld en bl. J3G—103 toegellcht door een körte levensscliets. Zie
(-) De lijst van z^ne werken in liet wuordcnljock •
maakten vooral opsproak fle Oranje-Hoomen, door Frani
(') flaluuriuadige r<rffelvih¡¡,eri, Un betooge dai men
ta« eiterhly,¡e,¡ enz. Leiden, 1801, 2 stukken.
(') ËrnsUge beritping en aanmerüngfii op de lerigleu eu prfjnragcn orer ket siarlen ra
IcndJ, BOorgeileM door Fr as a van Lelyvei.d , Amst. I7?5-
(») O.a. op 4 October 17"'!, toen hij/W ter/iw/i)« ipyifen, in de Gastbuis Kerk ¡i
voordroeg, dot, na de regels
Van dur Aa is niet volledig. Onder zijne antipatriotsclic werken
Vry. 1782.
roo wl gerächt makeade kaepokken te houdea hchbe roor een morl
Zoo de afgunst nog op Heydens wclvanrt mikt.
BUjv' de eerstc kogel voor mijn I.eydscben ko]i gesobikt.
een Leidsebe xiever ullriep: • En de Hveedc voor mijn kop !" V. d. Aa, lil. 198.
(») Om bet stukje: ylan mijne Mede-hirgerm. Y, d. Aa , bl. 199.
'orten ran OKe, TYaan en Teer (ala golfiUI