IMf e ;i
j î i ' ï
te
" ' i i - f .«
to'
Sil-
Hi.;.
sul;:.;
Keerzijde.
Daar onder:
5 5 47. {I)
Tot
dank b etuigiug
der Portnguesche Joodscke natie
aan de E,l{ele) Juff.{er,)
Petvonella Moens
Adriana van Overstraten
äichtereisen van
J'Jsier
A{nn)"' I7S6
In den Ahjemeeneii. Kamt- eii Letterbode van 1828, I. bl. 34, leest men, dat in 1786 de
Parnassijns der (Portwgeesche) Joodsclie Synagoge de dichteressen Petrotoila Moehs en Mevroinv
Van Cüylekborcu mei eeii gouden eerepeuning begiftigden Toor de opdracht vaii het
door beide Trouwen TevTaardigde dicblstuk Either (2). Waarschijnìijk ontringen zij er ieder
eeii; die van 1'. Morus werd, met de overige door haar verkregeu penoingen (3), in 1830
door haar op het » altaar des vaderlands" gebracht, doch gelukkig nil den smellkroes gered
1'etrokelia Moebs werd op den Iß''™ November 1762 te Kiibaard in Friesland geboren. Als
schrijfsler in proza en in dichtmaat oogslte zij uiet weinig lof in, en wat daarbij vooral verwondering
opvekte was, dat zij, hoewel blind van haar vi erde j aar af, toch met bekwaamheid
schoone natuurtooneelen en andere onderwerpen, die meer bijzonder onder 't bereik der
oogen Valien, wist te bezingen. Zij overleed den 3/4 Januarij 1843, te Utrecht, waar, op
den 18J«" Maart daaraanvolgende, in de vergadering van het Departement der Maalschappij
tot Nut van't Algemeen, haar nagedachtenis door .1. Decker Zisjiermak gebuldigd werd in
een redevoering, later in een bundel versehenen, met Herinneringen aangaande P e trope Lt. a
Moeks, door W. II. Warnsisck Bz., onder den algemeenen tilel: Petronella Moens (Amsterdam,
1843) (5).
Adriaha van Ovebìstraten, te Bergen-op-Zoom geboren, gaf met Petrokella Moeics onder-
.scheideue dicbtstukken uit : o. a. behalve de recds genoemde Esther, ook Fuderl. Dichtproeven,
Haarlem, 1786: Ruth, in vier boeken, 's Gravenhage, 1790; Dichterlijke meiujelingen ,
Utrecht, 1791, 8". ; Eerkraiis op Bei-gvn op Zoom, Amst., 1785, 4"., en te gelijk met die van
P. Moens np Aardenhimj, in 1786;alsmede twee treurspelen, Johanna Gray en DoUen en Amalia.
Zij alleen nog: Jacoha van Bcyerm, in vijf boeken, 1790, benevens onderscheidene gedichten in
de bundels der Genoolschappen Studium Scteii/iiinim Genitrix te Botterdam, de Gendsche Rederijkerskamer
de Goudsbloem, ea andere Maatschappijen, zoo te Utrecht als te Amsterdam, waarvan
zij iid was. Heeds vroeger had zij er een vervaardigd, te vinden onder de Gedichten op het
vertrek nuar Bataoia van den WelEdel Geslr. Heer en Mr, Pif.teh Gerardus vaw Overstraten,als
Extra-ordinair Ilaad van Justilie aldaar, met het schip Ilct Slot te Höge vertrokken in den jare
(') Op 1° Octotcr 1786 was, volgens de Joodsche jaartelliiig, lict ja»r 5517 bcgonncn-
{») In vier boekcn. Htinrlcm L)ij A. Loosjes Psi-, 1/86, VIII. (opdragt in dichtmaat) en 102 bU.
(») WiTSEN CEysBEEK (iV. Siogr. Antk. f« Crit. Woardmb. wn Nedfrl. Dichleri, Dccl II. bl. -1
Uaalt, dnt U-aalfyiM liaar dicblstukken wnrcn bekroond gewordeii, waaiTan rii/'iuet goud.
( ) Wij daiiken dc aftcokeniug ran dien penning nan de wclwillendbcid van den bezittcr, den hecr I
TBO , Mz., te Amsterdam.
(») WiTSEN GEVsaEEK, t. a. pi., HI. II. 1)1. 429.
1780. Deze Pietek was haar broeder. Haar vader, die ook een dichtstuk in dit bundeltje gaf,
was Jan vas Overstraten. Haar broeder werd later Gommissaris en Gouverneur-Generaal
van Ned. Indie. Men vindt iets over hem in het Tijdsckr. van Ntd- Jndie, III. 1. bl. 204.
Zij was eerst gehuwd met See. Rauws en daarna met Mr. N. vak CrYiENEORCu, en overleed
den lOJe» Januarij 1828, oud 72 jaren (').
650-653. Plaat LXIV. (1725-1795).
De Leeuwarder Electie- en Rege e r ingspenningen.
650. Voorzijde. Gezicht op de slad Leeuwarden, van de zuidzijde, gelijk de stad toen nog
binnen bolwerken besloten lag. Daar boven het gekroonde en omloverde stads wapen.
Gm den bovenrand:
PLACIDA- CIVES- IN- PACE- IIEGBNÜODOOR
DE BURGJiRS IKf RUSTIGE2^ VRBJ)3i TB RE GUERE N.
I n de a f s n e d e :
S.(eNATUs) P.(üPUI,US) Q.(ue) l;EOV:(AllDIEN;iIs)
DE RYLAD EN HET VOLK VAN LEE U WARDEN.
Daar onder is op het afgebeelde exemplaar in stippen iiilgedrukt het jaartal der uitgifle van
dezen afslag, zijnde 1740. De penning komt ook zonder stippeis of met een ander jaartal voor,
bijv. in goud op het koninklijk kabinet, met de jaartallen 1728, 1741 eu 1745 («).
Keerzijde. Het Stadhuis.
Om den bovenrand en i n d e a f s n e d e :
SORTE- ET- CIVIUM- SUFPRAGIIS.
ELECT:{io) MAG1STR.(a t u s )
ANNUA
JAÄRLIJKSCIIE nOEKlEZING 7AN DE OVERHEID DOOR HET LOT EN DE
STEMMEN DER RÜRGERIL.
Rechts, op den voorgrond, de naam van den graveur A. ^(hdeles) (s).
(') II EK M ANS, Geich. lSfrvjfl<etrk mit de prorliinadne/, NII. . Bbrla.bMa-
WiTSEN Geysdeek, mogr. Woordenb-, V. bl. 39-4! (1824). WiTSEN
Van Cuylenbokch, Mr. Nicolaas van Cuylenbohcb was Drossaart
Bergcn-op-Zoom cn gaf in 1786 cen werkjc uit, gelitcld! RtsoUlien
«i- e.. Ltilerb.,
t geen melding v
1 plaiten ìande i« htl ilarqvi:aa< i Bergen ic V. D
Kfihouderea
IlERMASS, t- a. p., bl. 18 cn44.
(>) Ook is aldoar een pruef,
ning van I'ruisse
(3) ANnBtK
823 , I. bl. 54—55;
n haar bnweUjk me(
n Uct Markiczaat van
iHtii en terkifzea der
.A,t. a, pl.bl. 943i
>ERIK Willem , Kou
1719, te
waarop stâst l.^I PACE KEGEMDU , gcsteiniicld op ccn niunt van FnEDERiK
ijl de vermelde gouden penning van 1728 deuc ooegekcerde K mede vertoont.
vni. Eise, wos geboren le Lccuwarden den 23""" Jnnij 1687 en overleed aldsar den 20""'
1754. als zilvertmid en graveur op de Nieuvestad, na van 1733 Vroedsman en Schepen te zijn ge^cest. Van liera koraen
„og eenige andere penningen voor. Zie b. v. W op het j aar 1724, LXXXVII ; op "31 •
melding van heiu en zyn later te vermelden neef Eise Anbbles (•), van wien penningen ii
en CCCXLVl voorkomen, geeft Hkinrich Bolscnthal, S/!i::en »R Kwsloeechieh/e,
Wav, Ailrea, II. bl. 197, en Kramm , /.frf..» wn ««Mc« «h ffrateurs, 1857 , 1. bl. 17.
1758 en 1759,ouder n°. CCCXLIV
Berlin, 1840, overgenomcn door Dr.
rt orerlecd wdügt vdör 17«6, locn jyn n
gtliund, ¡len all Icvenocicr der fcmmgen op'olgdc. Verfl.
a Ï. h]
-.•"•iL