l i
í
i j - ì
ir ;•-
j'í!-.:
P '
Iii.'.
É '
• 1,
'4;
t i '
— 290 _
VII» lazuur, mei keper van zilver; 2 en 3 van gouci, met een wassenaar van Inziiur?; het geheel
gcdekt met een schild van lazuur waarop een lelie van zilver; en van Buck, van goud,
mei een boom, iiaartegen een Iiertebok {buck in 'I Eng.) opkliml, au »aturel.
Om den rand:
Mi Nia()L(AA)| KLEN GEB;(oiieíí) DEN 5 IIJNY 1731 V(.tou)7(E)
MARU:(AttKTii) Í BUCK. GEB:(OUEN) DEN 5 APIUL 17-13
O p d
Keenijde.
I n de afsn
Getk:(O«WD) DEN 7
voorgrond: DE MEYER F(eüit).
i d e
II E E DEN
iN Kien en Buck ti
OUDE DoKUEECUT I
EN IIUN HART EN
DENKSTUK WOlD OE
DACHTNIS DOOK DIT
ViiiNDEN Zy bei.
MEE
T ZA
S II01?
OOVEN
I Aa na le slaan op liet woord
I mannen op-
L o r !
Wen behoeft .siechls het Bioyr. IFoordenboek van Va:
K i r s , om zieh le overtuigew , dat liei geslachl van dien i
leverdc, die aan 't vader land in krijgs-of staalswezen gewichtige diensten bewezen. Kij de
daarin besprokene mögen wij nog noemen Mr. Nicol.vas Kien, als oudslen Raad vau de Vroedsehap
der stad Utrecht vermeld in de Ned. Jaerb., 1766, bl. 684, en als Gekommitteerde tol
de zaken der rivicren, ald., 1766, bl. 1069. Op 12 October 1766 lot Burgemeesler benoemd
{ald., bl. 11S6) en herkozen in 1767 {Ned. Mere., 1767, bi. 1C7), ontving hij in laatst gemeld
jaar l'rins Willem V en zijn gemalin tc Utrecht {Ned. Mere., bl. 176, en Ned. Jam-b.,
1767, bl. 722). Hij overleed le Utrecht, den Oclober 1777, oud ruim 76iaren, na ruini
yijftig jaren iid der regering van Ulrecht te zijn geweest. Ook was hij Heemraad van de Lekdijk
{Ned. Jac-b., 1777, bl. 1288 en 1412). Uil zijn hinrelijk met Vrouwe Pethonella vab
Romosdt sprool die Nicolaas Kies (Jn.), tol vvicns feest de zilveren penning door ons medegedeeld,
is geslagen. Nu zijne sludicn aaii de Akademie le Utrechl volbracht te hebben, promoveerde
deze publiek op eene Disicrtatio de Mora in April 1753, oefcnde eenige jaren de
pmktijlv voor den Hove van Ulrecht uit.enwerd daarop Kanunnik en Kameraar van het Kapittel
van St. Jan te Utrecht. Zijne echtgenool -vvas eene dochler van Otto Bück, Munlmeester
van Holland te Dordrecht, hij vierde met haar ook zijn gouden bruiloftsfeest. Tot hetschenken
van ecn penning door de ofTicieren van de Compagnie Schutterij het Forluin, in 17C6, bij het
bezoek van l'rins "Willem V aan de burgers dier compagnie {Ned. Jaerb., 1766, bl. 7 0 2 - 703,
8 Hz, — Dftail lau rfc burgery dir tlad l'Irtchl BOK Burgemees/eren en Vroedichap der :eleer tlad, op den 20 Maart l'SC,
orergekvcrd Un behope ton iun m ùenfgd gehmden gedran, ter inlroduelii m« hei geappianterde en gearnileerde concepl
regirmenl van yegermg, miar agier tol belöge i) gnoegd hei op den 20 Maar! 1/86 door de buTgery beéedigde regknmit.
109 en IG Llz. — N, van der Mondi; , Geichiei- en Oudhridic. liefchnjving tan de pUinen em. der ilad Ulreehl, deel,
bl. 118—120, Utrecht, 18J5.
en boven V. n°. CCCXG, bl. 431), droeg ook Mr. N. Krr.s Jr. bij. Hij was loch een bekend
Toorslander van het Huis van Oranje en werd, op rekommandatie van den Prins, door de regering
van Utrecht in 1776 aangesteld tot Onlvanger vun de bisschopstienden 's lands van Ulrecht.
Na hei verluten der stad Utrecht door den Rijngraaf van Salm iu September 1787, werd
Prins Willem V, den 28^'™ September van Amersfoort le Utrecht komende, zeer plechtig ingehaald.
De » oii/Slaaltgezinde" burgers, »in het zwarl gekleed, gingen den Prins buiten de
poort te gemoet. nil welker naam de Ontvanger Kies aan de Gildehnig eene verwelkomende
aanspraak deed." Ned. Jaerb., 1787, bl. 4896 (i).
I l e t Verbond
641. Plaat LXIII. 1786.
a n k r i j k p lechl i g gevierd
2 0 Apr i l 1786.
vrijheidst
door ecn
igebraelit,
Foorzijde. Hei wapen van Frankrijk en dat van de republiek, hangende aan eei
staf en een hoorn van overvloed, die kruiswijze aan elkander verbonden zijn c
hemcllichl bestraald worden. Onder en lusschen de «apens is een lauiverfestoen ai
doorslingerd met een lint, waarop te lezen slaat:
A M I C U S CEETUS I N IIE INCERTA CERNITUIl
DE VylSTJS VltlENT) WOBBT IN liBN WANKELB ZAAK GEKEKI).
D a a r o n d e r :
DE MEYEK F.(sc!i)
Keer^ijde. Het wapen van Zierikzee, met bloemfestoenen versierd. Van daaracbler verhelTen
zieh, link.s, een vrijheidsstaf, rechls een anker. Kriiiswijzc zijn door de afhangende
fesloenen links een Romeinsch veldtceken {vexillum) en bundelbijl, rechts een drieland en
slangestaf gesloken. Van de wapens hangt een ünl af met hei devies :
P A Y E N T E DEO
DOOR GÜBS GUNST.
Op het vaanlje, dat van het veldteeken afhangl, slaat:
CIVES
Z(niIK)Z (ENSES)
ZIERIKZEESCIIE BURGERIJ.
. het e l d :
IN MEMORIAM
P(EDE11IS CUM REGE
C l i m S T I A N I S S I i l O
ET EE?.(ubmca) BAT.(ava) LETI
GIVES ZIERIZEENSES
IIUNC DIEM
CELEBRAVERUNT
XII (ante) CAL.(endas) MAI.
MDCCLXXXVI
s wcl«iHcnd vcrslrekt door ^{r. Nie. Kie
j l l