SP
llel was door de bemiddelinf!; van Wii.r.Eu III, toen Koniug van En^eland, dat de oiigeliikkigcn,
die om de geloofsvervolging uit het Prinsdom, dal de bakermut van zijn slamhuis geweest
was, hadden moeten -wijken, in Pruisen door den loen regeerenden FREDERIK I gastvrij
werden onlvaugen. Op 16 Juli 1705 wijdde men lict armenhiiis, de zoogeiiaamdc wjflzmi
d'OraiiffH in, die beslcmd wa;» heu op te nemen. De bouw daarvan was bekostigd uit een
inzameling, die op last van Koniiig WILLEM III had plaats gehad; waarom dan ook de lijdelijke
üezant van Groot-Brittanje aan hei Pniisische Hof het bestuur er over voerde. — Hei
was ter hcrinnering vaii hcl ceuwieest dier inwijding dat de hier beschreven peoning wcrd
geslageu (i).
Kog moeteii -vvij, atvorens van 'tjaar 1805 af Ic stappen, gewag maken van een zeer kleinen
zilveren pentiing, die met dat jaarlal en welligt met andere gestippeld voorkomt; doch waarvao
ons de geschiedenis niet bekend is.
Foorzijde. Een vrou
een kolom en den Nijd i
\ebeeld met den hoorn des overvlocds c
crtredende.
Om den raud:
A U 1 {; l T 1 A.
nUENDSrirA?.
vredelak, staande bij
In de atsnede: 1. W. L.(ACEMAN)
Keerzijde. Tiisschen een l)loemruiker guirlandi' :
V A N I E E N D R A O T | 1 8 0 E . | LA O E M A N .
Op hcl r l i j d e o p 25 Februar i 1806 va
M a a t s c h a p p i j tot Nut ^tAlge
Foorzijde. Een graftombe in een cypressenbosch. Op de frontespies van het dekstuk ziel
men een hoorn des ovei'vloeds 5 een ki'uis, een brandend hart en een pulmtak lot een ^roep
vereenigd. Op de voorzijde lussehen Iwee pilasters, prijkt een immorlellekrans; links daarvan
een brandende, rechts een omkranste doch omgekeerde en uitgedoofde fakkel. Op den
voorgrond zijn vergeet-mij-nietjes gestrooid.
\NN bij II. BOLZKNTIIAI r Gfic/iM/f lift K'uìwjt FHIEI
I « .inacbcold ,I.r »».„ch.ppij. Ee.. kapel binnen ec„ »Inngerond
wi.heid), ,vdk la.t.tc doopTlochten is met een pulm- cn een lauwerl.k en „nngeven v«„
.slrnlen, d b de wölken van boyen den aardbol Terfrijll.
Om den rand, op een linl:
H U O-OKST S ü HETGUBN IIIJ GEZAAIÜ IIEEl'T [')
Er be,laal nos een Iweede .lempel, waarv.n de fa«-«,',/., in den tränt van die der be^rafeni.,
pe„nin,en, eenige ornantenten vertoont, en een „ederbanscnd kleed m den vorm,
een Lanier, be.tcmd om er een „a.m of op.ehrill op te pb.at.en, Werkel,jk ,taan ,
lettcrs op, doch te llaamv om lee.baar te sijn.
S » 4 . LXXXVII. A 1 s
Ilet borstbeeld v.n den ont.lapen leeraar .„fa,, ge.ien , zoo.la op de portreiten
die van bem voorkomen (»). Ond.r den geknotten arm A. B.(n»«) F.(ec.t) (*).
J A N NIEUWENHUYZEN.
S T I C I I T E I l DER M A A T SO I i i I 'PIJ TOT NBT TAN TAl.GEMi™).
K„yzijd.. Onder een slangerond, doorvlocblen met een palm- cn een latracrlak cn binnen
't welk een kapel zweefl, leost men •.
CEBOBUK
TE IIAARLEM
MDGCXXIT
O T E R E E D E H TE
I I O N K I K E K D A M
MDOOGVI.
Met bclrekking tot de opricbting, lotgevallen, n.am.verwiascling, eercpenningen cnz. von
de Jla.tacbappij i« ff.« .»..'< ^ ¡ J . » . » , gednrende bet tijdv.k i784-Mcl 1806 verwijzen
wij naar bet medegedeelde op blr.. 247- 240 en voor vcrdcrc bijzonderbeden omtrenl baren
(1) Zccr lliiouw leosbflsr opdcn iidniäHB- - ,
W i l l l , M . „ » . n d , a , . — l o . « J f . . » . " « "1 ' • " ' S ' ' " "
„ . « W « 1 » . « : D E M i a T S C I I i P P l J T O T K b ' T « K . T A I - O E S U Í H A A N H A R E N S T I C I I T E R J A K K I K I H V E K l i r T Z E S
G K l i . 1 I I E U F S T M - M D C C X ^ i l v , O V E I I I . . X X V S l ' R O K K E L M . M D C C C V . - O r i l i r de jdaM I c c s t m e n J. hm'"' C .
SiffBHll fecit. A'- r-rf- -Wrer J^ipi.
Ci Zoo als in don AM. .Woro. 1 7 f l 9 , Doel L X X I X , bk. 3B4. mot «on b ü s c l i n f t .
(•) AORIAAN Uemmk jASäü.. gcli. Id Jan. 17t)3, anccd of driof opnigo ponningon, vortnold in hol Äioyr. lioon/oni..
11. Wi. 233—239. ,
stieb