- ¡ . . ^ l l f i ,
SteinpelSniJden in NeilerUnil.
DaíLBMT. — Penning ran 1825. Bijbl. I, bli. xí*!!! (').
CALKEB (B. C. VAN), te Zeiat — Adrcskaart Tan en liron over
—. 2(J('). — Aan — wordt de roorkeur gegevin boven J. G.
Holtzhey. 171(»>. — Penningtn van 1760. 26-27; - van
1771. By«. I . l)lz. xvi i , aant. 157; van 1772. 5^—53,
63: — van 1773. 67 . 173(*), Sijil. I, bit. v , aant. 35; —
van 1775. 87; — van 1782. 170—17!; — van 178Í. 238;
— van 1787. 339—340, 363; — van 1796. 460.
ETEaTs (J.). Medailleur en graveur der Grafelijke (Bataafschc)
Munt te Dordrecht, 236('), 472. — Teekenaar van een penning
van 1770. 9C{»). — Penningen van 1785. 256—257,
271—272, 275—276, 472('); — van Í787. 333, 358; —
ontwerp-gedenkpenning, 1708. 472.
GooR (VAN DBR). — Penning van 1819. 529(').
n . (M.). — Penning van 1787. 229.
HART. — Penning van 1839. 109('), Bi/i/. T.hli. vni, aaht. 51*.
HBPS (H. HE). — Penning van 1804. 520.
Iloi-TznET (J. G.), Miintmecster te Utrecht, later te Amsterdam
gevestigd, benevens andere biographischebijzonderheden
enlitteratuur betreffende zijnarbeid. 98('), 520(»). — sloort
zieh weinig aan do regelen der heraldiek. 275(')- 306(S),
— Oordcel over —ais mcdaljeur. 178(')- — I'l» ¿«r Vaihrlmdtche
SocieUil te Amsterdam en van het Com,«Ule
ton Algemtene JVaaiiaomheid aldaar. 413('); idem van
de Hollamlscht MaaUehapplj r«» Welenie/tappeH. 418(>).
— Penningen van 1753. 306, 306('), vgl. 308; — van
1767. 4—5; Bijil. I, Hz. i , aant. 4, 8.1(1-U, 14,
17—19; _ van UGO. 29—30; — van 1770. 33—34,
41; — van 1774. 306, 306(1), vgl. 309; — van 1776.
08; — van 1777. 104 ; - van 1778. 111-112 ^ 114-
115, 117—118, 120—121; — van 1780. 136—137 ; —
van 1781. 141-145, 148—149, 153—155, 150—159,
164; — van 1782. 175, 177—178, 180-182 ; — van
1783. 249—250; — van 1784. 223, 233, 238Ait,2l6—
247, 247(>), 253—254; — van 1783. 262-263 , 267—
268, 268('), 274—275, 281—282; van 1785. 285; —
van 1787. 361 , 363—364; van 1700. 409—410; — von
1791. 412-413; - van 1792. 418; - van 1799. 474-
475 , 477—478; — van 1800. 487; —van 1801. 501—
&02; — van 1803. 509—510, 516; — van 1804. 520—
, Zecland,
(M.), Muntn
hijzonderheden en litterati
aijn
48, 98('), Bißl. I , biz. VII, aant. 49. ~ Penning van
1749. Bijil. I, bis. VII, aant. 49; van 1759. 99. —
Ecn Stempel van — gcbeiigd in 1777. 48.
K. (T. L.). - Penning van 1768. Bißl. I, biz. iv, aant. 15.
KELLRM (D. VAS- •>£»). - Penning van 1797 (>). 466(«). 516(');
— van 1806- 530—531. vgl. 53!(').
KOCKEHS (C.). - Penning van 1778. 124.
KONSE (C. F.). H>), 529(«). - Penningeu van 1767. 5 - 6 ; -
, 1768. 17-18: —van 1770. 33; — van 1771^4-45;
— van 1772. 51—52; — van 1778
LAO
(II.), te Amsterdam. 5('), 512(«). 529(«). —Pi
van 1802.513; —van 1806. 529; —van 1801
(J. M.), Goud. en yjlvcrkoiliQadcr, die - tevens poppegoed
maakt en verkoopf eni. 72('). Zie ook: 227. -
Penningen van 1773. 71 ; — van 1775. 92; - van 1776.
101—102; —van 1777. 109 , vgl. 109(I); — van 1778. 116,
119—120; van 1779. 131: — van 1780. 135; — van
1781. 141-142, 156; van 1782. 166-167. 176; van
Stempelsnijdars in Nederland.
1783. 202-203, 206-207, 218 -219; - van 1784. 239-
240; — van l785. 226; — van 1785. 298-299 , 330; —
van 1787. 334—336 , 354 , 360; — van 1788. 384, 391-^
393; van 1790. 407—408, 410 ; — van 1791. 414; ^ van
1792. 416; — (van H. of J. M. LAOEMAN) van 1793 408('),
426 ; — van 179 t. 433 ; — van 1795. 447—448 ; — van 1796.
462 ; — van 1799. 482 ; - van 1800. 488; — (van II. of J. M.
LAOEMAN) van 1802. 504-505; — van 1803. 517—518;
^ (»an U. of J. M. LAGEMAS) van 1805. 526.
LANTING (K.), Goud- en zilvcrsmid en drijver in goud en «Ü.
ver. 396(>). — Penn'ng tusschen 1816 en 1826. 396.
M. Zie: METER (II. en J . DE).
M. (C.). — Broodloodje van 1777. I I I , Byi/. I , biz. viii, 52.
MABMB (J. C.), Stempelsnijder te Kleef 1735—1757 , in 1757
beèedigd als stempelsnijder der Munt tc Utrecht, vertrckt
in 1763 weder mar Kleef. 129(>) — Penning van
1779. 129—130; — van 1780. 137—138.
(joH. COR:Ì.), tijn zoon (?), broeder van i. W.Marni,
penningverzamelaar en op het laatst van zijn Icven van
1814—1820, koster der Domkerk te Utrecht.35(>).
— (J.W.), te Utrecht, in 1764 b e C-edigd als stempelsnijder
der Prov. Utrechtsche munì. 35('). — Penningen van 1770. 35-30.
MESGEB (J. P.), te Utrecht. 473(>). — Penning van 1837. 437
MEVER (D.). — Penning van 1779. 134.
(H. DE), le Utrecht. 219(«), 399(S). — Penningen van
1783. 219-220; — van 1786. 269—290, 291'; — van
1789(?). 399.
(J. nE), tc Utreclit. 219(»), 399(>). — Penning van
1"89(?). 399.
MoELisoBt- (G. VAS), Stempelsnijder der Geldersche raunt, ook
plaatsnijder, later te 's Gravenbage. 24('), 39('). —Penningen
van 1768. 23—21 : — van 1770. 34, 39, 40, 42-43; —
van 1772. 85; — van 1773. 69 i van 1777. 108-109; -van
1778. 125.
SeHEPP(H.). Zie: SCKEPP (J. II.).
(J. H.), te 's Gravenbage. 54('). 202; latcr te Leiden.
404(2), Bißl. 1, blz. X, aant. 79. — Oordeel over en
andere bijzonderhcden betreffende —. 159('). — Rekening
voor cen penning, bewerkt door —. 388('). — Penningen
van 1772. 53—54; — van 1776. 93; — van
1778. 122; — vau 1780. 139; — van 1781. 158—
160; — van 1783. 198; — van 1784. 234—235,
237iii; — vau 1785. 254; — van 1786. 286;
— van 1787. 369—371; — vau 1788. 385—387, 390;
— van 1789. 397; — van 1790. 404; van 1791. 406—
407.
SIMON, te Brustel, 1815—1834. HSC), 425(S). — Pcnningen.
145('), 425.
STEENBEEK (G.) 423('). — Penningen van 1793. 422—423.
YBSTNEB. 13('), jBißl. I , biz. m . aant. 11. — Penning van
1768. 13-
VBIES JB. (DE), omstreflks 1830. 471(').
\V. (H.). — Penning van 1793. 429; — van 1796. 463.
W. (T.I.). — Penning van 1771. 47 ; — van 1776. 99—100;
— van 1787. 330.
WALL (VAN DE), Ziiversmid te Ainhem, 18U. 494.
Stempelsnijders in Zweden.
GKORÖI (N.). 8.
Sternpeisnijders in Znitserland.
BOhTSCHAPER (J. II.). 366(5).
STEVENIXCK (Dr. VAN) schenkt een vaandcl aan het E«roitie.Genootschap
i»c/fl«rfo Bm^rgmlf tc Middelt>urg. 230.
het Gcnootschap Kvmtlie/ilc spaart j f f n Vüjl. 50.
Stichtingen van Renswoudo. — Over de • . 531. — Penning op
het SOjarig bestaaa van de —. 530—531.
STIEIKR (J. P.). Zie STEMpeisnijders in Duitschland.
STISRLE (J. C. G.). Zie Stcmpelsnijders in Duitschland.
STUL (S.), te Harlingen. — Titels van gedicbten van —. 513(»),
Bißt. I, blz. K , aant. 71*. blz. x i i i , aant. lOO«*, blz. xv,
aant. 117", biz. xvi i , aant. 156-«.
STOCKUM (V.). — Papicrengeld op Batavia, door— onderteekend.
195(noot).
STOKKr.i,AAn (JOHANNA). 487.
g in FriesUnd van den voormaligen guldeu-
Stokmannelje,
367(»).
STOLK (J. ) I
>ct wegens een redevoering het sc!
.. 444(5).
iH). — Aanwijzing van gedichte •. 163(=),
(D. •
242(1).
STOOPBNDAAL (yi.). — Titel vau cen gesciirift
.. 197(5).
STOIIM(R.), Vroedscliap tc Lceuwarilcn, wi(
) vr-yheid v,
Amerika gecn oortje kon scbelen." I74(>).
Storm en watervloed in Nederland. — op 11 en 15 November 1775.
93; Gedenkpenning op deze gebeurtenls. 92; litteratuur. 93.
—. Zie ook: WILLEM V. — op 20 en 21 November 1776. 102;
Penningen op deze gebeurtonis. 101, Bißl, II, biz. xix.aant.
X ; Litteratuur. 102, 102(S).
STOBY, Scbout-bij-naoht der vloot
n de Bataafschc Republiek in
1799. 470(1).
STBAAIMAN , Oud-Burgemeester va
. 49I('). — Spreekgestocitc,
1 Amsterdam. — Titel van een
Icpfiijd gcschreven en uitgege-
— aau do Bataaftchc
Maa/tehappij ran Taal- en Vic/lliuniie gesehonken. 491—492,
491(«).
STBALEN (II. VA»), een der oprichters van het GenootsehapOoconemia
£i.cAuta,ia. 130.
Stranding van het Pruisischo Galjootjcliip rfi GofJe fervaci/in^ in
1805. 529, 529(i). — van liet Amerikaausclie schip T/ieíit in
1800. 529, 529(').
STREÍCK ( JufiT.) woont de vergadcringen der Baíao/ícAe MaBlschappiJ
ea« Taal- es Dichtkunde bij. 491, 492(»). — vertaalt de vier
eerste bocken der Enexe. 891(»).
STBESO (C.;, Predikant te Leiden , houdt cen leerrcde bij geleheid
van het twecde eeuu-fecst van Leidens ontzet, 82.
STRU (A. VAN), een der opriehters van het Teekengenootsohap
Piciura te Dordreclit. 486.
(A. AZS. en L. VAN) ontvangen eerepenningcn. 486(').
(J. VAN). — Vermelding van een teekening van - . 169(5).
Strooipcnning op den vrede tusscben den Duitschen Kcizer cn de
Fransciie «epubliek, den 28sten Juli 1800 gesloteo, maar niet
bekrachtigd. 499.
SUEUR (Mr. J. J. LE), Koopman en keldcrmcestcr aan de Kaap de
Goedelloop, ondcrteekcnaarvanpapiercngeldaldaar. 101, igi('),
192(*).
SUYFREN SAINT TROFEZ (P. A. DE), Fransch Vice-.idmiraal. —
Biographische bijzonderheden betreffende —. 237—238. — Pen- ;
ningen ter eero van —. 234—230, Bißl. I , blz. x i , aant. 88 ¡
Monument ter cere van —. Bißl. 1 t. a. pi.
SUPEBVILLB (D. DK), demtderi, Waaisch Predikant te Rotterdam. '
13. ^
(D. DB), dfjongere, Envoyú van den llarkgraaf van
llrandenburg Baireutli, enx. — Iliograpbische >>ij> ',
richting. Aid. — i'cnning ter cere van —. 13.
(J. DB). Bißl. I, blz. ILL, aant. 11.
S u r i n a m e . — Zie: Papierengeld.
SWAGEBMAN (E. P.), CO« der opricbters van het Gcnootschap tot
bevordBring der Heelkunde to Amsterdam. 405.
SwABT (A. B.). Advocaat tc Leiden, vertaalt cen Latijnsehc dissertatie
vau R. J. Schimmel penn in ck in het Ncdcrldndseh. 532.
SWABTBNS (COBSBLIA). Zic : KUVDNUBO , yeí. SWABTENA.
SwAviNo (C.), Predikant te Wcstbroek, ontvangt een prijspenniag.
Bißl. I, blz. vu(*).
SwEERS (Mr. Ts.), Iloofd-Ofliclcr enz. van Amsterdam. 12.
N (GEI
Ther.
VAN), Opper-Lijfarts van Keizcrin Mar
. — Penning op het overlijdcn
60, Bißl. I
Bißl. I t. a. pl.
Bißl. t. a. pl.
(GODÍR. Baron v;
thekaris te Wccnen. 01(:)-
SWILDENS (J. II.), llooglec
van —. 274;'), 397(2). _ Welbaekja
door—. 274(1), By«. bjj. x i i , aant. 102.
SWINDES (J. IL VAN), Hoogleeraar tc I'raneker on t
110, 175, 514.
SWINDEREN (VAN), lid der Sfalen van Priesland. 174.
(Mr. C- A.
31. — Graftombe van —.
Litteratuur betreffende —. 61(2) en
Voigt zijn vader op als Uofbiblio-
. — Titel« van eenige gelchriften
de kleine Schiitterijen
blz. s
n den Oeconamitchen Tak. 120, 132, 406('), Kißl. il,
, aant. XI.
SrrzAMA (CLARA I \ VAN). Zie: RAESVI
(Jhr. D. J. A. VAN). 175(V.
SZATHMEBI (M. P.^I'). — Aanwijzingvan
Tabaksdoozen metopschrift: „Uollanl it de bruyt" enz. 308(1).
Tak (OeconomiicheJ, Vcreeniging te Haarlem. — Oprichting. doci
en geschiedenis van den — 122—123. 465—166. — Gedenkpenning
op da eersto vergadering van deu — 120—121. —
Prijspenningen van den —. 121—122.—Draagteeken van den
Voorzitter van den —. 121. — Litteratuur betreffende den —.
121(3), i22(<), 122(«)—(0. 123(')—(')» I, blz. viii, nant-
57; Bißl. II, blz. XIX, aant. XL — De — verändert vannaam.
123, 465—466.
Tecken*Akademie te Amsterdam liersteld. 27.
— te 's Gravenbage. — Oprichting von de—. 138—
139. — Prijspenningen van de —. 137—138. —
Litteratuur betreffende de—. 137(<), 138, I39('),
Bißl. I, blz. IX, aant. 64—65.
te Middelburg. — Bijzonderheden betreffende
de —. 124-125. - Prijspenning der —. 124.
- te Rotterdam. — Bijzonderheden betrcirende cn
eerepenningcn van de—. 68—69, Bißl. I, blz.
V, aant. 36.
nootsejiap Piciura Ic Dordrecht.- Oprichting van het - .
486. — Eercpenningen, 1799—1860, van het
_ . 485—4S0. — Uat in 1861 een nieuwen
Penning snijden. 486('). — Litteratuur betreffenile
het —.