.J fi f
p c l s n i j d c r Sciiepp Ic 's Gravenl iagc — lalcr cloor Prins Wn.i.tM V mccr lot dersciijkeii arbeid
g e b c z i g d — vcrmoedelijk op kosten van den Prins vorvaardigcl. Aaii elk lid der Resering van
d e Steden Ilarlinyen, Slavoren en Workum werd cen zitveren, en aan ieder der Volmaclitcii
v a n de drie genoemde Steden een goiiden, bij den zilocren, gesehonken (i). Te Harlingen
w e r d liet geschenk door elf leden der Regeriiig aangenomcn en door ticn gcweigerd ('), cen
b i j z o n d e r h c i d , die ons de verhoudiiig der i)artijeu aldaar leert kennen en het zoo spoedig 1er
n g k o m e n der Regering oj> h a ar vrocger besluil verklaarbaar maakt.
5 8 i . PI a a l LVl. 13 Maarl 17S3.
O p hcl i r l i j d c n
e d i k a I t te 1 3 Ma
Voorsijde. Een graflombe, met lainverk
s eenige cypressen. Boven de zoii, op
i omgeven i
v i n i p e l :
door de zon bestraald; daarÌ)
V I V I T - POST- rVNl i l lA- VlllXVS.
E JDKUGD [of de VerdienHe) LEEFT KA DSK DOOD.
I- M- LAOEMAN-rECITKeerzijde.
Een palm- en mirtetak, op welke het w a p e n van Torstios rnst, zijnde gedeehl ,
g o u d , met een reigcr naliirel, lazuur, met een staand anker van goud.
I n h e t •
I O - ( A
•Ad
Es) IIENIl-(i(
V O E S T I V S -
V - ( E U J i i } l>{iviNi) M-(inister)
yKT-{A.TE) X L i n - OK ( i i t ) X I I I MAET'(ii)
M1) C O L XXXI I I -
JOIIAN nUNDlUK VORSTIUS, lìEDUlNAAR DES GOBBBLIJKEN IFOORDS, m 43-
JAllIGim OÜDERVOM OVERLEDUN mN la MAART1783.
JouAS Hendrik. Vorstius werd in 1740 te Kleef geborea en bij zijn groolvader, di e le Rotterd
am het leeraarsambt bekleedde, groot gebracht. In den jure 1757 werd bij naar Groningen gez
o n d e n , waar hij tòt in 1761 het akademisch onderwijs genoot en lot de prcdikdienst bij den
L u t h e r s c h e n Predikanl J. lIItLBER iierd opgeleid. Hoc hij zieh dit teu nulte maakte, kan blijk
e n uit hetgecn later zijn lijkredenaar en ambtgenoot E. II. Mutzbsbecker (3) van hem getiiigd
e , t. w . , dal toeu hij Groningen vaarwel zeide, om nog een jaar aan de Iloogesebool te Ilelms
l a d door tc brengen, hij meer kundigbeden naar Duitschland mede nam, dan vele anderen
v a n daar terug brengen. Van Ilelinstad \\edergekeerd, i^erd hij in 1762, alzoo onmiddelÜjk,
t e ilonnikendam als Evangelisch Liithersch Predikant beroepen, welke standplaats hij in 1765
met die van Alkmaar verwisselde. In 1769 koos hem de Lulhersche Gemeente van den Haag
lot haar leeraar, in welke slad bij vertoefde tot in 1774, wanneer bij naar Amsterdam beroep
e n werd en zijn ambt waarnam tot aan zijn overlijden in 1783 (i). Ilij b a d , volgens de get
i i i g e n i s zijner lijdgenooten, als leeraar groote verdien.steai en .schijnt zieh dan ook meer le
b e b b e n toegelcgd op bei vervnllen zijner ambtspl ichten, dan op het venverven van roem in
( ' ) Jijfri., 1783, 11. 903.
(S) ^«.,11. 12G2.
( » ) Vitgcgcvcntc Anist., 1-83.
(<) Zie over lipin Jìoet:. der Gtì. iVnild, Maori 1/S3; Bißnge» M de GfKhiedmh ilcr Etangeìisch-Lulhmchf Kfrk in
lie Ked'rloudrn. Tfnamfhl >hor J. C. ScimiÄ Jacoui m T. J. Domki.a NcEifWESiifis, Utro«1it, 18< I , riJ' sluk.
d e
d e geleerde wereld. Rij de Liitherscben werd hij voor cen der welsprekcndste redenaars van
z i j n e n lijd gehoiiden, hoewel ziju stiji wel wat omslachtig was. Weinig meer bestaat er dau
ook van bem in dni k bui ten de Lijkrede op lijn amhlgenoot Jas Muldbr, Amst. 1776, in 4». ('),
e n een Feeslrede, bij gelcgenheid van het bonderdjarig bestaan van bet (Lutberscbe) Weeshuis
le Amsterdam in 1778 (=).
SHH. P1 a a t LVI.
0 ( ) het i r l i j d e n van J.
P r e d i k a n t te
19 April 1783.
c h 1) e i m a o , E v a n g e l i s c h
' d a m . 9 A p r i l 1783.
L u t b
roor:!jdc. Als van den lautsten penning, n". 5^7, «aariiit hlijkl, dat de medaljeur I. 31
twee vliegen in een klap ving,
Kcer:ijde. Gelijk aan die van den vorigen penning, maar met de inseriplie:
I O ] f - { A N N i : s ) I)IEl)-(liKI<M.s)
T) Ii 1 A N.
V-{>:RI,i) D'(ivixi) M-(IMSTI:K)
/ E T ( A T J ; ) LI- OB(IIT) TX Ar]l-(ir.ts)
M D C C L X X X T I T '
Jon AN niEDERIKDEIMAN, BEDIEN AAR BBS GOBEE LUKEN IFOORDS, TN (AJAHTGEN
OUnERBO^r OVERLEBKN BEN !) APRin 17s;i,
i wapenschild op den mi r ten-en pahnlak rüstende, gedecld, goud, met
n naturel, en zilver, met een sler van ... en chef en een hart van
Daaronder Di;ni.'
eeu lialven arend
e n poinle.
JoHAH Diedrich Deijian \vcrd den O'"'" Apri l 1732 le Ilage in Ooslfricsland geboren. Hij .stud
e e r d e Ic Halle ondcr den vermaarden Seiu.er en kivam van daar als Iloogduilsch proponent
i n Nederland. In 175S werd hij beroepen bij de E va n g e 1 i.sc h-Lii I b e r s c h e Gemeente te Zierikzee
(»), van daar in 1759 naar Zwolle, waur hij naauwelijks een half j a a r bleef, devjjl hij
r e e d s op den Mei 1700 zijn bediening tc Utrecht aanvaardde Iiier bleef hij toi in
1 7 7 9 , .toen bij naar Amsterdam verlrok en er de gemeente als leeraar sticblle, lot dal hem op
9 April 178;i, diis nog geen maand na zijn amhlgeooot Vorstius , de dood aan haar orilrukle.
Reeds de kerkrede , waarmede bij le Zierikzee , op 2t) Ortober 175S, zijn loopbaan intrad, verwierf
bem een roem, te grooter, naar mate men van hem, den vreemdeling, minder verw
a e b l e n kon ten opzichle van Kederduitsche kanselwelsprekendiicid. Dien verworven roem
bleef hij later bandhaven, en algemeen achtle men hem niet alleen als een fiksub
ti sierlijk
p r e d i k e r , maar ook als een man van uilgebreide kennis, echt liberalen geest en j
l e s t a n l s c h e rigting. Vooral sebreef men hem de Verdienste loe, door zijn opgeklanrde denkh
e e l d e n als kalecbeet, welke hij ontwikkelde in zijn Katechetieche aanleiding tot de hnni,
der ChrieteUJkB her, in de Onderwijzin^ des Hh-yuchen tot gelukzoligheid («). en d'oor den invloed,
d i e n hij oefende, het onder«ijs in de godsdienst tc bebben lo.sgemaakt van de banden eener
schoolsche godgeleerdbeid. Van diezelfde klaarbcid, aan eenvoud en zaakrijkheid gepaard
g a v e n ook zijne preiken en zijne werkjes van nnderwijs liel voorbeeld
en veel bracht hij
, i>i.
I. 27S.
'1- 235. Over zljii ni1)uni cii sprcuk ,
( ' ) Zijn afsclididsrctle, aWnai-op 30 Scptmlicr 1759 pchouden, had tot tekst Jss. XXXIX
U. 200.
(<) llij deed oldsar zijne iiitrc.ie inet crn lecrrcdc over Ihnde!. XV
stprdani den 24"" April 1768 den Ked. iirrc., XXIV. bl. 135, In
Ked. Ucrc. XXXII. U. Oü, IC9,en lieroepen den 11^'« l'cl.niorii 1779, !
( ' ) llet w-crkje belcefde .1 ilrnkkcn. Zie lì.Jdras^n cm.. van'jAcoßi «
do Geschitdems der ChristeUJie Kn-i in tafireetm, AiDSt-, 1B19, V. bl. 122. lirt
licm uitgcgcvcn wcrkje, geliteld: Dejm.\xs A'a«. aanl. tot de tenaiadfr Chr. h-re,
d^r^cijzmgc in M rhrisle»dom, 10 1)1., wanrva.i de 2'!= ilri.k iii 1772 tc Vtreclit verseli
I, 21. ZiiNtd.Merc.. 1770
•prgplijk over zijn preiiken op Ijcrocp te Am
1772 verd hij aldaar up eeii zestal gebriicht
c.,XLVI. U. Ì9.
uitbrciding von oen vrocger door
<« leerlhyer, iy rf, r^ondelimje o«.