:1 |1i
II
N
Sicco vas »er Wovde , geboren le Harlingen, volgens den penning, den 17 Maart 1731, wcrd
den 29 November 1775 Doctor in de regten le Franeker, na bei verdedigen eener dissertatie <!<•
FolantaU in criminalibus (1). De bckendc C. L. vas Beyha , Jou. Ab. Nodf.l en nog anderen
bezongen die promolie in Latijuscbe 7crzen; R. Coophass noemde in een NederduiUch gedielit
den gepromovcerde » zijn waarde vriend" eo »begaafden jongeling." 't Blijkt ook, dal bij
Lalijnscbe verzen verTaardigde (2). Reeds op den 24 October 1779 brak de dood de loopbaan
des vcelbeloTenden af. De dichter Jac. A. Backer wijdde op S Norember daaraanvolgende
zijnen stadgenoot een berinneringsdichl (').
5 4 . » . Plaat LI. 1779.
P r i j s p e n n i n g r a n b e t S c h u 11 e r s g e z e 1 s c h a p t e Ams terdam.
Four- en Keerzijde leveren nagenoeg dezelfde voorstellingen als op den prijspenuing van
1771, onder 456 bescbreven. Ilet verscbil is, dat op de voorzijde de -vvoorden
P E G ARIS ET (PGCIS)
VOOR ALTARliN EN lUARDSTEBEN.
op bet vaandel te lezen zijn, de schictscbijf aan den voel der obelisk door een wapen.schildje
(waarin een opgeheven gewapeade arm) is vervangen, de letter B ontbreekt en de afsnede bet
jaartal MDCCLXXIX draagt.
Op de Keersijde leest men den naam de.s graveurs:
D. UEYER F.lsoii)
De adelaar boudl ook op dezen penning den kop zijwaarts gewend.
546. Plaat LI. 1779.
Op h e r u g k e e r c r
t o t d e
. A d r i a a n "Wi t t e B l o e m e u d a a l ,
m s c b - K a t h o l i j k e Kerk.
Voortijde. Een bergachtig landscbap, gedeeltelijk met bosseben bedekt en van een rivier
doorsneden, en waarin een kudde schapen graast. Het Alziend Oog beslraalt den Goeden
Herder, die op den voorgroad het afgedwaalde schaap op zijne schouder.s lorscbt en naar de
kudde terug Toert (Ldkas XV : 4—7).
I n de a f s n e d e :
C O N G t t A T U L E
MUK
I f l J WENSCHKN {U) OELUK.
Keerzijde. Een krans , waarin :
llEV.(EitENDÜs) ADM(ODUil)
D0M.(rNU8) AC. MAGIST(EII)
A D l l I A N U S . WITTEllT
A. BLOEMENDAAL
E C C L E S . ( i a e ) IIOM.(axo) CATI-I(OI
R E C O N C I L T A T U S
C I O I O C C L X X I X
CAE)
(1) Franejutra'', 1775, «imil GtiL. Coi-mn.
(») Ilet (Iraagt tot opscUrift: Viro Clor, et Con^. Eliaf Wigeri. Jur. Vir. i^t prax^. in iü. Friiiorum A
orÄimrio quum primum tcipln capuierft ad .lirm III JuM î;71. Francq. apud GuiL. Covlos, 177i.
(i) Te vindcn in lijn Preetz vcn DMlUe^nd,^ ilcsflhg^n, Iloorn, 1781 , 1.1. 203-213. Vcrgel. .le» , I]
345 ; VI. b!. 388,
: .Ii
J)E ZEEIi- EERIFA/IRBE HEER EN IIEESTER ADRIAAN WITTERT VAN BLOEMENDAAL
MET DE ROOmCIl-KATIIOLUKE KERK VMRZOEND 1770.
De terugkeer van iemand uil den deftigen stand tot een vroeger verlaten Form ran belijdenis
was hier te lande een feit, zeldzaam genoeg om het, door bei slaan ran een penning,
aan de vergetelbeid te onttrekken. Of Adriaax Wi t t e r t een brocder of bloedrerwant was raii
Jonkvrouwe Geeiitruida Maria Wi t t e r t (zie n°. 534), dürren wij niet beslissen; zeker i.s het,
dat bij in Junij 1796 bij de Nationale Vergadcring een gescbrift inleverde, ten tilel roerende:
lets Over het stcmreijt der Joden ter voorlichting van viijne Land- en Stadgenootcn, nader ter
overweging voorgedraijen aan de nationale vertegenwoordiging. »Bij dit stuk werd beloogd", zogt
ViTTRinGA, {Gedenhickriften, II.) »dat., tcrwijl de regten van den mensch en biirger erkend
»waren, bet voortdurend weigeren ran hei stemregt aan de Joden, niel slrookte mel de be-
» ginseien ran gelijkheid, rrijheid en broederschap, noch met de natuurlijke zedckiinde, j a
»zelfs niet met eene gezonde staatkunde en der Cbristeneu geopenbaarden Godsdicnsl."
lg ran het H. Sac
d e n Bisschop Ce
t des Vormsel s le II u i s
r a n c a d o r o , Junij 1780.
Voorzijde. De Bis.scbop Graaf Bra^caboro is mel zijn bisschopsslaf onder een rerhemelte
bij een tafel gezeten en legt de banden op het hoofd van een roor hem geknield persoon. Op
een der trappen ran den zelel leest men den naam des graveurs I- M- Lageuatî.
On a n d :
B O E N LEIDE ZY DE I I A N D E op I1ENLIED: (EN) EN ZY ONTr:(iNOEN)
DEw I I : G E E S T . II AND; (ELINOEN) 8. V.{ERS) 17.
Keerzijde. Onder <
leest men:
L gekroonden vogel, met een zwaard en scepter in zijne klaauwen,
Iii
VOI.OENDE DAGEN
DER MAAND lüNY
1 7 8 0.
In bei jaar 1792 rinden wij den Graaf Cezar Brascaboro , loen Aartsbisschop van Msib6 en
Superior der Ilolland.sche Lending in de Nederlanden, met hetzelfdc doel terug. Wij bebben
geene sporon geronden rau zijn verblijf le Huis.sen en gelooven dus niel, dal dit zooreel opspraak
verwekte als zijn later bezoek te veeg bragt, gelijk wij dit te zijner plaatse hopen te
vermelden.
548. Plaat LI. 1780.
Op bei v e r b on d tot g e w a p e n d c n e i
m a r k e n , Zweden en d e V
l i t e i t lusschen Rusland, Denc-
B i i i g d e Nederlanden.
Voorzijde. Ilet wapen van Rusland, door een keten verbanden met die van Deneviarhen,
Zweden en de Fereenigde Nederlanden. Een gewapende arm houdt ze omhoog.
Om