I >1
A
I' » ' S ji 1,
i l l
F "
3 '
Í '
-,
• 5 1 i
April (i); tc Rotterdam den 24«<='> April (2): te Goes den 26^'''" April 1786 (s). Ook nog audere
meer blijveiide bewijzeu van deelneming aau de gebeurtenis zijn ToorhandcQ (»).
« 3 » , G30 , 031. Plaal LXII. 1785.
e d s c h o ' s H e r t o g e n b o s c h .
029. — De dubbelo penning. — Foorsijde. De vri jheid, gezeten op en lusschen eeu hoop
oudc boeken, charters en rollen, van welke zij er een met de recliterhand opneemt, lerwijl
d e linker er liaar .speer tusschcn vast heeht. Op de geschriften lecst men: PRIVILEGIEN,
BLYDE INKOMSTEN, GlLDEKAAllT, CAPITULATIE.
O m den rand:
M E r i RMAT A PTRMIOllA.
TU ZEKMliDBR GEVESTIGD ALS IK GEVESTIGD BEN.
l a de afsnede:
M D COL XXXV.
T - V • ( i ^ ) B ( B K C K i i )
heersijde. 's Herlogenbosch van de zuidzijde. Rovcn dc stad haar wapen, schiiins liggende
o p ceu wölk.
O m den rand op een lint:
S I SENATUS POPULO ET I'OPULUS SENÄTUI UTEEQUE PELIX.
LYDIEN BE li A AD VOOR IIET VOLK EN If ET FOLK FOOIÌ DEN BAAD IS, ZIJN
BEIDEN GELUKKIG (5 ) .
G30. — De enkele penning. («) — Fùorzijde. Dozeìfde voorstelling als op 629: alleen heeft
d e vrj jhel d niet alleen bei hoofd, als op de vorige, maar ook het onderlijf naar de perkamenten
g e k e e r d , en voigen de titels van deze laatste in deze orde: PRIVILEGIEN, BLYDE INKOMSTEN,
GILDE KAART, CAPITULATIE; en het lettermerk des graveurs oatbreekt.
Keerzijde. Dezelfde voorstelling als op n°. 629.
631. — Enkele penning. — Foorzijde. Dezelfde voorstelling als op n°. 629, behalve datde
Vrijheid het hoofd andor.som gewend heeft (7) en dat de titels aldusgesleld zijn: G1LDEK\ART
PRIVILEGIEN, BLYDE INKOMSTEN, CAPITCL.\SIE (sic). Vermoedelijk hebben wij hier met
d e oorspronkclijke teekening te doen en zal deze of gene critieus, door aanmerking Ic maken
Socirifit Concordia, ì m ì w t ì H'ne (U e s : ffroiv) qf6cel,li«g va,, d, iUumim/ie « i / d^zflft d^ccratie, U t r e c h t , I78C. 27blz.
Voor LffUitardm, zie Nnl. Jaarb., 1786, bl, 265.
( ' ) BnchrijrUig dcr pUfflige neriuff w » s^'-'^mcAl wiond me! Frankrijk bmifn Ziérìk:,e. Z i e r iki e e , bij P. O.
V A N D t N TIIBOON, 1786. Zie b e n e i i c n , dcn p e i i n i n g Gf3. TafereeUn., bl. 37—39,
(«) Taffrfdm, bl. 30—16, c n dcn p e u n i i i g n ° . G4t.
( > ) , b l . 4 6 - ^ 9 .
{ • ) Als b . V. d c O d f , bi j d i e g e l c g e n b c i d v m a a r d i g d d o o r M r . Rhvnvis Feith , c i i i n F r a i i s e h p r o z a v c m a l d , A m « . , 1780 ;
d c P laat o p d e a l l i a n t i e , m e t c o n g e d i e l i t : 7 BataqfiKhe tol/c, 4 ° . ( « .Vi . Aliai Van Voorst, 8 2 1 ) .
( 5 ) Zie Pauer, n". 7 8 , 1)1.31.
( • ) Zio Pai.kr, n«. 7 9 , bl, 31.
( i ) Zie P A L i i i a , « « . 80. Bij Van OnoE-., o p PI, XXI. n ° . 28 a f g c b e c l d e n W. t O i , d o d i m i n . l a a uwk c u r i g , beschrevon,
op
op de bijzonderheid , dat de Vrijheid het gelaal en 'llijf van de perkamenten afkeerde, annleiding
gegeven hebben tot de veranderde voorsleäling op n°. 629, waar 'thoofd, en op n°. 030,
waar ook het onderlijf naar die onsehalbare papieren werd toegewend; door welk eeu en ander
het edele der figuur niet gewonnen heeft. Deze penning is alzoo weder ecn bewijs, hoe geveiaHijk
het is, ter wille zelfs van een gegronde kritiek, in bei voortbrengsel van de oorspronkehjkc
gedachte eens kwnstenaars veranderingen aan tc brengen van cenig gewicht.
Keerzijde als die van n". 630.
Wij hebben op 'tjaar 1776 bl. 95 onder n". 507 en 508 de prescntie-penningen afgcbeeld,
op last der Regering van 'sHertogcnbosch geslagen om aan hare ledeu, zoo dikwerf die op
' t S t a d h i i i s ter Raadsvergadering opkwamen, te worden uitgereikt. Die penningen waren tevens
een hulde, gebracht aan Lodewijk Erxst, Hertog van Brunswijk-lFolfcnhittel, en toen vijfcn
twintig jaren Bevelhebber der vesting. Maar de tijden waren .sedert veranderd: geheel andere
begrippen hadden bij Regenten en gcregeerden wortel geschoten: de Hertog had , vooral
sedcrt de ontdekking der hekende Akte van Consulentschap, aan de heftigste a anva l l e n zelfs van
anders weinig overeenstemmende partijen bloot gestaan en in 1784 het land moeten ruimen(i).
Geen wonder, dat de Overheden van den Bosch de nog bestaande penningen als uitgedienden
beschouwden en dal ter raadsvergadering van 23 November 1785 besloten werd, er nieuwe te
v e r v a a r d i g e n , met welken arbeid men Theodoor v a x Bebgk.el, Graveur Generaal van Z. K. en
K. Majesteils munt in de Nederlanden bela.stle, die den 22'i™ 3Iei 1786daarmede gereed was (-').
Een krachtig bewijs leveren de geheeie voorstelling en het omscbrift op de voorzijdc van den
p e n n m g , hoe er ook bij de Regenten van den Bo.sch een nieuwe geest was onlwaakt. Staals-
Brahant was een wingewest, dat geen stem had ter Generaliteit, en al had 's Her logenbosch bij
de Capitiilatie van 14 September 1629, zijn oude ¡>rii>ilegiert, blijde inkomiten cn gildekatirlen
b e h o u d e n , j a bekrachtigd gezien,(3) loch was het geen wonder, dat men er gaarne begrippen
in de band werkte, die leiden konden tot ecn verandering in de bestaande orde van zaken
en tot het mede verwerven van die rechten en dat gezag, waar men thans nog was buitengosloten.
Bij voorraad echter vergenoegde men zieh te strijden voor de bestaande privilegign
cn plaatselijke belangen, en het was daarover, dat juist in den aanvang van 't jaar 1786 een
strijd voorviel, die gewis niet zonder invloed «as bij 't bopalen wat de nieuwe penning zou
moeten voorstellen. De Magi.slraat van 's Ilertogenhosch had namelijk verlangd , dat bij den
Baad van Brabaut, tot bediening der Justitie, niemand, 'tzij als Raadsheer, 't zij als Fiskaal,
Procureur-Generaal of Griflier zou \Norden aangesield, dan die in dat genest geboren, woonachtig
en gegoed was; voorts, dat evenzeer Hoog- en Kwartier-schoulen Noordbrahanders
moesten zijn, en elk hunacr gebouden zijn ambt persoonüjk waar te nemen. Nu had op den
17deu Januarij 1786 de meerderheid der Staten, niet den Brabander Docker Curtiüs , l«eeden
Pensionaris van den Bosch, maar Mr. II. J. Wi t t e Tullwgii, Advokaal-Fiskaa! cn Procureur
Generaal van den Rade en Leenhove van Brabant en Ovetmaze benoemd, wat niet
alleen aanleiding tot veel geschrijf gaf (•>•), maar ook wellicht tot de gronden van beklag bch
o o r d e , legen welke de Regering op haar penningen prote.st meende te moeten aanteekenen.
Tot in 'tjaar 1793 nu werden die penningen gehrnikt, niet enkel als prosentiegelden,
maar ook som«ijlen tot helooning van stads«ege. Zoo werden zij in Januarij 1788 in gond of
in zilver, ter dubbele of enkele zwaarte, geschonken aau de Koionellen. Majoors, Omcicren ,
Onderofficieren en Gemeenen van het eerste Regiment Ilollandsche Garden, en van het tweede
Regiment Oranje-Nassau, in garnizoen te 's Hertogenbosch (5).
« (2),
( ' ) Volgens dc g c d r u k t o u i t l cgßing v a n d e n p e n n i n g ; \ c rg. ^•ed.Jaari... 1 7 8 G , bl. 7 4 7 | IV«/. IM. 1
( S ) Vad. llisi. l'er., X I . b l . 144—116,
( « ) AM., XI. b l . 1 5 0—1 5 6 ; .\>d. Ja„ri., 1 7 8 6 , b l . 3 1 , 123, 225 enz.
(») Séd. Jaarb., 1 7 8 8 , bl. 117. Palibr z egt , W. 31: . i n bct arcl.ief der slad Ircft m o n cci
1 8 . 4 Kielitjcs."
032.