• i f ï l î
li
i i i I .
M O Î Î E T / E GELRIC^
E T , ZVÏPRANIEXSIS
I V D I C I O I V PACTO
C V D I , CVRAVIT
C. G. NOVISADI
1 7 7 6
KA DE MUNT VAK GELBERLAND EN ZUTPHEN FOOR DE VIERDEMAAL ONDERZOCST
TE llEliBEN, JÍEEFT C. C. NOVISADI DEZEN QEDENKPENNING
DOEN SLAAN. 1776.
Vergelijk hoveii, 457, bl. 47.
5 i a . PI a a l XLVII. 1776.
n - b r u i î o f t s - p e n n i i
E l i s a b e t h Bi i d o n
e r a r d Daniel Denick en An
A u g u s t u s 1776.
roorzijde. De Dankbaarlieid, knielende roor een yersierd allaar, in hetwelk een slangeroud
om het cijfer XXV gcbeiteld is, en waarboven meii twec flammende harten ziet. Een wierookvat
en vruchten zijn voor liaar roelen geplaatst; achter haar bevinden zieh cen eikestruik en
een anker, naast iiet altaar een ooijevaar.
O m den rand:
G E R A R D DANIEL DEXICK EN ANNA ELISABETH BISDOM.
I n de afsnede:
TN DEN ECHT VEREEND
D E N XXXI AUG.(i;siüs)
M D COLI.
V.(AH) BERCKEL F.(ÍCII)
1 BISDOU; achter het eerste een bundelbijl,Keerzijde. De "wapens van DEMCK I zinnebeeld
der burgemeeslerlijke >vaardighe)d.
DEMCK: gekwartiicerd: 1 en 4 van keel, met drie baikenvan zilver, waartusschen drie sierren
van zilver (2—1) ; 2 en 3 doorsneden ; bovcn van lazuur, met 2 sierren van zilver uevens
elkander; beneden van keel, met een yeonie-bloem (naturel).
BISDOM : doorsneden : boven van goud ; beneden gegrond met een weide (naturel), met drie
loopende vogels (naturel).
D p he
HEU,
e l d
B E W Ä A H E N ,
I I E M BRENGEN WY TOOU ZÏME
TKOON
D a a r o i i d e r in
G F . V I E H T SPIF.
a f s n e d e
osH(oi;)'i
Mr. GEBARD D.VKIEL DESIRE, bekleedde belaiigrijke ambten genoeg, om het opnemen in deze
verzameling van den penuing, ter gelegeuheid zijner zilveren bruiloft geslagea, te wettigen.
In 1751 gehuwd met ASXI ELI.SADETU, dochter van Mr. J.ÌCOB BrsDOM, Raad en .\dvokaal-I'"iskaal
(1744—1762) van het Collegie der Admiraliteit van de .Maze, werd hij in 1748 aan zijn
schoonvader in gemeide bediening toegevoegd en volgde hij dezen op (i). Op 20 Mei 1766 wer d
hij tot Burgemeester van Rotterdam gekozen (s), welk ambt hij voorts in 1772, 1773,1776,1777
cu 1780 bekleedde. In 1775 was hij Boonheer van Rotterdam (3). In Mei 1777 commilteerden
hem de Slaten van Holland en Westfrie.sland, bij verkiezing van den Erfsladhouder, in het Collegie
van Commi s sari ¡5 sen der Posterijen in liun gewest.
Even als G. D. DÈMICK zijn schoonvader was opgevolgd, werd hij op zijne beiirt, in 1780,
opgevolgd door zijn zwager Mr. DIBK RUDOLF WUCKERUELB BISDOM (*) {sedert 1762 tweede
Equipagiemee-ster bij het Collegie der Admiraliteit van de Maze). Het ambt van Advocaat-
Fiskaal bleef alzoo erfelijk in de familie, toi in 1787, wanneer BISDOM zijn ontslag verzocbt.
DÏJSICK schijnt in 1780 overleden of althans buiten alle bediening gebleven te zijn. Na 1780
hebben wij hem in de Nederl. Jaerhocken niet weder ontmoet.
T e r geheuge
l'laat XLVII. 1776.
n e n en w a t e r vi o e d e u 20 en 21 N o v emb e r 1776.
Fooi-:ijde. Een strandgezigt, met verbnjzelde .sehepen ; op d
koopwarcti.
•groml aangespoelde
Om d e n rand:
T E R GEIIEUÜENIS DF.R STORM EN WATERVLOEl)
(en, op een zijwaarl.s geplaalst nuiiirtje):
OP DEN ;iO & ¿1 NOV:(EMBKI[) 177(!.
Keerzijde. (Volgens de gcdrukte verklaring.) De standvaslige Getrouwigheid, als eene Maagd
afgebeeld. Zij rust legen eene zuil, van wier voet eenige papieren afhangen, om de gescliriften
aan te duiden, die over dit voorval waren in het licht gegeven. Zij vertreedt eene slang,
ten teeken, dal door haar alles is te verwinnen. Voor haar ziet men een waakzamen hond,
als zinnebeeld dertromv; in haar haiid heeft zij den tak van. vrede en haar oogen zijn gevestigd
op een liemeilicht, dal haar bestraalt, eu waarop het omschrift zinspeelt.
I n den onderrand leest men:
P A X DIEBVS XOSTlllfS.
OyZEN lUGEN FREDE.
I. JL. LAOEMAX.
( ' ) Zìe R. C. BAKHCUEN VAN DEN BmxK, Orerzigi ran 'ìR^jkt Archief, bl. 131 volgg.
( ' ) Zie Stderl. JaerO., 1766, bl. 617.
( ' ) Zie Sideri. J«erì.,(l772), W. 425, 551 ; (1773), bl. 454; (1775), bl. 483; (1775), bl. 483; (1776), bl. 492- (1777Ì
bl. 735; (1780). bl. 413. " • v " ' A
(*) Verg. Mr. C. L. ViraiKGA, G€d»,i!chriß, II. bl. 42 (I). Zie over hem (namdijk Mr. D. R. "WijcKimHei.p BISDOM)
VAN DER AA, Biosr. n-o->râé„ioék, II. 2. bl. 5Û6-569 ; DE JONGB, Gotch. van M Kfdfri. Zencéz^n. IV. 2, bl. 597 698
(1), (2), 603 ( l ) j Airf. Jff^rä., I787 ,b1. .Wia-SaiR.
II. OLT