
' i
if
!r
U
¡.i't'M
O m d e n rand:
fiEATíA BET OJINK BONUM.
A/, HET (lOEDB KOMT VAN GOT).
ID de afsnede:
i r r i s a .
z i j n d e rfe da^ van hel feest, als de keprzijde aanduidt.
Keevzijih.
HCÜTÍCUS Van UeTwerñen
F.itrií) M.'init'r) AviÜ'.ff Marni)
Ilenärina Gecrt
de Br,ÍÍH.
C p u j u g ( o 8 ) XXV An
ida
Ifenrícus t 1 Ren-erden, Bedienaar des Goddelißen mordi te Amíerdaii, en Ilendrina GeeriruUla
de Bmin, echte lieden sedert 35 jaren.
1 VAK HER-WERDE^T is reeds door ons
1 lazuur , met drie, links zwem-
Hoven dit opschrift prijken hun wapenschilden; dat v
o n d e r ii®. 493, hi. 48, beschreven; dat van UE BRVIK, is
m e n d e , boven elkander peplaatste bruinvisschen van goud.
ILESRICRS VAH HERWERBE, was ecn zooa van CLABWUS HE5DRIK VA:, en HE^DMSA
VAK BEVEBES, van \vie «ij op de zoo even vermelde plaats gewaagden. Ilij word den 23--'-"
December 1731 le Amsterdam geboren. studeerde eerst te Leyden, biizoader onder de leiding
v a n den beroemden J. J. SGUULTESS , verdedigde aldaar een Dts.erlalio phUologica cxhibau
specimen obiercalionum ad >juaedain Fcleris TeHamenti loca, en bezoclit daarna de Ilooffe
School van Utrecht. Den No v emb e r 1775 v e r d hij ais leeraar der Ilervormde Gemeente
te Tbamen aan den Uithoorn bevestigd (i). Den October 17C4 te Zalt-Bommel bevoepen
d e e d hij aldaar zijn intrede op den December 1764 (2), en nog geen t^vce j a r e n later, op
2G October 17CG te Zutfeji (3). Van daar riep men hem te Amsterdam den Julij I773' (4)
» G r o o t , " zegt GLASIUS, »was de opgang, dieu hij aldaar als op zijne vorige standplaatseu
m a a k t e , en biiitengewoon de toevloed lot die kerkcn , in welke hij den kansel betrad. Zeer
v e l c n hoorden hem met bet iiiterste genoegea en zijn aandenken is te Amsterdam nos HSSS)
n i e l iiitgewisclit." ° '
De/.c laatste bijzonderheid is le opmerkci i jker, dewijlVAS IIERWERDES niet tot aan zijn dood
i n bediening bleef, maar in 1790 van zijn ambt werd ontslagcn, omdat hij eigerde, dea
eed af te leggea, door liet toeamalig Bewind gevorderd. Zoo aiet moer vaa dea kaasel, hij
bleef echter, ofschooa door voortdurend lichaamslijdea gekweld, ten belioeve vaa zijue gem
e e n l e en van velen daar buiten, werkzaam met de pen, tot dat hij in 1805 te Haarlem
o v e r l e e d (2).
Vaa zijne baud zija de aavolgeade boekwerken:
'ilieUands tcrioekinyen in de wocHijn, Amst., 1787 («); Gesc/.icdem» van den slaa/der
rcehlheid en val onzer eerste Ouderm, Amsl., 1786 (7); en vooral zijn lijvig werk Over /„•(
(1) n. CLAS.VS, Coisel. Xcdfrland, 1853. bl. 87, 00k vgur lictgeeii »olgt.
(») ¡¡wkzaal, 1704, 11. 492 en 719.
( ' ) ^W., 1?66, bl. 60t, 003.
AM., 1773, bl. 181; KOK , III. bt. 151.
( ' ) .iW., January 1800. 1.1, 01.
. ^ / f f . larf. /.,//., I. U. 270! nofi.-aal, 1786, bl. 137, U5, 270.
( O 2Í0ÍÍ.-M/. i;fl8, II. bl. 147-13 fad. Lfll.. 1788; til. bl. 1
Eeangelie van Joannes, dat in de jaren 1797—1802, in zes deelcn, te Amsterdam het licht zag,
v a n welken exegetischen arbeid getuigd wordt, dat die, ofschooa van geeae te groote uitv
o e r i g b e i d vrij le p lei ten, loch aan 'smans tijdgeaoolea vaa grooten dieast was (i).
P E N N I N G E N OP DE BüRGERWAPENING.
Uit de versebillende, meest vriichtelooze petitien, die de Erfstadhouder WILLEM V, kort
v ö ö r dca aanvang van den oorlog mct Engelaad, bij de Stalen-Geaeraal bad iagediead tot het
t o e s t a a a van geldea 1er versterkiag van de Landmacht , was voor elken onpartijdige overtuig
e n d gebleken, boe treurig het bier te lande daarmede gesteld was. Van dien toestand was
een langdnrige vrede de oorzaak. Men wilde zieh uit de weelderige rust , die men, bij ' t genot
v a a een overvloed als zelden ergens gekend wa.s geweest , smaakte, door geen s c b r i k b e e l d e a vaa
oorlog laten wakker scbndden, en liever bleef men bei 00g gesloten b anden, dan de kaa.s te
l o o p e a van een mia welkome wezenlijkheid te moeten aanschouwen. Wog treuriger dan met
d e bezoldigde troepen was het gesteld met de Schutterijen, ofschooa de opricbting en ins
t a a d b o u d i a g daarvaa bij d e Unie van Utrecht bevolen was (2). Sedert dat in 1673 de bodem
d e z e r landea door dea vijand onlrnimd wa r e n zij nog voor dea vorm blijven beslaan en
d e d e n hier en daar brand- en nacbtwachtdiensteu (3); maar er bestond, noch in de Steden,
noch ten platten laade, eenig ücbaam, voldoend.e geiirganiseerd en geöefead om, in geval vaa
n o o d , de rust vaa bianen te verzekeren, cu een aaaval, die van buiten kwam, af le weerea
e e n i g licbaam, hoedanig een klein volk, door machtige nabnren omringd, volstrekt behoeft,
wil het niet een zijner eerste pl ichten, zelfbehoud, verzaken en zijn alleen daardoor mogelijke
o n a f h a n k e l i j k h e i d moedwillig verspelen.
De Noord-Kederlanders hovendien waren van ouds her te vee! lieden van zakea, ea te veel
o p huiselijk gemak gesteld, om den wapenhandel uit vrijea wil lief te hebben en daarvoor
h u n tijd, hun geld, hun bezigheden op le offeren; en de zucht naar krijgsroem of de stem
der eer, 200 ais de Franschman dit laatste woord verstaat, heeft zelden of ooit ben aanges
p o o r d hun leven prijs le geven. Ea toch bieden ons de jaren 1783-1787 bei ongewone
s c h o n w s p e l aan, dat oud en jong te wapen saelt, ea het laad zieh overdekt met schutterijea
e n vrijkorpsen, die als paddestoelen allenlwege opschietea. En wie zelf het geweer aiet kaa
o p v a t f e a , gnjsaard, vrouw, of schoolknaap, brengt, ler beslrijding der kosten van wapening,
zijn gave op het outer des vaderlaads. Patriot of Prinsgezinde , niemand blijft achler ; want
d e schok, door den eenen gegevea, wekl den anderen op tot handelen eer bij overvleugeld
worde. "VVat de Patriot met zijn vrijkovps bewerkea wil, dat t racht , in plaatsea, waar verscbil
van politieke denk-wijze heerscht — ea waar beerscht die niet? — de Prinsgezinde legen
le werken door middel der herlevende SchiUter!,jm. Wie door kracht van wapeaen de
macht bekomea of behouden zal, ziedaar de hoofdvraag bij al len, zoo i n de sieden als len
p l a t t e n lande. Bij sommigea möge lot de ^^apening een edeler doel bestaaa of voorgewend
w o r d e n , als b. v. de zucht om legen een aanval van Engeland of, later, legen de heerschz
ü c h t i g e plannen van JOZEP II gedekt te zijn; bij de meesten is het doel, 't zij men er AL dan
n i e t voor uitkome, verzekering van bet gezag aan de part i j , waartoe men behoort (*). Een
Deel I (1797), zie Fad. i i » . . 1797, bl. 457 ; II. aid., 1798 , bl. 50; III. aid., 1799, bl. 48 ; IV. aid.. 1801,
VI. aid., bl. 308 eil 401. De schrijver drocg bei werk, met cene voorrcde, die liem geUeel kenschetsle, op
(>) •
pend m.
Amsterdam.
. VIII. Vergel. P. PAUIUB, rerilaari«g da' Cnie tan Vtrecht, 11. 1.^8 en Vad. Hiii. Fer«. , V b! 102 (•)
fraaye. of zelft om br.ikbare ^apenen . sebeen men Treinig te geven. Te lloorn , b. v, wäre» de D^rytr, gewaoi,
aan Kalks <ñnd<r ein lange spijker tiak. Zic Vad. Hut. Vtn.,
d bruikbare
n bloote piek, oí, bij gebreke daarvan.
' ) Zic do RidtnrMríng ao« de Gewapende Bürgen/ in Nederiand, Utrecht, 1781 , 102 blz., kl. 8». en Ctsehenk aa
d faderlaud, of Terro/y cp ,Un Redentoering voornoemd, Utrecht, 1784, 30 bU. Over afbeeldingen der uitrustingen v,
ewapende SchuUeri.icn dierdugen, zie <le aangebaalde slukken in den ^^aKr»cher. XII. bl, 340; XIII. bl. 21, 93.