í í J
I :
' Í '
l i t " ' - '
1 -
I r t
ì l i ' - ; '
'i -
504 —
895. Plaat LXXXIV. Op den vrede yan Amiens, 27 Maart 1802.
roorzijde. Een Engel daalt met een lauwerkrans e.i een palmfak op den aardbol.
Oni den rand:
D E VUEDE VAN AMIENS GBSLOTEN DEN 27 M A A K T 1802.
K^er^Ude. Een vlan,mend en bekranst allaar, daarboven de slerke s.raien van oen Al.iend
Uog. Links z.el men een pioeg, een hoorn des oTervIoeds, een koreuschoof en een rad onder
een ^^•el,g groeienden boom; recbls hot ^eestrand . de zinnebeelden de.s handels en zeilende
schepen; voor het allaar lier, palei, lamp, muziekblad en boek.
O m den rand:
W E T E N S C I I A P & KONS T , JIANDBL & T E L D B O U W IIERLEEVBN
Deze penaing komt veelal in lood voor.
S S « . Plaat LXXXIV. .Ms Toren.
J ' ^ o r ^ . Do Engel des Lichls on des Vredes daalt, omstraald van glansen op den aardbol
neder en doel de zuarte oorlogswolken ler wedrszijde verlrekken. In de opgelieTen recbicrband
hondt l„j eea Merkuriusstaf eo onder den iinkcrarm een hoorn van ovcr.loed waaruil
bloemen nederstroomen op het gedeelte van den boi «aar men Europa leest.
L a n g s den bovenrand:
P A X AMIENSIS. (1)
rEEBE VAN AMIENS.
L a n g s den benedenrand:
X X V I I MAJITII MDCCCII,
27 MAAliT 1802.
Om (lili rand fien vervolge):
IIOFT KUNST U(Bd) HANDLUNG GI.ÜCK U.(KD) ÜB K RF L.(V8)S.
VAN FRANKRIJK EN DVITSCHUNDS VREDE HÖPEN KUNST EN ¡IANDEL , CELUK EN OVERVLüED.
8745. Vermeia bij Renesíe n«. 12733 e„ Va.v Gílder . II, n«. 2079 (tin).
Vooriijde. Borstipceia ; BIJONAPARTE COKSUL,
Ktirzijdt. Een Genius, die een hoop wapcitcn verLrandt.
Om den rand:
ZUM ANDENKEN DES FRIEDENS. UNTE HZ(E,CH«ET) Z(n) L ü N E V ILLE D(E^) 9 FEB.(«c;x.) ,801
TSR GEDACIITENIS VAN DBN VREDB. GETEEKBND JE LUNEVILLE DEN 9 FEBR 1801
Cok de n». 43, PI. XI, 44, PI. XIJI, n°. 45. PI. XV 46, PI. XVIII
n». 47, PI. X liebbcn niccr of min bebij
trekkmg tot den vrede van LuneviUe en tijn, volgens den sehrijver itrHisMr,Métal
Í " ' " op vermeid wordt, gelpovea . . j met een verwij.ing naar zijn bescUrijvinj (p lü-l?") naar de
b eM,nge„. d,e b De vrede tnsscben Franknjk en R„,land in Moi 1301, mode een voorbe-
S l p 5 P-l,n„na,ren van Lunevü.e . gaf aanloiding ,ot be. penninkje n». 397. PI. LXII der NUMre .mal,.
( ' ) Arnim beet in 'tLatijn, volgens Vcsoies . A<n6iaj,um.
Amliéiuit. Dit iMlstewil ook Cii. Dükovr, Noüce hnMgui «i. „
SociiU d» Antiquair,, dt Picardie. 2« serie III, (T. XIII) p, ÖSO.ahvaar
bfichr. in Vad. Hui. Verv. LXVIII, bU. 2U—215.
die gclcgenbeid gwlagen. Vermits
I bad dus m
It congrès d'Amiens, ,
n snijdcn Amòiaanti) of altbans
14 Aor««í. 1849, (Mm. dt la
breven en p. 73 afgebeeid. Cok
Ketr-
Keerzijde. Een zoogenaamd »sli! leren", allerlei zinnebeeiden voorslellende van wet(
schnp, kuust, landbouw, handel en scbeepvaart. Op een baal prijkt het anker der hoop.
Om den rand:
R E V I V I 8 C V N ' f
ZU IIERLEVEN.
I n de afsnede:
LAGEMAN FECIT.
A l s
§W. Pia
n. — E n g e l s c b e strooipe
LXXXIV.
i n g , 1 J u n i 1802. — Ge e l kope
Foorzijde. Een autn-da-fé van oorlogstuig: in 't midden daarvan een trommel, waarin een
degen is geslokcn, op welks gevest een duif met den vredetak zieh heeft ncdergezet. Opden
achtergrond het strand met een vat, een getuigd en een zeileud schip.
O m den rand:
P A X INTER MAGNAS GENTES.
VREDE TUSSCUEN DE GROOTE NATIEN.
Keersijde. Een Irorapet met een daarvan afhangende baaier met franjes ver.sierd en melde
woorden 29 aphil.
V e r v o l g d op den bovenrand:
P E A C E PROCLAIMED
B E T W E E N G.(r f . a ) ' ' B R I T A I N
& FRANCE
DK VREDE VERRONDIGD TUSSCIIEN GROOT-BRITTANJE EN FRANKRIJK.
E n beneden:
N A T I O N A L
T H A N K S G I V I N G
J U N E 1802.
NATIONALE DANKDAG 1 JVNI 1802.
A
S î § . Plaat LXXXV.
t e r ee
d e n J
a n den Minister Plenipotent
Voorzijde. Links gewend borstbeeld, in generaals uniform, met een ster op de bor.st. Onder
den'geknotten arm I. C. H.(ai»coci£.) (i) en daaronder: K-(e!ijpso5) &. K-(i3»os).
1 is ook tc !r b (1) Hancock te Birmtngliom. Dc ekend, Zie Nav. VII, biz. 3
Lijst u°. 118, winr do penning op liot 25iariB liuwlijk van J. Hancock en G. E. Römer wordt vermeid, gevierd 12 Mei
1803; en vooral ook Sissa, Tiidschriß nor htt Sekaakspe!, passim.
C m
11. 128