5 3 » . Plaut L. 1779.
I l e t z e l f d e onderwerp.
Voofsijde. Do Muiigd van Nederland, in zilteude hoiiding, met bijbel, vrijheidsspeer en
hocd, en het schild met de zeveu päjlen nevens haar. Zij treedt met den voel op eene haar
aangrijnzende slang. Op den Toorgrond, regis, slaat eene z.iil, ivaarop liet borslbeeld prijkt
van Wti.LEM l eil hot getalmerk CC. lu liet verschiel vertoont zieh de stad Utrecht.
I n de a f . s u e d e
M D C C L X X I X
Keerzyde In cea mirtekrans, geslolen doi
eene Her, een palm, een blad pcrkament en e
het wapen van Utrecht, dat omgeven is door
le trompet, leesl men :
T W EU DE
T E l l B E U n i N G
D E E
U T E E C I I T S C I I E ÜXIB
D O O l l
•T ÜEXOOTSCIIAP
D T J L C E S ANTE
O M X I A MFS,.E (')
In deselHc ma l , «aar in hei jaar 1579 de Unie van Dircolil ge.lolen en geleekend ,va.,
n n het groot Ai.dilorinm der Hooge Seliool, herdachf op den 29 Januarij 1779 de Hoogleeraar
PIETER BOKDAM die Unie in eene pleglige redevocring, daarna als </E/oerfcre
Tnjcctin, le Blreelil in 1779 uilgc-even (»). Ala Hoogleeraar in Iiel hurgerlijk, publiek cn
leeoregt on als Ilisloriesehrijver van Gclderland, kou liij tot die taak boven alien bevoegd en
gcrocpen worden geaoht. Uet deftig begonnen feesl \yerd op vrolijke wijze voortgezet door
miiziek, illnminatie en een avondfeestmaa!, een en ander op kosten der Studenten, lüde
kerken werd bet eeu»gelijdo door de predikauten HIJILOPES en ScHOuw herdaehl (s) Ook le
Middelburg gcschiedde zulks, en wel door den Predifcant en geschiedscbrijver A. 'SGRAVES.\
SDE, vroegcr door ons vermeid. Zijn rede werd ook later iiitgegegeven , onder den lilel:
De Uni, van Utrecht lu-rdacht in eene Kerkrede Over Psalm C X X I I I P , bejieoens eeuigegesehiedkiindigc
bijaoegselen, Middelburg, 1779 {Fad. Lett., 1780, hl. 114). Mr. RHIJ^vIS FetTH bezong
het eeuwgetijde in eeu lierzang aan het Genoolsehap voornoemd opgedragen en te Levden uitgegeven
in 1779.
540. PI; i t L. 1779.
B e g r u f e i i i s p c n n i n g op het overhjdci i van Theopbi lus Ludo
B a r b a u l d , Leernar bij de Waal sche Gcmeente le
' s G r a v e n h a g e , 9 F ebrna r i j 1779.
Foorzijde. Het r
ren; daar binnen:
- gebruikelijk ontrold gordijn met den gevlengelden zandlooper er bo-
( ' ) Dit Utreclitsch üenootsehap is ook bekcnd Ooor de Proewn van Oadhtid, Taal- <•« Dichtkunde, welke liet in 1775
cn 1782 in iwee dcclCQ in 8°., Ic Utrecht lieeft uitgegcven. Ilel was, zoo als uit de P'oorrííen Wijkt, in 1759 opgerigt.
(«) ZIc Vad. Lrít., I. 11. 448. Van de Oratio vfrsciieen een vert.ling door Mr. RÜTGKR BOND.»« , cn zij gof »anleiding
tot de YenamfUr,^ tan unuitgegntn stuktm tot ophflderhg dtr Vadirlandiche UMorit, door Mr. P. BO.S-DAM, le Utreclit
1779—1781 , in vijf deelen uilgcgeven. Zie Iiet fwriwij/ voor Deel I.
(») Mtro., XL VI. bl. 43, U; Ktd. Jaarb., 1779, 1)1. ¡02-103; Vad. Ifíst., XXVI, bl. 7; CÉBISIEB , Ceíe/i dtr
N(derl.. III. bl. 454 (over 1579); SrrABT, III. 209-261 i Val. Hist. Bf>c/,r., VI. bl. 37.
TIIEOHi;
.
T N E O P I - I - ( i i , v s ) LVDOV(IOVS)
B A E 1 3 A V L D
E C C L E S I A S T E S
L O N D l N . ( i )
A N N ( o s } NAT-(vs) LXIV
DTEM OB-(riT) IIAG.(ÄB) COM-(ii-is)
I X ' T'EBEVAE,-{ri)
C I O D C C L X X I X
TIIEO-PHILUS LOmWUK BÄTiBAÜLD, GEJiSTELUKE rAN lONBEN, OUD 64
JAREN, STIERF'TE 'SGRAVENJlAGE BEN 9 FEBBUAltU 1779.
Keerzijde. De gewone zinnebeeiden : bnven , een brandende lamp, beneden , een doodshoofd
tii.s.scben twee brandende fakkels. In het veld leesl men het vervolg van bei in.scbrift der
voorzijde, aldus:
I N ECCLES.(IA)
GALL.(ICO) BELG.(IOA) HA(I.(ANA)
P E R ANN.(OS) FERE IV.
C O N C I O N A T O R I S ,
V l G E S - EGIT.
E T IN EAD.(EJI)
XVT- D(IE) SEQVEXTI.
S E P V L T V S.
IN DE NEBERBUITSCE- WAALSCHE KERK TE 'SGRAVENHAGE NAM HIJ GEBURENDE
BUNA VIER JAREN HET PREBIKA^iBT WAAR, EN WERT) BAARIN
OP BEN 1(5 BAARAANVOLGENBEN {äag in Fehruarij) BEGRAVKN.
541. Plaat L. 1779.
E e r e p r i j s van het Genootschap Oeconomia Encbiisann,
o p g e r i g t 2 Apr i l 1779.
Foovtijde. De Maagd van Enlchuizen, kenbaar aan het wapenschild der stad — lazuur met
drie links zwcmmendc haringen, -waartusscben twee sierren, alle van zilver — op hcUvelk
zij met de liukerhand rust. Zij wijst met de regier op een omgestooten hoorn van overvloed.
Haar voelen rusten op een anker, zinnebeeld der Hoop. Bijekorven met vliegende bijen,
zinnebeeiden der Vlijt, een zandlooper en zeissen, zinnebeelden van den Tijd, zijn nevens
haar geplaalsl. Het .Mziend Oog beslraalt haar vaii boven, cn op den acblergrond is men bezig
een gevallen zuil weder op te rigten.
Boven dit wel uilgewerlct lafereel leest men op een wimpel : BIDT EN WERKT.
Ter zijde van bei %iapen, de aanvangletlers van den naam des stempelsuijdcr.s I. C. M. (').
Keerzijde. Op een w impel het woord E E R E P R Y S.
(I) Uet zijn d'voorlelters van JOKASNCS CosBAons MARHI5. Zie Dr. VAN nKR Cnus, TiidscArißrcor AhjfmenePenninghiade,
I. bl. 221. ScHLICKEYSEN, t. a. p., noeml liem een • iteinpehiiyilcr te Kleef, tussclicn de jaren 1735 cn 17i>7." Oin
alzoo de vcrvaaidiger van dezdn penning tc zijn, «ou hij nog twee-cn-twintig jaren laier luoeten gewerl« bebbcn. Dat liijinl757
uit Kleef vertrok, getuigt Dr. WAP , in de Astrta, IV. bl. 216, waar vermeid wordt, dat h'u den SJ" November van d»t jaar
als Sternpelsnijder der Provinciale Munt en Zegelkamer te Ulreebt werd bcüedigd, docb in 17C3 /.ich T\cder naar Kleef bcgaf.
Daar-
II. 33