- . ' S '
h
• m
äi'üi
?!: iA .
f l •
i r -
Fl^^ii
liij genot van zi)« hoogea rang; daar hij reeds den 8'tcn Mei 1793 te 'sGraTenbage, waar liij
veelal rertoefde, orerleed. Hij werd zonder eenige buitengewone pleehtigheid begrayeii,
op eeae wijze, »beantwoordende aaa zijne uederigheidgel i j k een lijdgenoot zieh uituildrukt.
Dat er geen gcdenkleeken op zijn graf prijkt kan niemand rerwonderen, die bed
e n k t , dat, onder de Republiek, zulk eeue onderscheidiiig alleen werd loegekend aan die
zceheldeii, die in dienst van 'I vaderland gesneuveld waren, en dut loen nog niemand op de
gedachte was gekomeii, zieh teloen een monument op te richten (i).
I n w i j d i n g d
Ams
k e r k van de Ii
d a m , 28 Augu
Foorzijde. De afbeelding
LXXVII. 1793.
S t e i d e Liithersehe Gen
IS en 1 S e p t emb e r 179
• het kerkgebouw.
O m den -r
T B M P L U M ECCLESl^] IIEST AU 11 A T ü i LUT IIEE:(ANAI¡) AMSTELO D(AIIENSIS)
GEliOUW DER IIERSTKLDE LUTHEBSCHE KERK TE AMSTERDAM.
I n de afsnede:
( J O N S ECK AT.(ÜM) 2 8 AU(J{ÜSTI)
E T I SEP'r.(Eiiinu8) 17 93
INGKWIJD OP 28 AUGUSTUS EN 1 SEPTEMBER 1793.
Keenijde. In hei midden het altuar der fVaarhdd, als zoodanig gekerimerkt door de zun ,
die er op is afgebeeld, en Over hei welk heen de Eendrackt en de Godsonichl elkaiider de
band toereiken. De laatstgemelde rust met den rechter voet op een Vierkanten .steen en boudl
in de linkerhiind een boek, wanrin le lezen slaat AÜGSB(ÜBGSRIIE) (;ONF(ESSIE) , eeu en ander
tot zinncbeeJd van hare volharding bij de oude leer (2).
O m den rand:
I ' E L I X , S1 PLETASQUE PETUNT CONCOEIMAQUE AUAS,
GELUKKia, ALS GOnSVRUCTTT EN EENDRACIIT J)E OUTEKH ZOEKEN (3),
I n de af.sncde:
V E 110 S P L E X I) O R
C 0 E U S C A S
MOOGT GIJ SCUITTEREN DOOR ¡VAREN lUlSTER.
l. M. LA0EMAN F.izcil)
( ' ) ¥. J. \VINTI;ii TKOMP, JIIR. Uir. stuileiit tc RTRECHT, g.IF ccn /.itr:aiig öij W a/iUnen ran i. A. ZOUTMAN, in liet
licht, Dorilr. 1793, II bb.., bcginnemic =
-Zoud' ik, dien nog het edel bloed
Van Tromp siroomt door (ic zwellcndc ad'rcn," cn?,
(5) Volgens <lo bcsfhri.iving, <lie lic Kfd. Merc. van 17!14 _ bl. 158 . von <lcien pciming gcefl, zou dp Eciiilrnoht keiibaar
»u« aan den pijlbundd, waanin cchlcr nicts te ondcrscheiden valt. Misschien hnd de verslaggpvcr allccn de teckening gczion
, iiaar welke hij gcsnfdeii werd en die door den befcwamcn arcbltckt H. \V. A. ZIF.SENIS vervaordigd was, cn kwoni daar
die pijibundol op voor.
i M In den A>ti. Mtro., t. tt. p., aldus omschreven; - gclukkig is eenc gemeenle , daar Eendragt cn Guds^rucht zieh band
aan band naar het altaar begeven , 't welk ran oe.n nicuw lieht hesiraald is."
812.
e l f d e r
L u t h e
H t 9 . Pia
e i d en te
i l L X X X Ü l { i ) . 1793.
e e r e van den Le^
J o h a n n e s II
f^oorzijde. Op den achtergrond het kerkgebouw, door een hemellicht bestraald
voorgrond het rechts gewend afheeldsel van — hlijkens de zijschriflen —
D(oittNu): JOHA N N I S II A M E L A U 1 7 0 3.
b o v o p
G O l ) A L L E E N Dk ETÜKE
Kevrzijde.
Op de
P L E G T I G E T N I J I ) 1 N G
NIEUW GEBOUIfDE KEJ¿K,
bl! de
I I E E S T E L D E LUTIIERSCIIE
G E M B E N T E.
binnen AMSTElt])AlI
op den Oogstmaand /i". 17 93,
d o o r rt e^V':(el) E e r w.(aarden) o n Z:(eer) G e 1 e e r d.(oiO 11E E R
J 01/A NNE S II A M E L A U.
TEXT EXOD{m) X.xT^tstoi ged.(cBlle)
t{an) V(er)s 21.
Op deze beide ponningcn wordt de herinnering bewaard eener scheiiring, die op 'I laalst
der eeuw bij de Liithersehe Genieente plaals had. Even als de Heidelbergsche Katechismi.
s bij de Ilervormden, word bij de Lulherschen de Augsbnrgsche Confessie door sommigen,
ZOO predikanten als leeken , voorgesleld als bloot menschenwerk, en diis niel te beschouwen
als een onfeilbaar richtsnoer van 't geloof. Geen wonder, dat de streng rechlzinnigen zieh
hier aan ergerden, en de zoogenaamde »nieuwlichters» van ketterij besehuldigden. Wie
zieh vooral oiiderscheidde als voorstanders der oude leer was .TouA«^EA HAMELAÜ.' Deze, op
23 Maart 1737 te Amsterdam geboren, was achtereenvolgens predikant geweest bij de Lulliersche
Gemeente le Amersfoort (1760), te Bodegraven (1762). te Leiden (1772) cn in 1791 le
Amsterdam beroepen. GLASIÜS (2), die zijn geschriften vermeldt, gelnigl van hem, dat hij
een hij^rteluk en stichtelijk prediker was maar wiens leerredenea door ongepasle en smakelooze
beeldspraak werden ontsierd. Voorts verhaalt hij van hem, dat hij niet alleen tot die
( ' ) Van dezen icor zc
voorkoiiit, was afgcwerkt,
ncn gegnivecrdeii penning is ons cerst na dat Plaal I.XXVJl, waarop bct voorgaando numt
fotografische afbeelding geworden door de weiwillendhcirt van den bezitter . den Heer .\Ir.
. Vüi.cKUn, te .Amsterdam.
(S) CodyfUnrd Xedcriaud, II. bl. 0-11. Zie aldanr (1) de hronneii
leei
•'"S panillettcn van den Ilcer Is. MBITLM.^n to
een vcrhaal van de wording der nieuwe
daarover 7eer rijk, Wij \ ermeiden al-
<hr iMlhfnchf Gemrm/P iimicn An,!Ur.!am 4«coojen MOm
1-01 (70 biz.), uit welk «uk .e zien is, hoe reeds in 1770 de «heuring begonnen
tornen aan so mm,ge (bl. ß opgenoemde) gcwielitige lecrstukken, als - de II. ])riel=enighcid, de eeuw ige
CUrnlus, de leer der versoening" enz Ilct pUn tot afseheiding w d 2l Febraari 1701 ontworpen. De
de Stadsrogeering op l.", Maart aangevraagd e„ reeds 20 April geg.ven. De cerste leerrede
Augustus 1701 do^R II.VNTLLAU in de fiastUuiskerk gchoud,
tegensehrift uit. getiteld: n.uh.UUn (,ó 1,1z.). ^•an de talrijkheid der (,n.
«iiNoTiet T u ' ^^ ""'"«n'srs <íer
gevolge van het
Godbeid van
lg daarop bij
Gemeente «erd op
De Sckf/i daarvan kwam in driik uit («0 biz.) cn lokte een
;) geschrifien
lg zagen allen bij J.