S ,
I I
I I I '
R I - '
m ' ' L I Ì , :
i i .
t f
I
e n , na den dood van Ci.ekpavt , lol Opperbevelhebber van het Oostenrijksche leger aan den
Rijn legen ovcr JounnArr en Moreau , laier legen Massewa . BER^ADOTT^, en Bobai-arte, welke
laalsle omtrent hem deze vleiende geliiigenis gaf: » Ooslenrijk zond mij rier legers zonder Generaais;
nu zendl hct cen Gencraal zonder leger." Ook in de volgende oorlogen onderscheidde
zieh Aartsherlog Karei.; doch het sehetsen ran zijn verderen belangrijken levensloop
ligt biiilen ons bestek (l).
810. Plaat LXXVII. 1793.
T e r eere va.i Frederik Jo.sias, Prins van S a k s e n - C o b u r g , w e g e n s de
O v e r « i n n i n g c n . door hem in Bclgic o p de Franschen
b e h a a l d in 1793.
foorzijde. Het rechls gebend hoofd van den Prins.
Om den rand:
Y11E U E R I C • (v.s) I D S 1A S • P R I N C - (kps) S A X ()• 0 O B V11G- (ensw) S- (ach) R-(o«ani)
l-{Mi'Eiui) SVrR-(Eiivs) BELLI- DVXFREBEBIK
JOSIAS, PRINS FAJV SAKSEN-COBUltG, OPPERKlilJGSHßFKLHEBBEli
FAN [hei leger) DES HEILIGm ROOmCHEN ItlJKS.
Keerzijde. »<• Prins in Romeiusche kleeding, met den veldheerslaf, op welken de Bijksadelaar
rust, in den linker arm , reikt de reehterhand le küssen aan de Maagd van Antwerp
e n , kenbaar aan haar torenkroon en roeispaan. Ben gevleugelde Genius plaatst met de reehterhand
een lauwerlak op zijn hoofd, lerwijl hij met de linker een fakkel omiaag houdl, len
einde een achter hem geplaatslen slaak met een jakobijnemuts er op, weg te branden.
Om den rand:
R E S T I T V TOR l • BELGTI - AYSPICE' AYGVSTO- (3)
AAN HEM. DIE, ONDER HOOGER GELEIDING, BELGIE HEEFT HERSTELD.
I n de a f snede, hei vervolg;
G A L L IS • M E N S E • MARTTO
M D C C X G T I I - "VTl lOQVEB
E L G I O - EXAGTISBOOR
IX DE MAANß MAART 1793 DE FlUNSCHEN VIT DE HEIDE NEDEliLANDEN
TB rERDRUVEN.
Elet janr 1793 was voor Belgie belangrijk door herhaalde lotverwisseling. In den aanvang
daarvaii gclicel door Kransche iroepen bezel, was hei naauweüjks drie inaandcn laler geheel
daarvan verlaten.
Na de iniiomitig op 25 Fehniarij 1793 vnn Breda en de verdere voordeelen door hen behaiild
en waarvan wij melding gemaakt hebben op bl. 424, stielen de Franschen het hoofd voor
< ' ) Mt« Ii
ic irotiffi/erfM Cmtmparama, Poris, 1822, Tom. IV. p 322—S
{ » ) Een stompolsnijdcr
5 Wccneu in 1790, t 1802. Schi.ickeysbn , S. r)0.
( J ) Met den Ausiiex AHgualus schijiit dt Kfizer (de Semper Augutlui) te mocton worden vi
iipmcn iiidieii mcn de cer alleen oaii zi.iii vcidheer gegoveii liad.
I, die 't knalijk bod kuimcn
de
de Willenislad en voor Maastricht. Beide sieden werden wakker verJedigd, en de vijanden
zagen zieh genoodzaakt op 3 Maart het beleg van voor Maastricht en op 16 Maart van voor de
Willemstad op te breken, ten gevolge van de uederlagen, door hunne legers aan Waas en Rijn
geleden. Weldra moeslen zij de door heu bezette vestingen in Koord- en Zuid-Nederland ontruimen,
en, na den slag bij Turnhoiit, geheel ßelgie. Op 5 April 1793 vaardigde Coburg, die
hoop meende te koesteren, dat de pogingen van den Franschen Generaal Dumouiuez om de
konstitutioneele Regeering in Frankrijk te herstellen, een gewenschten uitslag zouden hehhen,
uit ziju hoofdkwarlier te Bergen een proklamatie uit, waarbij hij aan den vijand de band ter
verzoeniog aanbood ; doch toen het leger van Dümouriez weigerde aan diens plannen van gematigdheid
de hand le leenen, zeide de Prins bij een tweede proklamatie (van 9 April) den
wapenslilsland op (i), en werd de krijg met vernieuwde hevigheid liervat, en aanvankelijk
mel goed geluk (2). Onder de leiding van Coburg, die ten gevolge van den roem, door hem in
den oorlog tegen de Türken behaald, het volle vertrouwen der verbonden legers bezat (3), bemachtigde
men eerlang Valeuciennes en andere grensplaatsen, en ook onderscheidden zieh de
van hier gezonden troepen, onder bevel vau den Erfprins.wiens hoofdkwartier te Meenen was
gevestigd. Men weel, hoe eerlang de kans weder verkeerde, en tegen hct eiude deszelfden
j a a r s de Fransohen,van ongelukkige verdedigers, wederom in even voorspoedige als gevreesde
aanvallers veranderden ft).
V i j f t i g j a r i g huwelijk W. \V
LXXVIU. 1794.
W. Sn i t h . 1 2 Apr i l 1794.
Foorzijde. Twee vrouwen bij een brandend allaar, waarop cen ojevaar, bjj de onden het
zinnebeeld der godvruchtigheid (pietaé) (*), is uitgehouwen. In de eene vrouw, die met de
linkerhand een oiTerschaal uitslort over 't outervuar, herkent men, aan den bijbel, die voor
haar voeten Staat en aan het wierook.svat, dat zij met de opgeheven reehterhand zwaait, de
Godicritcht. De andere, legen een zail geleund , op welks voetstuk het eijfer L (50) onder
Iwee vereende banden is iiitgehouwen, stell de Standoastigheid voor. Zij houdt in de reehterhand
een kleinen fakkel of lont, waarmede zij vuur sehijnt te hebbeti ontstoken. Van boven
slraalt een hemellicht.
O m den rand:
P I E T A S E Ï GONSTANTIA HONOR ET DECüS MATRIJÍONU
GODSVRUCIIT EN STANDVASTIGIIEID ZIJN DE EER EN T HIËRAAD
VAN DEN ECHT.
LAGEMAN F.{ecit)
Keevzijde. Twee samengeslrengelde wapenschiiden. Hel mansschild is van lazuur, met dric
appelen (2—1) naturel-, hct vrouwenschild van lazuur verloont eeu bosch, rechls, w-aaruit een
cenhoorn len lialven lijve voortspringt, links oprennende, ailes««¿HiWcn zeer weinig heraldiek.
<l) AW, iforc., 1793, bl. 255—258; Zillessex, I. bl. 310-316.
(S) ZILIBSBN, I. bl. 251.
(») Zie in de Ned. Jaarb., 1703, over de ¡il an non en pogingen van Duuoi.bi
bl. 205-215; overlireda, bl. 313—
3.17, 373—379, 510—524, 553—559, C61—884, 902—935; over den tegenipoec
der Fransche wapenen, bl. 412; oorlogsden
bericbten en brieven van dcn Erfprins, bl. "81—801, 967—990 enz. líen procUmatii
l'rins van Coburg non het léger,
a den gerccbtelijken moord van Marie Astoisbtte (16 Oct. 1793) geplcegd, bij Zillrsen
bl. 110, en verdore bijzon-
dcrhedcn bcereffcnde Coburg, in de B¡o¡,raphií Soucelk de» Conle^powiM. Tom. IV.
Cobura.
(<) Zie PuNius, ¡fial. A'af., X
I. bl. 647. OuDAAN, M
20. Vergel. Vondels Warande der Dieren, uitg. Bingeh, Deel
1723, pl. LXXIX. 7, I.l. 368.