
83 Leskict•
/ ’/.A an de wallen bij Harderwijk. R! Bij Ootmarsum in
Overijssel (zonder vrucht gevonden). Mq.
X V , L e s k ia . De zaaddoos zijdelingsch , rolrond, gelijk,
meestal opgerigt. De binnenmond dubbeld: de buitenste
hz staande uit 16 els vormige spitse, eenigzins
naar binnen bqigbare tanden $ de binnenste uit 16
lijnvormige, gave of doorboorde eenvormige slippen,
uit eeneu vliezigen voet ontstaande, zonder
tusschengeplaatste wimpers. Mart.
De knoppen zijn in de oksels geplaatst. De soorten
van dit geslacht komen met de Dekmossen in houding
overeen; doch zijn over het algemeen teerder én
slanker, en door degelijke zaaddoos te onderscheiden.
I. Tweerijïgen.
(De stengen vlak. De bladen tweerijiig. Het deksel
i schuinsch en gesnajreld.)
68. platte Leskia,, met de steng nederliggende, de bladen
tweënjïg, lijnvormig of langwerpig,‘ met eene korte spits
nagenoeg zonder nerf, gaafrandig; de zaaddoos opgerigt, gelijk
, het deksel schuinsch en gesna veld, Mart.
J W « is zeer fraai, bevalliglijk gevind; de takken
aikwijls uitlopende in dunne draden, met'kleinere bladen
Bedekt, dat is in misdragene takken.
T4lune*9lJij Hillegon en Noordwijk. Meerburgh bij
D. Bij Nijmegen. B!
i V^tkruidacjitige Leskia, met de steng nederliggende ,
ae Maden tweerijïg omgekeerd-eirond, aan den top gerondse