
munt Loven andere soorten van dit geslacht door hare grootte
uit en heeft m hare houding veel van eene onvruchtbare
Kruipende steng van eene soort van K n ik v ru ch t.
‘ den Hierderweg Lij Harderwijk. G. Bij Nijmei8
r. lancetvormige Jungermannia, met de steng getakt
en kruipende , zonder ranken , de bladen genoegzaam hori-
Z l ’ 1!olrond 5 eirorid-laneetvormig , of lancetvormig en
stomp , schuins-halfstengomvattend. Martius.
De vruchtsteel is eindelingsch ; de bladen soms twee lijnen
MarwusT ^ 8611113118 §epIaatSl 5 (vo%ens de beschrijving van
PI. Aan de rivier de Vecht bij Heemze. Ehrhart bij vG.
*8 9fT ar\de J u n g e rm a n n ia , met de steng genoegzaam
v J terdl e ld ’ krUlpend,e ’ zonder ra n k en , de bladen gerand,
v la k , bijna regtstandig, schijfrond en ongesteeld. Mart
®edere worteltjes komen dikwijls van achteren tusschen
de bladen voort. In de bladen vertoonen de cellen tweeder-
lei gedaante, immers »diegene , welke langs den rand der
a en geplaatst zijn, zijn eenigzins langwerpig-vierhoekig en
grooter dan de binnenste nagenoeg schijfronde celletjes. De
bladrand schijnt hierdoor als gekarteld te zijn. -
PI. Op veenachtigen heidegrond te Valkenswaard bij Eind-
oven, gevonden in Aug. 1827 , doch zonder vrucht. vH.
Aan eenen greppel in een weiland te Haren bij Groningen
met vrucht in April 18 3 1. Mq. J 8
i 8 3 . naakte Jungermannia, met de steng nederliggende
rankmakonde, de takken opgaande, de bladen gel
noegzaam regtstandig, naar boven toebuigende, schijfrond
gaafrandig naar den top toe kleiner wordende; de kelk zij-
delingsch. L in d e n b e r g . **
Vaa re taar v e rw a n t e J. pumila, doordien
de kelk met emdehngsch is, door de getakte rankmakende
steng