
65 Hypnum.
52. toegespitst Dekmos, met de steng regtstandig, takkie ,
de takken verspreid tweerijig, aan den top wegens de zamen-
gerolde bladen toegespitst; de bladen opgerigt-openstaande
die van de steng breed-eirond, die van de takken lancetvor-
mig gespitst, naar den top met omgeslagen rand, gaafrandie
aan den voet bijna tweenervig; de vruchtsteel glad, de zaad-
spitó eir0nd' rolrond ’ gebromd; het deksel kegelvormig en
_D e kleur dezer plant is doorgaans geelachtig-groen. De
Hypnum cordifohum, welke tot nog toe hier te lande niet
gevonden is, gelijkt veel op deze soort; maar verschilt van
PI. In de duinen b ij’sHage tusschen het lange gras. Meerburgh
bij G. Bij Utrecht, de Bild, Haarlein, Katwijk,
^Groningen, Paterwolde enz. aan vochtige slootkanten. vH.
Bij Haren en Harendermolen. Mq. D. Bij Dalen en Zwe-
loo in Drenthe; bij Ootmarsum, Norddoringen en Denen-
kamp in Overijssel. Mq. b
53. roestgeel Dekmos, met de steng opgaande, eenvou-
dig-gevind, met elkander naderende korte spitse takken de
bladen overeenbggend, aangedrukt-openstaande, lancetvor-
mig-gespitst, gestreept met verdwijnenden nerf, de bladeu
van den moskelk zeer lang; de zaaddoos eirond , hellende
met kegelvormigen deksel. Bridel. ’
« # § |,s stro°geel, bijna als in het geelachtiq Dekmos
maar donkerder, en aan de roestkleur naderende. vH.
P' i w ,ussehen Hard'™-il “ D» » "w k .
VIL BeVallige Dekmossen. •
(De stengen bijna gevind, met stompe takken. De bladen
holrond, gtithzende.)
’ de bladen digt-overeenliggende, de stengbladen eirond,
ö stomp,