
E n , L. B ., rationem operis, quod quantum fieri
p o tu it, ad. primi Florae nostrae voluminis normam exe-
gimus, quaque in re ad difficile plantarüm Cryptogami-
carum studium facilius reddendum imprimis clctvem ,
et Familiarum, et generum et saepe etiam specierum
praemisimus ; nomina aut synonyma dubia sign o in te r-
rogationis (?) notavimus, signo crucis (-j-) vero eas
species , quas vix inter indigenas recipere ausi sumus ,
denique signo exclamationis (!) specimina , quae ipsi
vidimus. Fructificationis autem tempus , de quo ipsi
nos certiores fecimus , typis currentibus p ut vocant,
quemadmodum in primo volumine, exprimendum cu-
ravimus.
Rogatu Bibliopolae addidi Belgicam totius operis v e r-
sionem, quae fortassis hinc inde ad perspicuitatem
descriptionum quid confe re t, et qua variorum loco-
rum , quibus plantae repertae fu e ru n t, nominaverna-
cula melius et facilius indicari potuerunt.
Ne autem iniquum de incepto nostro judicium fera-
tu r hoc unum enixe o r o , ut quisque semper operis
nostri propositum in judicando ob oculoshabeat. Nobis
namque non proposuimus editis speciebus novis (eheu
nimis saepe fictitiis aut ob minoris momenti differentias
nimia levitate excogitatis) totius Botanices doctrinam
augere atque amplificare ; hoc enim et virés vêtant et
in partis Europae speciali Flora difficile foret ; sed modeste,
a t , u t sp e ro , haud inutililer ad carissimae
Zie daa r, geachte L ez er, den weg dien wij gevolgd
zijn, bij de bearbeiding van dit werk, hetwelk wij zooveel
mogelijk naar denzelfden maatstaf als h e t Eerste Deel
d e r Noord-Nederlandsche Flora ingerigt en tevens,
om de zoo moeijelijke beoefening van d it soort van planten
eenigzins gemakkelijker te maken, zooveel mogelijk
eenen sleutel (of wegwijzer)-, zoowel voor de Natuurlijke
Familiën , als voor geslachten en dikwijls ook voor
de soorten vooraan geplaatst hebben ; de twijfelachtige
namen of synonymen met een vraagteeken (?) aangewezen
; die soorten , welke wij naauwelijks als inlandsch
durfden beschouwen, met een kruisje (j-) gemerkt en
eindelijk de planten-exempla ren, welke wij zelve gezien
hebben , met een uitroepings-teeken (!) hebben
doen kennen. De tijd d er vruchtdraging is, wanneer wij
zelve ons daaromtrent hebben kunnen vergewissen ,
met cursijve le tte rs, even als de bloeitijd in het
Eerste Deel, gedrukt.
Op verzoek van den Uitgever heb ik eene Nede rduit-
sche vertaling van het geheel opgemaakt, welke vertaling
waarschijnlijk hier en daar der duidelijkheid der
beschrijvingen bevorderlijk zal zijn en welke in allen gevalle
een groot gemak geeft bij de mededeeling der
namen van bijzondere plaatsen, hetwelk moeijelijk anders
dan in onze eigene taal konde geschieden.
Ten slotte moet ik , ten einde alle verkeerde oordeelvellingen
over deze onderneming voor te komen, d rin gend
verzoeken, dat een ieder bij de beoordeeling
steeds het doel van ons werk voor oogen houde. Immers
was het ons doel n ie t, om door de bekendmaking
van geheel nieuwe soorten (welke , helaas , te dikwijls
ijdel bevonden zijn en wegens al te nietige ondei’schei-
dingskenmei'ken te ligtvaardig opgesteld worden) den
omvang der Botanische Wetenschap uit te breiden.
\ 1 1 \