PI. Op beschaduwden grond te Paterwolde bij Groningen.
vH. Bij Haren, en Harendennolen. vH. Mq. D. (vrij algemeen).
195. vijftandige Jungermannia, met de steng opgaande
en getakt, de bladen genoegzaam overeenliggende-half-regt-
standig, nagenoeg vierhoekig, geplboid-uitgeschulpt 3-5-tan-
dig, de steunblaadjes laucetvormig tweedeelig, met slippigen
ra n d ; de zaaddoos eindelingsch , de kelk eirond en geplooid,
de opening zamengetrokken en getand. Lindenberg.
PI. Aan de Vecht bij Heemze. E hrhart bij vG. 84. In het
Puttensche bosch aan de wortels van boomen. vG.
196. digtgeplooide Jungermannia, met’de steng nedérlig-
gende, genoegzaam onverdeeld, zamengedrukt, de bladen
overeenliggende, bijna regtstandig, vierhoekig, golvende*
nagenoeg 3-spletig, de slippen ongelijk, spits, hier en daar
fijngetand; de zaaddoos eindelingsch, de kelk omgekeerd-
eirond, naar den top toe geplooid, de opening zamengetrokken
, slippig en getand. Lindenberg.
De steng is kort met talrijke worteltjes aan de aarde vastgehecht.
De bladen geelachtig-groen, digt-overeenliggende,
onregelmatig-ingcsneden, met golvende, door uitdrooging
zeer kroeze, eenigzins getande sbppen. vH.
PI. Op digtbeschaduwde vochtige veenachtige zandgronden,
nabij het witte veen, te Haren bij Groningen. vH.
ï9 7 - gevorkte Jungermannia, met h e t lo o f k ru ip en d e
lijn v o rm ig , gegaffeld, v lie z ig . g en e rfd , aan de onderzijde op
d en r a n d en op den n e r f zachtharig,* de zaaddoos u it de ond
erzijde v an d en n e r f v o o rtk om e n d e ; de k e lk tw e e lo b b ig met
g ewimperden r a n d , h e t huikje u itspringende omgekeerd-ei-
ro n d en stekelharig. L indenberg.