
 
        
         
		1? 
 N.  De  buitenste  binnenmoncj uit tanden,  de binnenste  
 uit wimpers bestaande, 
 i .  De tanden en de wimpers vrij. 
 *  De wimpers naauwelijks langer dan de tanden. 
 a.  De  vruchtsteel  eindelingsch — X X I I   
 Haarmuts. 
 b.  —  —i--------- i  zijdelingsch —  X V I I 
 Neckera. 
 **  De  wimpers  langer  dan  de  tanden  en bij  
 paren  geplaatst — X V I  Laddermos. 
 i .   De wimpers  aan den voet zamengegroeid. 
 *1 De wimpers  elkander in grootte geïijk.t 
 a.  De vruchtsteel zijdelingsch—  X V  Les- 
 K.1A» 
 b.  — -------------- eindelingsch  —  X l X 
 Bartramia.  j 
 m  **IDe  wimpers  ongelijk*,  kleinere  namelijk  
 '  . tusschen de grootere geplaatst. 
 a.  De  vruchtsteel  eindelingsch —  X X I   
 Knik. vrucht. 
 b.  — --------------zijdelingsch  —  X I V 
 Dekmos. 
 3.  De  tanden  en  wimpers met hunne  toppen za-  
 menhangende;  de  binnenmond  schuinsch —-  
 X X  Dhaaisteel. 
 B.  De buitenste binnenmond uit tanden,  de binnen-  
 .  ste uit een vlies bestaande; 
 a.  De zaaddoos uitspringende;  de  vruchtsteel ein-  
 delingsch — X X V  Buxbaumia. 
 b.  De  zaaddoos  in  den  moskelk  besloten;  de  
 vruchtsteel.  zijdelingsch — X V I I I  Bronmos. 
 I   Onderafdéeling.  Hypneürv. 
 De  zaaddoos zijdelingsch,  uitspringende ofin derit moskelk  
 besloten,  meestal  langwerpig,  regt of ongelijk.  Dé binnenmond  
 dubbeld:  de  buitenste  uit  16  tanden  bestaande;  de  
 binnenste  slippjg,  met  of Zonder tussëhehliggende wimpeés ,  
 ook wel  getand.  De stengen meestal zeer getakt, dóórgaans 'opgaande  
 of kruipende.  Dé bladen vrij breed',  dikwijls m twee  
 rijen  geplaatst.  Dé knoppen meest' in dp  oksels geplaatst. 
 Hiertoe, behoqre.n het JDekmos ,  Leskia, Laddermos, Neckera  
 en Bronmos,  in houdiiitj dMc  op plkander  gelijkende.