169 Schist. Gymnostomum.
PI. In Drenthe op de steenen derHunnebedden, bij Midlaren
en Noordlaren. yH. Op de Hunnebedden bij Rolde. D.
X X X V I I I . K aalmohd. De zaaddoos eindelingsch, gelijk,
zonder aanzetsel of ring. Debinnen-
mond naakt. Het huikje kap vormig, aan den
voet gaaf, of buikachtig-elsvormig, aan de
zijde gespleten, aan den voet slippig, ligt-
afvallende. Verg. Bridel t. a. pl.
Het knopje is eindelingsch.
i 5 4 . peervormige Kaalmond, met de steng onverdeeld
de bladen openstaande-uiteenwijkende, breed-eirond, spits*
holrond, fijngezaagd; de zaaddoos omgekeerd-eirond, het
deksel bolrond-gesnaveld, het snaveltje regt. Martius.
De zaaddoos is groot dik-peervormig.
P l. Op vochtige gronden, zoowel op de klei als op het zand,
op weiden , aan dijkjes, wallen en wegen enz. zeer algemeen
door het gansche land.
i 5 5 . kortgeknotte Kaalmond, met de steng op'gerigt en
onverdeeld, de bladen vlak, eirond-lancetvormig, ‘gaafran-
, 8 ’ de nerf in een puntje mtloopende ; d e zaaddoos omge-
keerd-eirond, het deksel schuins-gesnaveld. Bridel.
Deze soort is zeer afwisselende door grqotte , door het snaveltje
des deksels meer of min schuins staande, of eenigzins
gekromd enz. De zaaddoos is omgekeerd-eirond, na het afvallen
van het deksel kort-geknot. vH.