125 Polytrichum.
PI. Op zand- en heidegronden bij de Bild en Driebergen nabij
Utrecht; te Paterwolde, Haren en Harendermolen bij
Groningen. vH. Algemeen op de-Drentsche en Overijssel-
sche heidevelden. Mq. en D.
i n . dwergachtig Vrouwenhaar, met de steng geheel onverdeeld
en zeer k o rt, dé bladen lijn-lancetvormig stompachtig
en fijngezaagd; de vruchtsteel kronkelende of liever
bogtig, de zaaddoos rondachtig knikkende, het deksel krom-
gesnaveld. Bhidel.
PI. In de bosschen van het Loo. Ehrhart bij vG. In het
Puttenschp bosch. vG. Op de heiden en in de Gagelkam-
pen bij Harderwijk. R! Te Harendermolen bij Groningen.
vH. Óp de'Mickelhorst hij Haren. Mq en D.
t i 2 . aloëhladig Vrouwenhaar, met de steng nagenoeg
onverdeeld , de bladen lijn-lancetvotmig , scherp-gezaagd;
de zaaddoos rolrond, genoegzaam regtstandig, j het deksel
kromgesnaveld. Bridel.
P l. In de bosschen van het Loo. E hrhart bij vG. Bij Nij-
megen en Amersfoort. dG. Bij Lunteren. R! Bij Nijmegen.
B! Bij Zutphen. E! Op boschachtige zand- en heidegronden
bij de Bild en Zeijst bij Utrecht; te Tolbert en Ma- .
rum in de prov. Groningen; te Paterwolde, Haren en Harendermolen.
vH. Bij Breekelenkamp en Ootmarsum in
' Overijssel. Mq. Bij Assen, Zwolle en Hattem. D.
II. De steng in takken verdeeld.
i i 3. urndragend Vrouwenhaar, met de steng van onderen
kruipende, naar bovenwaarts opgerigt en versckillend-ge-
ta k t, de bladen lancetvormig scherp-fijngezaagd en gestrekt;
de zaaddoos regtstandig rolrond, het deksel kegeivormig-
gespitst, eenigzins gekromd. Bridel.
Pl. Bij Elmerink niet ver van Deventer. E hrhart bij vG.
Bij Nijmegen. B! Op Beekhuizen bij Arnhem. E. en vH.
On