
 
        
         
		stomp,  de  takbladen  eirond-lanfcetvormig,  spits,  gaafran-  
 dïg;  de  zaaddoos  eenigzins  hellende,  hijna  rolrond,  het  
 deksel kegelvormig,  nagenoeg spits. 
 Het huikje kapvormig,  witachtig.  Bridel. 
 Deze soort Verschilt van het zuiver Dekmus, waarmede  zij  
 ligtelijk  kan  verwisseld  worden,  door  de  bruinachtig-rosse  
 kleur der steng ,  door de eenigzins zamengedrukte takjes, door  
 een dunner en slanker uitzigt; zij  verschilt van het toegespitst  
 L/ekmos door niet zoo zeer toegespitste takken,  een meer za-  
 mengedrongen  uitzigt,  door  stompere  en digter overeenlig-  
 gende bladen enz.  . 
 ^ S^derwijk. .yG.  Bij Zeijst,  Soest en Soestdijk. K !  
 Hij _ Nïjmèvgën.  B!  Op  beschaduwde  zandgronden  van de  
 Bdd  en  Driebergen  bij Utrecht.  vH.  Harendermolen bij  
 Groningen.  vH.  en Mq. 
 55.  zuiver  Dekmos,  met  de steng bijna regtstandig,  getakt, 
   de  takken  gezwollen,  rolrond;  de bladen overeenlig-  
 gende,  eirond,  spits,  holrond,  gaafrandig,  glanzende,  de  
 nerl  hij  het  midden  verdwijnende  of in het geheel niet aanwezig; 
   de  vruchtsteel  glad,  roodachtig,  de zaaddoos bijna  
 s ~ i >   gekromd-hêllende,  het deksel kegelvormig-ge- 
 De  bladen zijn zeer digt overeenliggende,  de steng geheel  
 edekkende,  aangedrukt,  eirond,  holrond,  met  eene  afzonderlijke  
 punt  op  den stompachtigen top,  doorschijnend.  
 Het huikje kapvormig,  bleek,  met bruinen top.  Bridel. 
 P \   Veel m nat*6  en ruige weilanden eD  hoven. G.  fn friesland. 
  M.  Bij Nijmegen. B! Bij Utrecht;  veel bij Groningen,  
 Haren  enz  en  de boven Pekel-A in de prov.  Groningen!  
 V,  '  ,Jj  Dalen  in  Drenthe;  Ootmarsum  en  op  onder-  
 scheidene  andere  plaatsen,  op heidevelden in  Overijssel. 
 |___ ___   VIII. 
 Dpppmi^  niet  zelden bij  ons vrucht.  Reeds in de maand 
 vond >k baar rljpe zaaddoosjes voorzien.  vHt.e Haren bij Groningen met zeer vele