
 
        
         
		119 Orthotrichum. 
 PL  Op muren rondom Utrecht.  dG.  Bij Nijmegen. Bt 
 II.  De binnenmond dubbeld. 
 ïo4 -  gestreepte  Haarmuts ,  met de steng getakt,  de bladen  
 langwerpig-lancetvormig ,  spits,  aan den top somwijlen  
 eenigzins  getand,  met  een  weinig  omgeslagenJ ran d ;  de  
 zaaddoos  bijna  besloten,  het  deksel  uit  eenen  bolrond-  
 ■achtigen voet stomp-gesnaveld,  16 wimpers. 
 PI.  Op boomstammen,  zeer algemeen door het gansche land. 
 105 .  aanverwante  Haarmuts,  met  de  steng getakt  de 
 bladen  langwerpig-lancetvormig ,  spits,  aan  den  top  som-  
 -wijlen  eenigzins-  fijngetand,  aan  den  rand  omgerold;  de  
 zaaddoos  bijna  besloten,  het  deksel  bolrond-gepunt , 8   
 wimpers.  ' 
 PI.  Om  Utrecht.  dG.  Bij  Nijmegen.  Bi  Op boomstammen  
 te  Heikop  bij  Vianen  en  waarschijnlijk  op  vele  andere  
 plaatsen  in  ons  land.  vH.  Te Groningen en Haren. Ma  
 en D.  ' 
 106.  doorschijnende  Haarmuts,  met  de  steng  eenigzins  -  
 getakt,  de  bladen lancetvormig-gespitst,  de  spits witachtig,  
 doorschijnend  en  als  haarvormig,  met  den  rand  eenigzins  
 omgerold;  de  zaaddoos  bijna  besloten,  het  huikje schaars-  
 -behaard. 
 Pi.  Bij  Nijmegen.  B!  Op  oude  steenen te Heikop bij Via-  
 nen.  vH.  Op boomstammen algemeen bij Groningen,  Haren  
 en  Paterwolde.  Mq,  en D.  Te Ootmarsum,  Breeke-  '  
 lenkamp  en  elders in Overijssel. Mq.  Bij Zwolle, Hattem, 
 „  Dalsem enz. D.