i ; . ,
. ' M •
i r r - .
i t'
,li
J " '
h- Ii'":
m
it "i
Ì
G E E S T E L Y K E
Om kort te gaan,wat heefc menuytheemfche
voorbeeldcii tot verdere bekrachtinge
dczes onderwerps van het Heidendom le
ontleenen,dewyl 'er in de geheiligdeBkden
zelfs diergelyken genoech te vinden zyn?namen[
yk JOS. X. v. £» bet gefünedde^
als zy die Köningen ujtgebracht badden tot
J.oßiay zo rief Jo/tia alle die mannen Israels,
en hy z,eide tot de Overflen des KrygsvoUis,
die tnet hemgetogen '•jt;ar-en : treed toe ^ zet
itive voeten e/ äe balzen dezer Köningen: en
¿y Traden toe ^en zeften hunne voetenop huune
balzen. Verders PSALM LXXIl v. 9.
De tngezeteti van dorre pladtztn zulkuvoor
zyn aaugezicht hrelen : en zyne vyanden zullen
het ßof lekken. Hier by pall inzonder-
Ireid het gene men lecil: in de voorlpellige
fehrifteu des Proplieccs Jefdias XLIX.v.i^.
En de Köningen zullen uwe Voefierbeeren
zyn, haare Vorfiinnen Zoogmcdei-en :
zy zullcn haar voor u bmgen mct het aangeziehte
ter aar de, en zy zulkn den ßof u-juer
voeten lekken, enz. Wie dürft omkennen,
indien de verfcheide inhoud der H. Schrift
zo wel op de ecne als de andere piaatze met
zekere welgefchikte gelykmatigheid verilian
moet worden, dat de evengemelde Schriftplaatzen
wonderlyk tot deze zaake doen, en
ons genoechzaam ovcrtuygen, dat dusdani-
ge iiyrdrukkingen van vernederinge nict zo
zeer vooi- ecne toegelegde Uraffe. inzonderheid
ten opzichte van een redenloos tn onfchuldig
Dier, als cene Slang is, dan wel
voor ceno verbloerade of zinnebeeidige
fprcekwyze bchoort aangemctkt te worden?
- In het nevenflaande Printblad Haan afecbeeld
N. I. De Satan op den rngge van ecne vicr-^
voetige Slange gezetcn, Velgens de verzieringe
der Jooden.
N. 2. fc en ttt'cevoetige Draak.
N. j. t'cne zogcnaamde zwarte Slang van
^jCtlUpWS:
N. 4, Kene Zeeilang van Noorwegen.
N. 5. Eene Slang, die zo wel in 't water
als op 't land leeft.
N. 6. Kene geraeene JEßtiUapfihe Slang.
N. 7. Fene andere aard van Slangen, bekend
by MathioLits , en by de Hoogduytfchers
Brmd-Scbiange genaamd. •
N. 8. Zeker zoort van Slangen, in 't Latyn
Ammodytes gezegd.
MeSr andere diergelyken wil men , om
piaatze en tyd te winnen , hier niet aanhaalen.
P R I N T B L A D XXXI.
W zal het [Aarckyh] » Doornen cn Diiiekn voorthreimn : en n zuU het hrind
des Velds eeten. Gen. Hl. v. 18 ¡= j
HEt gene de ge«7de Schryver in de Hebreeuwiche
taaledoor deze twee woordcn
Koz, en Bardar wilt beduyden, hcbben
de LXX Overzetters in de Griekfche verllaan
door ¿rniySaf xai T^ifìii^i : gelykcrwys
de Apoftel 'Pauks de zelven mede in diergelyken
zin fchynt teverftaaninzyncnZendbrief
aande Hebreen C. W. v. 6. alwaar hy
zegt : Die DOORNEN en DliTELEN
äraagt^ die jj ver'isierpei^ky en iiaby de vervioehage,
•'welker entde is de 'verhranding.
Men leeft ook de zelve woorden in de Ichriftcn
des Prophects Hozeas X. u. 8. DOORNEN
en DlSTtLEN zullen of benlieden
K^ltaaren öpkomen. Hieiom is't, dat wydic
insgelyks aldus vcriaalen.
Verders vind men het evengcmcld Hebrecawfch
grond-woord Koz voor Doornen
gebruykt te zyn by den Propheft Ezechiel
H V is Engy. Menfihen Kmd,-vreeß met
•voor ben, en vreeß met voor haare -jsoorden:
hoe^el wder'.Mhgen, en DOORNENiy u
^yn, enz. XXFUl. v. 14. En het huyslrracls
zal geene fmanmde DOORNE, noch
•uiee-doende DISTEL metr bebbeu... Hetzelve
Word ook in dien zin vcrfean, Exod.
XXII, V. 6. IVanncer een vintr li^tiaat. cii
•uatde DOORNEN.. . Ahmcicjudc yilL
ti.i. Doe zeide Gideon ; daarom als de HEERE
Zebah en Tfalmnna in myne hand geeft^
zo zal ik u vleefch dorfeben ma'DOÜR^
NENder IVoeflyne enmn'DlSTELEN.
Maarnu is de V'raag, of ook alle dicrgclvke
zoortcn van Aardgewallcn, die llckclig
wn bloerzel, blad of Ichorile zyn, en bydc
Kruydkundigen DoornachtigeGe'i^aJfen worden
genoemd, in 't algemeen onder dien
naam van Koz, dat is, Doorue, bcgrepen
zyn of daar door vcrllaan raoetcn worden,
namenlyk allerlei ßooraeu,Stammen, Struyken
en Kruyden, welken de Natmir mct
'Doornen of fcharpe punten gewapent heefti
dan ofmenandcrzins daar door vcrllaan raoet
zekere byzondcrc zoortcn van Aardgcwalr
fen,