I!:!
1
» i i i i ; '
G E E S T E L Y K E
I.
i ,
i f . '
7 0
fcbap, de Nazaaten tot zonderünge onderrichtinge
heefc achtcrgelaten.
Het gaat gemeenlyk mec de inwendige
bevvecgingen v.in 's Klenfchen gemoed even
als mct de Zang Godinnen van /¡pollo, en de
•raazendePrielterinnen van Bacchus, die elk
hunne beurte willen hebben. Dus zietmcn,
dat meeft alle menfchen niet -alleen wegens
hunncn huidaard, maar zeifs wegens hunnen
inborft cn byzondere gefchapenheid verfchillende
zyn, zodat zelfs die genen, die el-
Ivanderen in den blocde belUan , het zelve
lot onderhevig zyn. Getuygcn hier van zy
de Vroome en Godsdienftige Habel ten opzichte
zyns Broeders Kain. Die goedaardige
en Gödvreezende jongeling isvreedzaam,
bezadigd, gerult van gemoed, ilil van gedrag,
vriendelyk, lieftaliigj en, het geene
zichtbaar en merkwaardig is, jeugdig en bloozend
van gelaat: daar in tegcndeel de andere
ontvoerd, kwaadaardig, vervvard van gedachten,
uytgelaten, en affchuwelykvan gezicht
is; men ziet hem telkens van wezen
veranderen; dan word hy roodverwig van
loornnigheid, dan verbleekt hy weder door
Haat en Nyd hy zwek op van wraakg^erigheid,
en verlieft her gebruyk zyner zinnen
door verwoedheid. Men zoude dusdanige
aanhoudende raazernye niet onbillyk eene
dronkenheid der ziele moogen noemen. Hec
elendig lichaam is door het verbiete bloed,
't welk doorgeweld buyten zyncgewoonelyk
e bcpaaldheid geloopen is, gantfch overilroomt,
door dien de onmaatigebeweeging
des Harte de overhand bekomen heeft. Dus
is 't,, dat de taaye en aangeliitftc zenuwcn den
meellcr fpeelen en voor dien tyd aan de eere
der overwinninge blyven. Zulks blykt
uyt de zamentrekkinge der gerimpelde huyd,
cn uvt den traageren loop des bloeds, die
niet weinig verzwakt is, door dien het bloed
met al te grooten geweld door de allcrkleinileadertjes
wil hccn dringen. Ondcrwylen
word het Hart bezwaardenonderdrukt door
ontilcldiieid, cn kan bezwaarlyk de ontroerde
Icvensvochten verdryven, maar züchten
hygt van vermoeidheid. Een Menfch , die
met Haat en Nyd ingenomen is, word dag
cn nacht gepynigt en ontrull: zynÜaapword
gelladiggebroken, door dien zyne rull telkens
door boosaardige gedachten geiloort word:
daarenboven vergaat hem de eetcnskift, het
lichaam vervalt, het aangezicht verbleekt,
de kaakebecnen puylen uyt. ei; de gerimpelde
huyd bedekt naauw'lyks het dor gcbecnte.
De maagre HAAT cn NTT> z.yn in't hosaar
dig 'juezen
Van een afgunßig Menfch ßUzvjygende te
leezen:
Zyn brandende oogen zyn i-erraadeTS van
zyn hart,
Zyn fchraal gebeente ontdekt y -wat hem in-
•"^•endig fmart.
Volgens de letterlyke uytdrukkinge des
gewyden Schryvers, waar mcde hy de onmaatigheid
van dczen gc\\'eldigen hartstocht
wil te kennen geeven, ontjiak KAIN zeer
cn zyn aangezicht verviel^ zo dat men zelfs
uyt zyn ontroerd gelaat den Haat en Nyd ,
waar mede zyn gemoed inwendig ingenomen
was, genoeclizaam kon befpcuren. Het gebeurt
weJ meér, dat nydige cn afgunllige
menfchen hun eigen vleefch en bloed vertceren,
gelykerwys de roeft bet yzer opeet.
De Nyd, zcgt Jnthißenes, een Griekfch
Schryter, is den afgnnßtgen zo nadcelig.,als
de roeß het fiaal is. De Spanjaarden willen
het zelvcn te kennen geeven door hunne
fpreekwyze: A/ hierro el orín. y la. embidia
al ruin. Dat is zo veel te zeggen, ais
Gelyi de Roefi het yzer ßyt,
Vuj ßerß de Menßh door Haat en Nyd.
Wanncer men de zeake wel inziet, moet
men bekennen , dat het fchier onmoogelyk
i s , dat de zwakke en teeregefteldheidonzes
lichaams machtig genoech zy om zo veele vyanden,
dieden Menfche onverhoeds aantreffen,
te wederftaan. Hoe is het mogelyk,
dat alle die dünne cn kleine adertjes , die
reeds door de alte groote verwoedheid merkelyk
verzwakt en gekrenkt zyn. den feilen
en ongeregeldcn ilroom derontilelde levensgeeilen
kunnen wederhouden ? Te meer,
dewyl die te^re bloedvaatjes, die te vooren
genoechzaam uytgezet waaren,in dit geval al te
vecl ingetrokkencn benaauwt worden, waar
door de gcwoonelyke Scheiding in de uyttcr-
Ite deelen t'eenemaal verhinderd en de gezonde
aanklccving der voedzaame fappea
belet word. Dus gebeurt het, daferzckere
fcharphcid in 't bloed ontlfeat, welke meaigvuldige
gevaarlyke verltoppingen vcroorzaakt,
waar uyt eindelyk eene langduurige
en doodelyke ceering voortkomt, die den
elendigen involger zyncr ongebondene hartstochteu
tot het einde zyns levcns onophoudelyk
plaagt, en door een allcrverdrietigile
en onverzeitelyk dcnkbecld van Aiguniligheid
en Wraakluil voor zynen tyd, om zo
te fprecken, naar het graf fleept. Dus word
de ontaarde Broedcrmoordcr een wreedcn
en onnacuurlyken Moordenaar van zig zclven.
Hier mag men voor al de Konll- cn Zinryke
Sieraadcn des Printblads niet ongemcrkt
voorby gaan, dewyl 'er de volgende
N A T u u R
hartstochten naar 't leevcn in vcrbeeld worden.
Als voor ecril
N. I. De Droefgeciligheid.
N. 1. De Godvrucht en Aandacht.
K U N D E . 71
N 3 De Blydfchap cn Vergenoegdheid.
N. De W anhoop.
N. f. De Ha^u en de Grarafchap.
N. 6. De Nyd.
Verwoede G R A MSC H A'T ,H A AT cn NTT),
IVat teelt gy doodelyke wuchten
In V hart, daar gy gehuysveß zyt!
Gy doet het Recht en Rede» vluchtcn.
Nu jaagt gy V bloed in 't aangezicht,
Dan fchynt weir alle kleur geiveeken;
'^De deluw-bleekheid fchuuwd het Ikht
Om tn den donker zieh te -izreeken
^^an die « nimmer heeft misdaan-,
Niets kan u rufi of blydfchap geeven.
De NTD en H A/ITgroeit ßadig aan,
Waar door de GRAMSCHA'P word geßeeven.
Hoe blinkt de VERGRNOEG Z AAMHEID
In tegendeel met held're firaalen,
Wanneer de BLTDSCHAP haar geleid
Om fteeds geruß te zegpj>raalen:
Zy fmaakt in 't onbevlekt gemoed
Den Doorfmaak reeds der Zaligheden^
En froeft op \yiarde een Hemelßh zoet,
Door eigen wroeging nooit beßreeden.
De GOVyRVCHT en AANDACHTIGHEID
Verzellen Haar ep al haar •wegen ;
Zy ßeiind volmaakt op GüDS beleid^
En op zyn Vaderlyken zegen :
Daar u de fVANHOOT eeumg knaagt.
De DROEFHEITt 11 btnaauwd doet züchten^
Dat « het leven zelfs misi
En gy het Daglicht poo^t t^ ontvluchten,
Men zie uw woede tn KAIN3 moordy
VERNOEGZAAMHEl^D in HABELS ivtexem
Zjn ruß ivord door geen Haat gcfioort.
Dies hy geen IVanhoop heeft te vreezen.
Die Beuly die KAINS hart door-byt,
Zo dra hy heeft den moord-bedreeven y
.Straft hem voor zynen Haat en Nyd,
'Die HA BEL deed onnoozel Jnecven.
Vlucht dan 6 IVangedr achten! vlucht
Uyt 't hart van alle Stervelingen,
yERNOEGDHElD geeft ons zoeter vruchl,
Om eeuwiglyk GODS lof te zingen,
Vervreemd van IVA NHOOT, NTT> en HAATy
Doei zy de Ziel een blydfchap fnaakcn.
Die met de GODl^RVCHT zamen gaat,
Om ons geluk volmaakt te maaken,
Zo "wely zo lang ons V licht beßhynt,
t^ls dat de Leveus-zon verdvjynt.
P R I N T