ill^
T E N S L O T
Zy voorgefteld
D E NAAMLYST
der zeer Ervaixn
K U N S T E N A A R S .
Zoo veeler, als 'er in liet opcieren der Kopere Printbladen
tot dit Bybelfch Werk hunlieder arbeid
hebben geleend.
De Uitgever en Beftierder
is de te voórenreeds geroemdc
D. JOHANNES ANDREAS PFEFFELIUS,
Hof- Plaatfnydet van zyne
G E H E I L I G D E KEIZERLYKE MAJESTEIT,
en Printkonft-Verkoper te Augsburg.
Dejc is ter Wcreld gckomco in hct jaardec Vsrlosfaas
1674- J™ f- "= Biflchoffingen, onder hct
ceScd van den leer doorlachllgen Mart-graat van
Baden-Durlacli, deflélfe Vader is gewedl de zccr cawaaidc
HmJcr van die plaais, Moedcr Hdcna Bocklin,
hct iaar naali daar aan »olgende gcllorven : bcncvms
van Standplaats hjddcn ook van ampt dtzen
aldcrbdlcn Vader uillandig gcmankt de rampfpoedige
inlanJlche 00,logen, waar door het is gereh^d , da:
in het iaar 167^. onze Johannes Andreas Pfcftel naar
Aggsbutg isovergebrachigeworden, welke weldadigc
miMlK hem opbcutende, van dien tyd af den jongeline
in de gronde» der Koper.plaal Snykonll heeft
onderwezen, met 200 groot een goed gevolg, dai hy
in het iaar 1697. beliwaam genotg leheen , ora naar
"Wecnen te gaan, cn de ptOLflluklien z,yner Konitin
dcze Alderdooiluehtigftc woonphats van den hoogllen
Gtbieder ten toon le Hellen: van d.iar vertrok hy in
hei iaar i6o8. naar iyn Vaderland, mit voorncmcn
om l'arvs te gran bemekcn; doch hy hccfi»,yn voornemen
vetanderd door hct geruchl , hem ter oorcn
eekomcn l'an de HuwelyiUchcKeizetlyKLlkchtighedcn
van den Roomlch-Ke.Kr J Ü S t P H U S den I.
te Wccnen te vieren , alwaar als hy gckomen was
lÓQQ heefc hy benooien voor ahyd aldaar ce venojven;
vermerkt daar in door de gunlVvandengroocllen
Monarch der ^riftenen, dcwelkc dcnonzcnvcrwaar.
digde onder de Hof Plaaifnyders aan lencmcn. D-.ch
de zaak is anders uitgevallen, ccn zcer grooi DooJgc.
vai onverwacht gebcuvende, zöodat hy na.ir zyn Augsburg
van Wctncom hecjaar i j i t . wcdcrkccrddc,
cn aldaar op de lyft der Borgers aangefchreeven , rot
zyne bcdgenoote nam de uitgdezenejonkvrouwiM^^-
da/ena Lefer , by welke hy dtic afzetfcls teelende,
Johannes /ladrcAs , nu de vaderlyke voetilappen naftreevcnde,
tot nog toe ovcrgebleeven bcmind. Van
dit zyn cerile Ge^eHchap onibonden in hetjaar 1716.
is hy wederoni Een tweede huwelyk getrecdcn in ha
jaar 17 t7. mcceencMaagdinsgclyksinharcbloeyende
'it\sgA M.iri.i Cathanna Auracher, dcwelke hem VadcT
heelc gcmaakt van drie dochtcrs ende vyt Zoonen,
dr)ch van dcLc laaiileii kweekt hy eeniglyk maar dco
jonglten rcdcrlyk op.
Hct Ampt van AlderetvarenJrtcn Schilder in de
Pnncbladcn gelukkig cc teekcncn bediend
D.JOHANNES MELCHIOR FUESLINUS.
Zuriger.
Hy is by ons geboren in het jaar 1677. van den
zccr dappercn Hop man JehauHet Cafp'iruj ^ cnM^^fUiena
Sinz.: de grondcn der Konil hcch hy in zyn Vadcriand
gelegd in het jaar 1690, onder het bcicic!
van Mayer, dewtlke hy te Bi;rlyn, dczeerbcrocmdü
naar 't levcn Schilder Blefenderi- hem beftierendc, tot
de volmaakthoid toc hcefi befchaatd. In zyn Vader-
I Lmd zynde wcdergekccrd hccit hy zlich in huweljk
! verbünden mct yinita iVetftdii , niet de welk e gelukkige
moedcr van 12. kindcrtn, daar ondcr maarecnc
ecnige dochccr J>m.i Barkira, by zieh vcrmaakc.
De