lih : 'i (lii'C
I:
i . '
l i ' i i :
N A T U U R K U N D E .
v. 19. 20. Daarenboven zoude
G Ü D zo wel deze Dieren, als de Menfchen
in de Arke zelfs door een bovennatuurlyk
wonder hebben kunnenin 't levenbehoudcnj
doch Hy wilde, dat zy allen zouden
gevoed worden volgens de algemeene fchikkinge
en eigen aard, dien hy de Natuure ingeilort
had. Hierom zelde Hy weder tot
v . u . Zo dat de
Arke eene goede Spys- en Voorraadkamer ,
ja eene algemeene Levensbehoiidiler mocht
genocmd worden, die Menfchen en Beeften
rot eene veilige Vryplaatze moeil verili
ekken , wiens we^rgaä noch in voorige
noch in laatere tyden oolt weh- in de Weereld
is te zien gcweeft.
W a t d c Waterdieren belangt, als Vinchen,
Slakken, MolTchelen, en al wat in Zee eniii
itaandc of loopende wateren leeft; voor dezen
was het onnoodig zieh binnen de Arke
te begeeven, dewyl zy genoechzaam buyten
haar hiin leven konden behouden. Daarenboven
zoude men kunnen toeßaan, dat uok
de zogenaamde bafterd Dieren,als de Muylezels
zyn, die uyt verfcheide zoorten van
Dieren geteelt worden, binnen de Arke
niet geweert zyn. Maar liet Ongediert
e , het gene door de Godgeleerdennaar het
voorbeeld van £ ) £ / L.
XV. G. 17. buyten de Arke gefloten word,
zoude ik zo wel den vryen ingang daar van
toeüaan als aan de Olyfanten en Aarenden.
"Want niemand hoeft tetwyfFelen, ofdiezelv
e G O D , die noch hedendaagfch op z o menigyuldige
en zeldzaame wyzen, en, dat vry
meer is, door de allerwonderbaarile hervorminge
zeiß de allergeringite en fchier onzicfatbaare
Diertjes in \ leven behoud, en op
de zclve wyze hunne geflachrcn laat verme«
nigvuldigen, is ook voor hunne behoudeniffe
ten cyde des Zondvloeds wel bezorgt geweert,
hoevvel men niet bezorgt hoeft tewce-
•¿en, waar men bell al dit Gebroed zal bergen
, dewyl "er noch overvloedige plaats en
ruymte voor het Ongedierte open geblevcn
is.
Ook liceft buyten twyfFel allerlei
fpyzcn en dusdanigen voorraad, die met de
aard van iedcr Gcllacht der Dieren overeen
kwam, mede in de Arke genomen; opdat
de Spysmecllcr de vleefchectende Dieren
geen Koorn, en de Koornccccnden geen
Vleefch zouden voorzeiten, dewyl het eene
groote dwaasheid zoude weezen de Honden
met hooi of iiroo, en de Ezels mct het overfchoc
van afgekluyfde beenen le willen voeden.
Voor genoechzaame ruymte hoeft men
niet bezorgt te weezen, gelykerwys de oude
Kerkvadercn in hunnen tyd geweeltzyn,
dewyl men hier boven van hcc tcgendeelvol-
8 5
komen ovcrluygd is gcweell. Hehler is dit
z e k e r , dat men de vlcefcheelende Dieren
e i r zal 7.icn ovcrgaan tot het eeten van Aardgewalleii
en allerlei groente, dan de Hooieecenden
tot het gebruyk van eenigerlei
vleeflchelyk voedzcl, gelykerwys men oncer
de (Menfchen bevind,diezo wel vleefch
als groenten en vruduen lullen. Diis is het
hier niet noodig zyne ioevlucht toteenig bovennatuurlyk
wonder te ncemen.nochtegelooven,
dat'er hongersnood in de Arke geweeli
zy, dewyl eene graage maag ook wel
ongewoone fpys lull. Daarenboven moellen
de Dieren, zo dra de Zondvloed zoude geeindigd
weezen, even de zelven, dat is, van
dien zelven aard en gefchapenheid zyn, alszy
te voren geweefl; waren, en hun eigen recht
en vryheid, die zy voor den Zondvloed hadden,
in de vernieuwde weereld behouden
Verders vind men in de H.Schrift hetby.
zonder bevel wegens het getal endenbyzonderen
aard der Dieren, die met zieh
en die van zyn Geflacht mede binnen de Ark
e moeil laaten:
V
Gen.
VII. V. 2. Hier dient aangemerkt, dat
zieh het eerile onderfeheid tullchen het rein
en onrein Vee opdoet, welk omtrent Acht
Hcnderd jaaren daar na van G O D tot eene
Wet aan 't JoodCche \'olk is vcorgefchrevcn
geweelt, zo dat hier uyt wel is te begrypen,
dat zulks in tyd buyten allen I w ) fftl
niet zonder G 0 DS voorafgaande wille noch
buyten Zyne Alvoorzienigheid gcfchied is,
welk gevoelen door veele Geleerde Mannen
bevejligd word, te meer, om dat het op de
Natuure zelfs fchynt gcgrond te zyn. Zetbi
Atkomelingen gebruykten de reine Dieren
z o wel tot ipyze als tot Slagtofier,daarintegendcel
de onreine en vleefcheetende Roofdicren,
die by onder den naam van
bekcnd zyn, noch tot
het eene noch tot het andere gebruykt wicrden.
Bygcvolg heeft genoechzaame
kenniile van dit onderfcheidgchad.Kn waarom
niet? zegt
moeil volgens G O D S uytdrukkelyk
gebod en van d e Keine Dieren
tot zieh in de Arke neemen; gclykerw\s
de Griekfche Overzerting luyd: maar )vjii-
en meer anderen, zyn van gevoelen
, dat men daar door
d a t i s , behoort te verU-iani byna
X op
i r "
1!. t
I i :
i t i f .