I lllíl I. l'ili'.: I ;|
l i : : : ' ' ; ! . ' !
ili » ^
l i l t
'i - i
'i (•
N A T U U R K U N D E .
P R I N T B L A D L X I V .
lo^
En het gejchtedde m t zeshonäerße, en eerße Jaar, in de eerße Maand, op den
bovcnder Aaräe-. dos
dede J^OA C H t dekzelder Arke a f , en i^g toe, en ziet, den Aardhodem
toas gedroogd.
En in de tmede Maand, op den z¿ven en twimigßcn dag der Maand, ivas de
, Aarde opgedroogd.
De D V I F , ten twédenmaal áoor MO /ICH iUt^ezondeit,
Vergeet haar wederkomfl, wyl 't "juater is gedáald,
T)e Aaräsvader neemt dtt op, dat zy heeft flaats gevonden
IVaar op zy ruft, en lecfd, en vrolyk adem baald;
=t Gevögelt' tvord hier op zyn vryheid weér gegéven^
JVant de ARK, van D /]K öntbioot, • betet geen meir zyn vluets
'i Ontkerkerd Vé mag in zyn Element "^edr leven,
V Viervoetige op de i^ard\ V Gevogelte in de Lugt.
Nog blyft de SterveVmg in de eerße Kiel be¡loten,
Tot dat het Aardryk meér en meér is opgedroogd,
. . Waar na hy vergenoegd zyn vryheid heeft genótem
Daar hy GO'DS sonderen längs alle kam beoogd:
Hier ziet hy 'Daleny daar wel cerfyds Bergen waren y
Gints böge Bergen, daar de Valen zyn geweefl.
Wie kan, 6 GOT)/ wie kan «w wanderen ver klären 7
IVie dat eerbiedig zwygt, die zegt hier 't allermeeß'.
DF r Afgezanien plichc is het , hunne Vorfíen
den waren ftaat der zaken, wcike
zy te behandelen bebben, te doen weten,
maar onze Du^ve tentweedenmaaleuytgezonden,
is tot Noach nier wedergekeert, v. 11.
doch de ahvezendheid zelve, her ililzwygen
xelf, heeft d^n Aardsvader voor antwoord
verlbekr. Hy had kunnen befiuyten, dat
d e Vogel eene plaacs had gevonden , alwaar
hy geinakkelyk rullen konde en leven. Hy
heeft nogtans niet driftig willen naar buytcn
gaan , noch zyne Kerkers, dat ik zo fpreck
e , verbreeken, noch zieh zelven, noch de
Aarde vertrouwende. De gczonde Rede
leeraarde hem, dat 'er genoechzaam een lang
verloop van tyd noodigwas om de Aarde, welk
e hy raiflchien voor oogen had,op tedroogen,
flykachtig , modderig, en ten deele
door uytvvaafleming, tendeele doordewegvloeijing
der wateren indenoudenen diepen
boezem. Geene was langzaam voortgegaan.
deze langzamer.waar door het wa^er meCr
afvloeidenaarde vlakkeLandfchappen,buyren
twyftci onder water üaandenoch eenigentyd
na den nytgang van h'oach zelf uyt de Arke,
van wegens de vaftigheid der Aardbeddens.
Andere meerdere dampen kondcn opklimmen
tot ecn rondom zwevenden damp, dan
genoeg was om dezelve te bevatten , hier
van daan eene langzame uytvvaaileming cn
dat wel meL^r en meér. Doch Moach wilde
zieh ook niet betrouwen, hy was met zyn
ganßhe Hnys gegaan in de x^4rke uyt kracht
van G O D S uytgedrukte bevel Gen. VÌI. t,
Nu verwacht hy van den zelven opperfteri
Wetgever bevel, verzoekt het en verkrygt
het Gen. VIII. i j . Doe ffrak G O D tot Noachy
zeggcnde:v. i6. Gaat uyt de Arke,gyy
en uwe Huysvrouwe, en uwe Zoonen, cn de
IVyven uwer Zoonen met a. Tot noch toe
had hy ondervonden de alderbeile en voorzienigite
hand GODS,geduurendedenganfchen
loop derOveritroomingvanden Zond-
, - . . . . . . ».J VJ s-/ OC U C ^ -
per en Behouder , bied hy ten offer aan Lydzaamheid.,
Geloove, Hoope en aldergodvruchtigile
onderwcrping.
G O D is een G O D van order. Hy heeft
niet gewilt, dat de Aarde door een Wonderwerk
zoude opdroogen, maar volgensde
wetten der herlleide Natuur, alleñgskens
zonder gevoel De getuygenis van deze
trapswyze opdrooging geeft de Text. Het
Charbou vers 13. zetten wy over door
droogy het Jabfcha door de Aar de was
opgedroogt y v. 14. namentlyk hetwaaílemde
meér en meér uyt cíe zweetgaten van d e flykachcigeen
vochiige Aarde, maar ooktrok het
meér en meér weg door afdaalende vlaktens;
De Tydrekening des Zondvloedsílaathier
geflooten te worden. Het blyktuyt Gen. yu.
I. dat het begin der overftrooming invaltop
den 17. dag van de tweede maand, dewelke
overeenkomt met den 3. of 4..Juny lóyS.
AT» doet Noach V dekzel der Arke af op den
eerfíen dag van de eerlte maand, derhalven
C c z. De ill