1 3
' I '
•lì.,!
; I
•.••si; !
-'.i:"
t.'
S 5 GE E S T
op d k wyze van fprceken, als by de Franfthcn
noch Iicdendaagfch gebruykdyk is,
die in piaatze van s^eventtg^ gdyk in 't Nederduytfch
gezegd Word', in liunne Landipraake
Joixmte & dix, dat is, zeßig cn lim,
zcggen. Maar Jefifhus, Augußims, Amb'
Oßiis, Hiejofiytms en meir anderen, gelykervvys
ook de Zurigfclie Latynfclie vertaaling,
zyn allen van de zclvegedachten,nanienlyk,
dat 'er nietmecrdan zeve?: door
vcrftaan nioeten worden.
Ondervvylcn zyn alle deDieren. dewyl de
algemeene overilrooming der gjnfche Weereld
liort op banden was, van alle kanten en
gewellen by den Aartsvader Noacb in de Ar-
Ke gekomen , te vveten op diisdanige wyze
als de byzondere aard en gefchaapenheid der
iJieren mede bracht, dat is te zeggen, de
nienigie op haare pooten, anderen al.vliepende,
cn zomniige kruypendc op hnnncn
t u y k , llcependehun buygzaamen voetcloos
) chaani längs den ruuwen grond. Doch hier
dient vooral opgemerkt, dat dcze algemeene
vergadering of zamenkomil van allerlei
])ieren geenzins door eene enkelde uytwerkinge
van hunne eigen beweginge, maar voorz
e k t r d o o r GODS zonderlinge beliieringe
en Alvoorzienighdd gefchiedis, diedezeredenlooze
Scbepzelen door een ongemeen en
onnaarfpoorlykvvonder tot die heilzaame vryplaatze
en gelukkigc haave hunner behondenilTe
heeft heen gedreven, om hen, nevens
het Menfchelyk Geflacht, bnyten gevaarvan
den aanllaanden ondergang te Heilen. Die
goedertiere cn genadige Albefderder , die
noch dagelykfch de flomme Beeilen hon
voedzel geelt; cn die Icvendige vverktnygen
door de akyd werkende kracht zyner Almacht
beiiiert, voor ongemakken behocd,
in 't leven hoiid.en ieder in zyn geflachtlaat
vermenigvuldigen, is buyten twyflel hunne
onzichtbaare aanleider gcweefl: met cen
woord, die hen gefchapen heeft, heeft hen
ook dit gebod gegeven. Wat hoeft 'er meSr
om hen te doen gchoorzaamen ? De redenlooze
Scbepzelen volgen fliptelyk het gebod
hiins Scheppcrs op,en overtuygen zelfsdoor
hunne vaardige gehoorzaamheid alle wederipannige
en onboetvaardige Menfchen van
hunne goddeloosheid en fehler onbegrypelyke
verilcendlieid huns gemocds. Da'arenboven
is het vvel te denken, dat allerlei wilde
en wreede Dieren buyten tvvyffel opdientyd
tarn en handelbaar van aard zyn geweeli,gelykerwys
zy in den eerftcn llaat der Onnoozelheid
vraren, u'anneer zy door den H E f.-
R E by Adam gebracht wierden, Gen.U.v,
'5- Rygcvolg mag men zeggen, dat 'er door
G O D S Almacht een dubbeld wonderindit
geval uytgevoerd is, het eci'fte beflaat in de
algemeene zamenriicpinge der Dieren , het
andere in hunne wonderlyke tamveranderinge
van aard, die voor dien tyd t'eenemaal bedaard
en getemd feheen te weczen. Die genen,
die na den Val wederfpannig, kwaadaardig,
's Menfchen openbaare wanden geworden.
cn alom door de ganfche Weereld
vcrfpreid waren, vcrlaaten tegenwoordig
door zekcre onbekende kracht of blinden drift
aangedreven zynde,hunne gewoonelyke verblyfplaatzen,
en komen uyt BoiTchen, Gebergtcn,
Dalen en onderaardfche Schuylhoeken,
ja zelfs van onder de Wateren te voorfchyn,
als of zy de aloude vriendfehap willieuwen,
den vernieuw..., en eene zoorte van Verbond
met den Menfchc aangaan: dierhalven
neemen zy hnnnen tocvluclu tot Noach-, die
de algemeene Vader der toekomendc Weereld
zoude weezen, en zoeken onder zyne
befeherminge hun leven te behouden, 2ondcr
nochtans de reden hier van te weeten.
Hier uyt blykt genoechzaara tot fchande en
volftrekte overtuyginge van die rampzalige
en Godvcrgeete flervelingcn,die den Zondvloed
ongelukkelyk beleeft hebben, en door
den zelven clendiglyk zynvergaan, dar zelfs
de redenlooze Dieren vry me'er voorzichcigheid,
dan die verileende en onbeweeglyke
zondaarcn, gehad hebben; te ineii"» om
dat de laacilen van de treurige uytkomiledes
algemeenen ondergangs, die lienreeds HOKderd
cn t'jjintig jaaren iang voorfpeld was. alvoorens
verwictigd en telkensdoor Noachioi
boetvaardigheid aangeniaand waren, en echter
tot den laatften tyd toe in hunne boosheden
volhard en ganfch ongevoelig wegcns
dc7.e fchrikkelyke bcdreiginge zyn geblevcn.
Maar indien mcn de zaake vvcl inzict, zai
men bevindcn de rechte reden hier van gcweeil
te zyn, dat de fpraak- en redenlooze
Scbepzelen door de AlmogendehandGODS
aangeleid cn beitierd wierden ;daar integendeej
de verbünde en ontaarde Menfchen, in
weervvil der Redelykhcid,waar mede zybegaafd
waren, zieh lieten vervoeren door den
dollen en roekeloozcn drift hunner verdurve
Hartstochtcn. en hunne oorcn toeilooten
voor de Goddelyke vermaaningen, zonder
ooit eenig geloof te willen geevenaande
VaderJvke wiarfchuuwinge. die hen zomenigmaal,
doch akyd te vcrgcefs,dooriVi7Äi'j&
gedaan was.
P R I N T -
GENESIS cai».VIT.V.u.
D i l n v i i inihmii .
i p i ' ^
i i i i i j : ' :
Ì b j N '
; Iii:
E