ìt
M , , , . :
^ GE E S T
noch niet verdedt in Water , Lucht, Bergen.
Dalen, Velden, Zeiin, aangemerkt als
een ongefchikten groven klomp, o f , om met
Chivens Geol. C. i. & f . 61 te fpreeken ,
Cometißhe of Staartftarrigen dampkring, isby
verfcheide Volkeren , iclfs by de aloudllcn
cn hunne fchrysers , onder vcrfcheide naamen
bekend. By deiebenaamingen mögen
gereekent worden het Griekfch woord Mot
et 't Hebreeuwfch TbMm van dePhcenicieren;
't Latynfche Ovtm, datis, Ey, van
Orpheus ende Stoifchen; Tartarusvm tícíiodas;
Oráis van Hippocrates; Jíomi van
Dcmocritus; Ereiiis, yííjfiíJvan Arillophanc!
í 't Griekfch woord Oly van Pythagoras en
de Platonifchen , by anderen L'mm , Slyk,
en wel 't allergemeenlte Chaos, ofdeBayert
byde Aloudeñ, volgens de getuygenilTevan
Fe/lns, Cohim genaamt, welk mogelyk van
•t woord Tehu 'of Boba voortkomt. De 20-
gcnaamdc Carreßanex , ot Naarvolgers van
®M Caries, voegen 'er het denkbeeid van
hnnne zo geiegde uytgebmdhcid by, dat is,
des Hemels en der Aarde, of wel van die
ftoffe, waar uyt Hemel en Aarde naderhand
gevormt zyn, Dufdanig is ook het gevoelen
van /luguílmus de Gen. daarhyzcgt: die
Stofe, naderhand door G O D S njerhinge in
zaakelyke gedaanten •uerdeelt,ts oniichtbaare
en ongefchikte aarde, en duyliere diepte
genoemt giweeß, weite hier hoven dennaam
Kä» H emd e n Aarde heep. Deidvezegtin
zyne Schriften cmtr. Mamch. L. I. C, 7.
jilk deefe naamen ,'tzy Hemd en Aarde, 0/
onzichtbaare en ongefchikte Aarde, of afgrond
met duyfterniflen bezet, 'tzy water,
v v a a r o p G O D S Geeftiweefde, zinbenaamingen
van eene gedaantchoze flsfe,
Men kan gemakkelyk het bovengemeld
Thohu i^abhohti aanmerken als eenenhoogen,
diepen en grooten kloot, bellaandc uyt verfcheide
lichaamtjes.naamenlykWaterachtige,
Luchtige, Aardfche inwanorder door elkanderen
iwervende, gelyk de Ouden geleerddyk
meenen te leggen. Hier van komt
die Tluyßerniife of den /¡fgrmd, die allerdikile
en ook allerzwaarile Klomp, behebt met
de allerdikile DuyUernifTen Í want hoewas't
ooit moogdyk, dat de Zonncllraalen , zdfs
wanneerzy ophaar krachtigfteuytflraalt, eene
dampkring vyftig of meér, jaa milTchienvyftigduyzendmylen
groot, met haar lichtdoordringen
kon, dewyl zdfs een dun wolkje
de doorííralinge des Zonnelichts bdet? Mcn
zoude milfchien op deze wyze met Chverus
en HfhPon in deze ChaoUfihe of wanfchapen
fland des Aavdkloots een Comeet of Staartilarre,
of wel eeneongefchikte PUneet, dwaalilarre.
omzet met eene dikke fchoriTe van
duyileredampengezien hebben ; ofanders Indien
men de eeritgefchape Aarde tnet devernieuwde
of herboorene na de algemeene 0-
E L Y K E
verftroominge des Zundvloeds wilde vergelyken.
zo zoude men dezelve kunnen aanmerken,
als eene inwendige Aardfche kerne
alom in water befloten, en daarenboven mec
eenen allerdikilen dampkring overdekt. Dit
denkbedd is genoechzaam beguni^igt door *t
gene men ledl Pjalm CIK D.S. 6. &c. Hy
heefl de Aarde gegrond op haare grondveß
ten: zyenzd nimmermeer noch eeusjuelyk. niee
••iZ-ankien. Gy hadze met den afgrond ah een
kleed overdekt: de IVateren flonden boven de
bergen. Het is ganfch niet verwerpdyk 't
gene de Engdfchen wegens den zo genaamden
Chaos, anders Bayert, met hunne
JtmoJ^hara Cometica of Staartilarrige dampkring
voorhebben •, ook mag mcn weegens
deze Hoffe uytvinden, wat men wil, zo 't
maar die eerilgefchape verwardheid en wanorder
des Aardkloots in eeniger voegen verbedde.
Deswegen kau /•Fhi/lm Theor. TtU.
L. II. naargezien worden.
Zeeker Hoogduytfch Schryver Tliffel,
bekend onder den naam van Chriftianus'DewofriiKj,
heeftgantfchonaardige,jagoddelooze
gedachten wegens den Chaos; het üryd
zdfs volftrektelyk tegen de Thilofifhte , 't
gene men leeilin zyn Boek genaamd, IVegweifer
zum verlornen Licht und Recht: voorzeeker
een werk van eenen Ongodift of
Godsloochenaar, mcir tot de duyilernifle,
dan tot het licht leidende, waar in hy GOD
lichaamelyk en fcheidbaar verziert te weezen.
Zulks blykt genoechzaam uyt zyne
woorden, daar'hyzegt; tue beyderky Effentien,
Weezenheden, des Vaders , dien
hy het Vuur noemt, en des Zoons, welken
hy voor 't Licht erkent, nachdeme fie in der
dem rVefen GOTTES in die
Scb'ii
Schiedlic,
•tgetreten, haben hernach in ihrer
Combination, fi ßthul and Geiß lieh ße fon
in ihrer IVurzeUn ßch felhft ßnd, alfobali
eine cörperliehe coagnlation, doch in durchfichtiger
und helleuchtender Luhts-klarheit überkommen.
Deeze en me^r andere diergelyke
uytdrukkingen, wdken hy gebrnykt weegens
de opkomfte des Uchts uyt de duyllerniireti.
zyn in zieh zelven vol fnoode en argüllige
duyfterniflen, en koomen in alledeelenovereen
met het gene zeeker Platonifch Ffeudo.
Trißmegiflus aanhaalt in zynen zogenaamden
Timander, ganfch onwaardig hier cenigc piaatze
te hebben; men lecftze in de werken van
Marßyms Ficinus.p. t4;7. Dusdaanige gevoelens
verdienen naar rechte daar heenen
verbannen te worden, daardeverdoemelyke
Schriftenvanden onverftaanbaren Schoenlapper
')akobB'öhmeni,i\Gnoc\vvz'a gczonde Philofophie
noch Godgeleerdheid iets toont te
weeten , van alle rechtzinnige Gcleerdeii
verwezen zyn ; als dwaaze en ongegronde
uytvindingen en droomen wegens de voortbrenginge
der Hoffe uyt GODS Wee-
»end-
N A T U U R
zenheid , aan welke dwaalinge de doornachtige
en haatdyke Spinoza in 't gehed
v^l is geweeft, dewylallezyneHoofdLkelykfte
en voornaamfte grondftdlingen van
dien zdven aard zyn geweeft. Men zoude
tot hen aller fchande moogen zeggen, dat
Ovsdms Nafi, fchoon een Hcideif vry gezondere
en betete zaaken wegens dit voorwerp
heeft voortgebracht L. 1. UetamorPh
daar hy in zyneeige taale zegt:
Ante Mare & Terrai, ® quod teiit omnia
Ccelum,
Vnus erat toto natura vnhus in orbe,
Suem dixére Chaos, rudisindigeßaque males
Mec qmcquam nißpondus mer.
Non.
Aldus door den VVydberoemden Dichter fooß
Wra/'raif/inNederduytfchenrymgebragt.
. . . Eer Aarde, e,i Zee, en haaren,
En Hemel, die het AI befpaM, geßchapen
'sjaaren
' Had al de IVeereld en Natuur eu V raoereUs
ßaat
Een enkel aangezicht en eenerlei gelant,
Genoemt de BATERT, een unanfiUkkeM
gevaarte,
En nwe mengeItlomp, een lompe phmpe
zwaarte
Vanzaaden, ßrydigengemengclt Onder een.
In 1 atlde op een getaß. . . . _
_Men moet bekennen, dat deze befchryving,
zo men God als Schepper en beweegende
oirzaàke aller dingen vooronderfldt,
naaft by die van Mozes komt.
Wie zoude immers durvenloochenen, dat
de Aarde ooit eene bewoonbaare en vruchtdraagende
phiatze zoude geworden zyn , indien
de Geefl GO-DS niet hadde gezwelft op
de IVateren, dat is: indien de Goddelyke
K U N D E . 7
If -r- 2 8 voorgeeftä ook de Zon niet, Aarde
en Water door den gloed v.in haarettraL
lenuytdroogende, volgenshetzeggenvan Jo.
Alba eenen Sp,injaart by HaAjfan.At
f U - P - i ^ Ook niet de Lgelen met den
k ' ""kdezogenaamdc
Heleen onder dennaam van de Ziele
« >; r of Fkddl-Democntus
Cbrifhamis, enmeer andere diereelv
^nderlinge iiefhebberf di r
te aangedrongeii worden en nederzeigen •
2.ch zdven om hunne eigen alTche omwenl
dende, v,in welk gevoden Leonh. Chntl
•""•P''">'icher Erklärung Jr
Stell. H. Schnflp ,0. is geweeft: maar d o l äl
bovengemddeuytdrukkingekannochmagandersniet
verftaan worden dan de Geefl Gol
datis de G e d l GODS zdfs, de derde Perfoon
der Alderhdligfte Drieeenheid, die doorzyne
onemdigekraclit den Chaos bewogen vi
wärmt en vrachtbaargcmaaktheeft. die
die vernteum hetgelaat des Aardryks TrJZ
C I K 30. VnßeltdeChaoMunjrp.-^^^-^'''"'
- - 1». uiuicn ae VJC
kracht alles niet bewoogen en gefchikt had
de. De werkende oirzaak der ftoffe, beweeging
en te zaamen oirzaak van de beweeging
e der W etten, is niet min almachtiedanalfervvyft.
Die gene, die deze Wetten, inltdIingenenfchikkingenaarfpoort,
treed binnen
GODS geheiligdegehdmeniffen, en heeft
gewis het allerbekwaamfte middd aan de hand
om GOD te leeren kennen en Hem eerbied
te bewyzen.
Door 't woord, de Geeß Gods, moet niet
verftaan worden een krachtigen noch gewddlgen
wind, naar het gevoden van Onkelos,
een Chaldecuwfche Rabbyn , Mamomdes
Aben Ezra, Theodoretus, Tertullianus,Epißcopms
Hobbeßus, enmeer anderen,
die allen om vcrfcheide beweegredenen en
belangen zulks beweert hebben. Insgdvks
moet men daar door niet verftaan een hoofdftoffdyk
Licht, gdyk Fr. FaleßusSacr.ni-
Dnsbefchryfl Mozes met körte woorden
den oirfprongen eerfte vorminge der Aarde;
dochzon.et,dathyvoIftrektdykdengantrchen
omloopder Zonne, vedminhetHed Aldaar
mee meent. Het zoude immers tegen alle ¡te.
^nd^.^den ilryden, indien 'er jemand zfch
wilde inbedden, dat de noch door een ver
mengde eh wanfchikkdyke Aardklomp tot
byden Knngvan Jupiter ofSaturnus, veA
mm tot aan de Valie Starren uytgeßrekt k
geweeft. De gewyde Schryver maakt k "
minft geengewagvandeze Geftarnten, maar
Ipreekt alleenlyk van het lichaamelyk Slipie
der Aarde op haar zdfs ; niet anders dan de
zaakdykheden en gefchiedeniffen der ahnde
mwff^^befchryvende: gdyk menleefti-P«r
II. s. endeoudeweereldnietheeftgefiaart,.
als hy den Zondvloed Over de'jjeereldder çod'-
loozen heeflgebrägt.ln dezen zin Word de weereldookgeilomen
2. TetK III T.en de Aarde\¡
door het zelve Woordalseen ßhdt wemUgt en
•^^asatenvuurebe-j¡¡iatttegendend¿desOor
deels,ender verdervinge dergodlooze menßchen
V oorzeker heeft Mozes opentlyk den Chaos of
aardfdien Meiigelklomp .illeenin't bovensemdde
vooi-gehad, maar niet dealgcmeene vcrwardbeid
en w.,nfchikkdyke gcitdteniffc van
t H c d A l . c