fi
M'
11'"
IF'
••Hi
i.'l I
i il
1 4 0 G E E S T
ik door Africa reisde, noemden zy eenen
„ pcnning Kefitbam. Wat nuttigheid komt
„ daar af ? dat honderd Kefìihen^vxw dewel-
» ke gehandeld word in de W e t van Mozes
„ verkUarc worden Jionderd danakes. De
e e r f t e ßlocdgetuyge Stephanus is daar van de
verklaardcr Hand. „ Ende -/.y wier-
„ den overgebragt naar ¿VrAew, ende gelegt,
„ JacaÙQH de Aardsvaders, in het graf , het
„ welk Abraham gekogt hadde voor cene
„ fomme gelts, van de zoonen Hetnors-, des
„ X'aders, Sichern. Waar uyt ten minilen
b l y k t , dat de Akker is verkogc en gekogt
gevveell voor gelt, argurio., niet door verruyling
verkregen,het welk inde eerlte eeuw
è n in gebruyk was. /¡braham had , het
w e l k wy op lyne plaats gezien hebben, den
A k k e r bpbrohsoox 4.C0 bikelen gekogt ^aan
Wien ook het verdragword toegefchreven in
d e aangehaalde plaats uyt het Apoileibedryf}
dog'/«^^"^ inonzen'Fcxt . \Vaaromdat?Zulks
mögen anderen in aanmerking nemen. ^acob
ha 1 aan zyne Zoonen, zuileiide naar Eg
V f t e vertrekken , geld medcgcgeven , om
k o o r n te koopen. Arias Alomanus, Maßusy
Scrarius, Bovfrerius, Cajctanus, en
a n d e r e n , voeg--n 'cr by de gedaantens van
het gelt of des l'enninks, en van het Schaap,
en zy ileJÌen dat op die ilukken geics ingedrakc
is, g ewe e i l de gedaantevaneen Schaap,
g e l y k eertyds de KomeinenJ>ecunia,gelt
n o e m d e n , van pecus^ Fee^ en met het afbeeld/.
el van Vee teekenden, volgens f/«-
tatchus in het leven van Fnblkola, en 'Fli-
»/ffj-het X.VIII Boek, het 3 Kap. die aldus
z e g t : De Koning Seìvius heeft de cerile
„ het kopcr met het afbeeldzel van Schapen
„ en Oflen geteekent. En het is bekend uyt
Varrò, en uyt Gellitis Nott. Att. il. dat in
d e alderoudile tyden het geld zel f onder den
t y i e l van Schapen voorgekomen is. Dus iloeg
e n de Pelopotiitezen op hunne Muntllukken
een Schdäpad, chelotieyny de t^themenzers
o p hunne IXidrachmen eenen Oi-, anders een
D y l . Andere voorbeelden ga ik flilzwygend
e voorby. W'at ook van alien dezen zy,
g e l y k het inderdaad bezwaarlyk is den Ifrae-
Jiten geldltukken toe te fchryven n.et het af-
.beeldzel van Schapen beilempelt, zo is niemand
der hedendaagfche Schryvers zo laatd
u n k e n d , dat hy zoude willen bepaalen de
waarJy van de Keßrha.
VVat nu de daad belangt in dezegeweflen
geplecgt ; wel aan laatons een weinig handeien
over de omilandigheid van den tyd,waar
in deze befnydenis der Sichemiten is werkrtellig
gemaakt, en dat uyt de Tuygwerk-
' kundi g e beginzelen van de hedendaagfche
Geneeskunde. De ondervinding leert ons,
dat de pynen uyt de wonden ontÜaande, op
den derden of Vierden dag fcherper worden.
D c z e aanmerking konde^'ii'ö^^inaboorlingcn 1
E L Y K E
niet onbekend zyn) welker vreemde-dienilk
n e g t e n moellen worden befneden.en dieshalven
die fcherpigheid der fmerten lyden.
D e eerrte pyne uyt dekwetzingvolgtonmid-'
d e l y k de ontbinding van het val le, deontled
i g i n g eh ontbindingderzenuvvagcigevezeltj
e s en bloedvaatjcs, devvelke aanllonds gevolgt
word van eene onregelraatigheid in de
b e w e g i n g der vloeibaare dcelen, van het bloed
en het vogi e van de zenuwe. Want dczelve
v l o e i d voor een gedeelte uyt door de openi
b a n d e monden dervaten, ten deele echter
bcgint het te bellollen in de kantlippen van
d e w onde , hiervan daan komt de zwelling,
en de wederomdryving van de vloeibare zen
u w e naar de Herllenen.alwaarhetGemoed
v o o r g e l l e l t word de gedaante der fpanning,
dat is, der Pyne. Derhalven hoe mecr de
v e z e l s op de gekwetile plaats gefpannenzyn,
h c e veel heviger de pyne is, en des te hevig
e r , by aldien veele zenuwen daar te zamen
l o o p e n , want aldus vloeijen d e meerdere tc
i rüg gedreven geellen met agterwaards te w y -
¡ ken uyt de zitplaats desgemoeds met z o veel
' meér gewei t , ja Horten daar op. Zyitnrten
daar o p , z e g g e ik, w ant daar moet eene nieuw
e w-eg worden geopend voor het bloed en
d e g e eüen, w e l k e deze vloeibaare ftoficn niet
v i n d e n . dan door g ewe i t h e t bloed n u buyt
en zyne vaten, in den beginne zoet enzagr,
w o r d allengskens fcherp. de baUemagtigc
v l u g g e r e deeltjes wegvi iegende, en overblyv
e n d e die gene, dewelke mcér ziltig z yn, en
I aardachtig)en door het verrotten o p den derj
den dag etter vcroorzaken, her wel k door
z y n e fcherpigheid de bloote zenuwagtige vez
e l t j e s knaagt, beroerd, ilcekt, by gevolg
pyn veroorzaakt, en dat wcl zeer gevoelig.
Ün dcze zelve fcherpe zoute deelen,methcc
w e d e r o m k e e r e n d e bloed door de monde n der
aderen vermengt, verwekken door het ganf
c h e levens-vog't onregelmaiige , koorisagtig
e opgillende bewegingen, waarvandaande
k o o r t z e n doorwonden veroorzaakt voortkomen.
Uyt deze beginzelenval t het nu gemakk
e l y k te oorde e l en, waar van daan tot d e wonden
toefchieten, G e zwe l , ünt l l e eking, Roodh
e i d , P yn, Koorts, zelfs nu cn dan S tuypen en
Irilhoofdighedcn. Het komt hier van daan ,
dat de Wondheelders, die in hunne konrt
ervaren zyn, de gekwetile deelen op den
Vierden of vyfden dag niet gaande maken »
maar zagtclyk behandelen. Zie hier den güld
e n Regel van Hippokrates in zyn ßoek ov
e r de Brenken §. 33. „ Wanc men moet
„ geenzins op den derden of Vierden dag all
e wonden bewegen: en op dat ik het in
„ een begrip zegge» het is ook dienfligbin-
,1 nen die dagentevermyden allehetgebruyk
„ van Spiegels, en ook andere dingen, waar
„ door de wonden gelergt worden. Want
n in het gehcel veroorzaken de derde en vjerd
e
1 A.Ji, XCIK.Ji
C I r . x j c s i í í ^'ílp.Axxv^v ^.ii.
S e p u j c l i j u j u J)el)Oi'a'.
l / p Ä u M i p. - i . i i .