N A T U U R K Ü N D E. I i
P R I N T B L A D XIII.
Net tierig TLUrMGETlIERT,
"Dm toiien d'iarde zniiert,
Zmgt 'j- Schepfers Heerlykbcden :
Zyne aangcnaame Stem
Roe^i Hcmelxiiaarts tot Hem
'D'Jard-jijQonders vm benet-den.
HEt deftig Schouw-toncel dc7.er Wecreld
neemt dagelyks mecren meär toe in heerlykhcid.
Slaa de oogen Hemclwaarts , gy
Aardelingen, die denzwaarcnlaft uvvslichaams
uaauwlyks een voet hoog van den grond des
Aardryks door eigen kraelit kiint oplichten.
welkers edele en vrye ziel hier beneden gevangcn
zit ; zie opwaarts, zeg ik, en looft
GODS Grootheid. Befchouwt hoe het nieuvvgeboorenPluymgedierte.
zo Konñ-en talryk
in verfcheidenheid van aard , grootte en
allerlei vervven j d oor zyne vrye en vrolyke
vlucht, door de aangenaameenfnellebett-eeginge
van zyne cierlyke wieken , cn door
het liefFelyk en zielroerend geluyd zyner keelen
de opperzaalen verciert, en de nederige
Aard- bevvoonderen door zvnen zang ten
Hemel fehynt te noodigen. Vliegt het naar
tcr. rrsinfen met uwe gedachten , en zingt
met het weeldrig Gevogelte de Lofzangen
uws Scheppers. Wel is waar, dat men hier
het mindere voor het meerdere, dat is, de
Hechte Ongedierten voor de tierige Vogelen
geplaatft heeft, hoe wel ieder in zyne zoorte
nierkwaardig en voortreffelyk is; doch om
die reden heefr men billyk geoordeelc die
Luchtfchcpzelen eene ¿ondcrlinge plaacze te
l.\aten bekleedcn, en hier van de l^ogelen in
' t byzonder te handelcn. Daar en boven is
zulks des te noodzakelyker, alzo de verfcheidenheid
der zelver zo grootenwydloopig is,
dat menze zelfs in een ganfch boek, zoals
dat van den beruchten Engelfchen Ridder
WilluughbyK, diedezeltaSe in zyn Latynfeh
werk, Ormthologia genaamd, voortreffelyk
verhandeld heett, in haar geheel en naar den
cifch van zaaken naauwlyks zoude kunnen
vervatten en uytvoeren. Hierom is't, dat
men zieh zal vergenoegen met hier cíen often
ininllen weinigen meér van ieder zoorte van
Gevogelte, om de vvydlopigheid te myden,
voor den dag te brengen. 'T zy genöech
alhier i t n Jmd , Koning der Aardfche ert
kromnageligevogelen, Afnevens d e n " J "
gmi b. tot voorbeeld ten toon te Hellen Onder
d>e genen, die rechten en min omgl
Lromde bekken en nagelen hebben, zyn de
Raave c . en ¿^ Hopp, D. Onderde Aard!
fche Vogelen is de Strm^vogel E degrootfle
net haaren H Hiime F. met aan G. wel de voornaamllen.
Om den nieiiwsgierigen Lezer een eigen
en volkomen denkbeeld van de wonderlfte
tedmge deezer dieren te doen hebben, zal
men hier, onder de Cieraden dezes Printblads
den onderlcheiden toeiUnd en eefchapenhcden
vaa eenige bebroede Hoendlr-eve^
ren, zo als die ieder nazekerverloopvan tvd
bevonden worden, tot genoegen der Liefhebbers
byvoegen , ophope, dat deze op.
merking, fchoon zy uyt den naauwkeurigen
Natuurbetrachter Ä /^t o j o n t l e e n t is. S S
onaangenaam zal wezen.
N. I. zietmen, te weetendoormiddelvan
eenvergrootglas, den eerfienaanvang ofiMp-
T ' -Ü f,.'''"'' van een onb£.
broeid, doch vruchtbaar Hoender-ey
N. i. Hoedanig zulk een Eygeflelt is, na
dat het zes uuren bebroed is geweeü
tw^a-lf^uur^r"^
N. 4.. naachtienunren,
N. f. na vierentwintig uuren.
N. 6. na dartig uuren.
N. 7. na zeseudartig uuren.
N. 8. na veertig uuren.
N. 5. na verloop van 2 dagen.
N. 10. van 3 dagen.
N. n . van 4 dagen.
N. 12. van 5 dagen.
N. 13. van 6 dagen.
N. 14. van 7 dagen.
N. 1}. van j dagen.
p R r N t--