9 Ö G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D L.
MF.n vind van de viervoetige Dicren,
mecr als van MenfchenjOvcrblyfzelen:
gehede Bcenderen verzonken in de onder-
Ite dcelen der Aarde ne^rgelciic, zelft in
SLeenen ingezonken, welker zelfltandigheid,
de juyile Groote, Gellaice, Vooruetcing,
Holen, Garen, daavenboven de Scheikundige
proeven ons geen twyflel overlarcn van
den eerllen oorfprong uyc de Beeilen, zelfs
uyt dicofdat zoort van Viervoetig Gedierte.
\Vy hebben ovcrblyf¿eIen vanPaarden,
OiTen, Schapen, Harten, Olifanten, Haged
i f l e n , eindelyk welke by de Viervoetige
Dieren aangeknoopt worden , van Slangen.
Dat voor tegenwoordig eenige Monilers genoeg
zyn.
N. 18. Eene Baktant van eenen Ollfant,
uyt hct Kabinec van den Heer Kisner.
N. (9. GedaanteinhetXLVIlIPrintblad
zyn uytgegrave Tandenvan andere viervoetige
Dieren.
trm'
r