N A T U U R K U N D E .
P R I N T B L A D VIII.
G e n e f . I .
f ie kau het Onderfdteid, V Cetäl en Krachten
¡^e Mt de ^cm^te der Vruchun on al -t zTd '
•Da, aa„ 't Cetoomte •c.afl cf in aderfßaah
H ^ S Ä ! a S ^ ^ S S ^ SS ^
laagte der oppergronden des Aardbodems, d^urte S d e r i / en ge»
en in de afllroominge der Wateren längs dé den Boom¿r s? ^T " ® " ' Kriylaagere
vlakien, zo d « de ruyme en w® eile I V ^ u c h t e r Za'^dí^!: ' n i™' '
Rivieren enz. denSsee™„±?/ ^ We ke wonderhemetdeWaterengevultzyn.
Ma.r na doet
fflchdenaakteAardeop. eene eflen en kaale Ln^íoc k
Vlakte, eenonvercierdegrond, zondereeni- I v S onmMHHv?
gen luyfter of opfchik v?n Kol'euren cf Cie- | ke^des a ro n f
raaden 3 ja dat meér is, heel affchuwelyk voor nrekielyk 4 „ d O "
t oog door haare leelykeenmorzigegedaan- heid der G o L I Í m
tevanflykenmodderiwelkencrdiletoetad fuwr ,e zvn S S
echter geenvruchtryk Zaai- en sleek-Vel d of mauwkJur'„ Ontleedkunde
l.et te zyn, als bezwangert door de voed- I t " terírndfe n f S '"®'/''.®™''®^
jaame itoffe ™ het flykagcig water, yoor- ' daagfch in de 2
ieker een vette en bekwaame grond, waar 1 gebfuyk word om n f ' .^«»fch'PPen
uyt allerlei groeijende Krnyden ?n Gewaffen : leeren k e n i n Z -ÍJ te
overalmmenigteopfchieten, die op éénen : g l S ^ d l tor f ™ ^'ergrootoogenblüt
de bloote Aarde, diealleivrncht- f Ä
deelen, maff ik -jpaopn. l. . t ,,
««BY.umi uc uluoie narde, dieallervruchtbaai
He Moeder, meteennatuurlykkleedvan
aangenaame groenie en allerlei lieffelyke koleuren
bedekken , en tot 's Menfchen en
Dieren nooddruft opfcliikken i het welk voorzeker
geene enkeldeuytwerkingvan eenige
inwendige eigen kracht, maar weleen krachtdaad.
gwerkvan GOOS AlmachtenZegenis
G O O S wil en bevel was, dat de Aarde,
die onhebbelyke, onbeweeglyke en lydende
floSe, jeugdige, aangroeijende, ja wel
volwafle en volmaakte Kruydenzoude voortbrengen
. die de kracht hadden van Zaadmaakend
Zaad te draagen, datis, die bekwaam
waren zieh zelven uyt te breiden en
te vermenig^ldigendoor de voortbrenginge
yan Zaaden, Wortelen, Bollen, Pooten en Uytich:
etzelen, die zieh zelven en hunnen aard
konden voortzetten. Welke Zaadverwekkende
kracht,20 onsde dagelykfche ondervinding
leert, byna in alledetoppen eenesBoomsis
W le moet niet bekennen , dat het fchier
onpgrypelyk en alles- overlreffende Konft.
iluk, welk voorzeker eene eeuwige macht
en onemdigeWysheidvereifchte, bynazelfs,
Ten h: ® hy brtuyweegen,
en zelfs niet het oog naarsaan 70
veele millioenen van voedende, heen en
weervoerende Lucht-en- Sapade tiefen"' el"
fynfteveezelt,es. die allen onderfcheicenN
lyk in een en liet zelve Gewas bevonden en
p i e n worden? wat zai zyne verworfderinS
noch meir en meer toeneemen , als hy z"?
Gewas, ja Bladen, Bloemen, Vrnclitcn en
Zaadvaatjesreeds afgebeeld en zelfs we.entjai
lallllef il. einfle, ' 'e'n' "br ynaonzichtbaarZaa'd'fkeoinr-,
reltje . Watzal men zeggen van een en het zel.
ven voedzaam Sap, dat vanzulkeeneonein-
,V Hnl° fuytvverkinge en kracht
IS. Hoe wonderlyk doet zieh de gefchapenheid
zelfs vandeallergeringfte lichaamtjeTop,
wanneer men bemerkt, hoe aardig dezelven
gefchikt zyn, en zieh in ejkanderenvooen"
Voor al mag men hier dezcldzaameenoverl
vloedige voorlcelinge van ieder zoorte van
i ' ' Ge .
' l.li ; i
i rill
I! •
II;