il,!!, ,
l ü i i i k I
n i ' ! ^
printb. 43, Daar bruift cen Oceaan van ondercn en boyen Desafgrondsiluizenzynomnocendoor UODb hanJ,
Het waicr vloeid roniom van' t hoog- naar 't läge bnd,
Om cindelyk de fpics der bergen te overft romen.
Wanhopigraensdom, nu, nuisdeitrafgckomcn,
P i c Nodcb u zo langen dikmaals hceft vooi-zcid i
Help nu het wacer door de trdnen, dicgy fchreid ,
Vermccrd'rcn, daar gy zict hec dry vcnd huis gellücen,
Enuvanallchulp, inditgevaar, vcrftoten;
G O D 5 wraak word niet voldaan door zugccn of gcwcen,
Manr door uwc aller dood en ondergang allecn.
ö Trcurwneel 1 'k kan uwe eilende niec a;inlchou wen,
En magrig blyven om myn tränen tc weciliou wen,
Des deis ik van u af mec ccn ontfteld gcmoed,
O p dar cen blyder Uofdit lyden wcer vcrsoec.
Prmtb.44.Maar welk cen nicuwetwi ltwecrhoudmy uimynpogeil
?
Zal ik het iverktui;; van den zondvlocd hier beoogcn,
Waardoor k t waccr op den anrdkloot wierd verlprcid ?
Nccn. ikhouwmyvernocgdmet G ü D S almogco-
Want Hy , die alles heeftuit Niet tot Tee doenkomcn,
Kan ligt de wcreld docn door 't water overllrömen,
Z o dra zy n dondcrftetn den afgrond openbrcckt,
En roet volftrekt gciag tot alle waat'ren fpreekt;
Folbrensrnm-wU, endoebctge enu-wordgehden. _
Geen ander Werktuig, dan G O DS wil, was hier
van noden.
Pnntb.4;. Daar zien w y ' t Aardryk heel met water ovcrflroomd;
De woefte Z e word met geen ftranden hier bezoomd,
IScen, alles is in' t diep van't bruiflend nat verdronkenj
Tfcbtrgen^ heuveUn^ tnklippen, tnffelonktn
ZynmetdeGolvenvandenüceaanbedekt,
Waar uit den nieuwen ftand,desAaidryks word verwekt,
Om Noachenzyn zaad een woonplaatste vcritrckkcn.
Printb.46.6 Zwiiz erfe Alpes "k voel door u myn aandagc wekken,
Om dit groot wonderwerk nog verder naar te gaan,
G y wyft my op uw fpics lict merk des Zondvlocds aan,
Dooralde ßr'iemn , die de ftroom hceft naar gelaten. ^
Verbünde Twyti'laars, die de waarhcid Ichynt te hatcn,
HctilomGebcrgtedoctuzwygcn, metOodsmagt
Uaantetoncn, cn ontzcnuwd aide kragt,
DiegyaandcNatuur, ceruuk'loos, toc dorft fchryven;
G O D fchicpcerftdcNatuur, dicsmoec zeccnfchepzel
blyvcn,
Dataaneenhögermagtzynwczcniiverpligt.
Wacnieuwc wond'rcn zic ik wecr voor myn gczigt ? "11115.47.
F erße ende Kiuidi'H en verharä e F eldt^cwaßitf, Piiiub.48.
Geciiigcnsdie mcc regt dc-ngiotcn Zondvloed paflen,
Om de.bcftryders van de Waarhcid ce weerllaan,
En hcn met Ichandc en ichaamtc op 'c aangetigt tc flaan.
't F erßsende Menßinüt zal du nog raccr oniblöten,
0.rn alle twyffcl ing des Zondvloedsom te ftöteu,
Als 00k de Baktand van den grötcn Elcfanr, Priiitb.yo.
Dusblyfcdcwaaihcid van G O D S hcilligWoord m
ftand.
6 Hcer'lyi? Konftwerk door geen fchattcn te waarde-
Hoc zal ik S c H E u c H z E R s naam en zyn gelcerJ«
hcid eeren,
D i e , door de Tekcnpcn van Pfef fel onderfchraagd,
. , , ^
Met regt den lauwerkrans der wäre wyshcid draagt ?
Kunftheldcn met wat dank, met wat ccrbiedighcj^a
Z y n w y verpligt om u in het gemoet le treden,
En u met diep ontzag te groeten voor de gunl l ,
Die gy aan ieder een becoond door uwe kunll
V werd nooic lof gcnocg naar uw waardj gcgevcn.
Is immer Seneca door den Romcia verhevcn,
üfSeiJ.scsom zynkunftinGriekcnlandgeroemd,
L y dat gy beide door myn Zangnimf word genocnid,
Een nieuwen Seneca, cnSeuxes, wicns vermögen
Tot'swcrddseindczaluitfchitt'ren inelksoogen,
En blinken als de Zon in hären dägenraad,
Vervolg dan Helden, volg den aangevangen draad
Van uw begönne w e r k , 'tgeennyd nog tyd zal fcheaden,
Voor dat u w Namen met het eind' der wcrdd enden.
G. T Y S E N S.
t
. {JS
i .'.i-iipL.
r t it!*«'