' li-IfilT: ' I'
m
G E E S T E L Y K E
I I S
Abraham is geliifl nan G O D op te öfteren
eene ^eerze, iJeife,ca /ia»/,millchien äriejaarige^
om dat deze Beeilen in de kracht
luinner leefcyd vol ilerkte zyn. Zo beloofd
Canymedes, by i.ncianus in de Zamenfpraak
der Goden, Jupiter gefchaakt eneifchcndelosgekuen
te worden, awwyuptet tezol-
;' len oifevcn, ee»en drfejaarigen grooteu Pam^
die de Kudde in de JFetde voorgaat. Hoedanige
Ram van de Grieken arneios en mosias
in het Grieks genaamd word. Heßchiusarvetos^
tneteys krios. By de Dichters trikoufost
dac is, driemaalge/chooren.
Ende het wilt Gevogelta hvam neder ob hei aas, maar Abram ioez het wef.
Gen. XV. V.II.
Wien her onderfcheid der Vogelen tufichen
Graan en Vleefclu-etendc is bekend
, niet allecn .door verfcheidene ipyi
e , inaar ook geihlte des lichiiams, voornamentlyk
van de Nebbe en Mage, verilerkt,
7.al niec ontkcnnen, dac door g»aii hier niet
enkelyk moeil verilaan worden cen Vogel,
?o maar in het algcmecn genaamd, maareene
vleefcheetende. enroofachiige, hocdanige namcntlykdoovdcnreuk
derdooden gelokt,op
: dezclve nedervalt. Het zelve woord komt
j voor Jol; XXl^IIl. 7. 'De Roofuogel heefi
] hei fad niet gehend: en van het Hebreeuwfch
[ is mülchien het Griekfche aetosy aietosy een
i yjrend, de voornaatnfte onder de Roofvoo-
' gels voortgekomen. Maar ook Ürekt zieh de
' beteekenis van gnait verder uyt tot andere
' viervoetigeroofachtige wilde Beeilen.
P R I N T B L A D LXXVII. LXXVIII.
Ende Abralmm haajlede ách m de Tente m Sara, enk hy zeiá: ífo«/? u, hieed
!i dñe Maateu meelbkeme, ende maah Koeken.
Ende Abrabam l,ep tot de Rundereti, ende hy nam een Kalf, teeder ende m ende
hj gaf het aan den Knegt, die Imaftede mn dat toe te mahen.
Ende hy nam Boter ende Melk, ende het Kalf, dat hy toegemaak hadde, ende
hy mtede het hen voor, ende ftond by hen onder dien Boom. Gen XVilI.
V. 6, 7, 8.
« Sñm was ecnc zoort van ccne Mure.
Dnj '^ord da Gaftvryheid dotr ABRA fl A M volduan
pe GOTlSGEZ/INTEN zv hem «angenam, en waardh,
By maant zvt SARA rot ¿e fpysljczorgmg aan,
Eit toond zig ovsral ejf need'ng eit regívattrdíir í
OUaar SARA'S mderdam -xord her een ZOON beloofd.
6 Il'onder ! 't geen zy zelf omnoi^lfk agt u inizen-
Maar vie hefaatd de tnagt i¡a,i Y ie¡i-j.'ig Ofperhmfd'i
'Bus ts V volbrengen dier bebfte itivl te -vrczen.
> SARA wees geruft, u-^ twyfUng rerrt GOBJ magt:
Cy zult door tydsverloef den jongen IZAAK btífen,
Hy moa d'Ofíouwtr zyn van ABRAHAMS Gejkgt,
Na dat de dood het hgt des Vaders hmt te bluíTen
Hee emdelots, á GOD! ,s tra,e almígentbeid,
Ule SARA'S ouderdam cen jongen ZOO ti merzeidi
Hier komen tu-cc zaakcn voor, onze aanmerkingwaardig,
het-¿oon van jBrood
of /<oe¿, en de Maate.
De namen der Koeken, dewelke Sara,
i ^ i r Ä O T j alJerbeminfle Huysvrouwe haare
zeer heilige Gaftcn moefte toebereiden zyn
gnuga aignouga, in het Kaldeeuvvfch C W -
rah, in het Arabifch Mali!. Ook is tegenwoordig
by de Arabiers%;M "Ügga, Krood,
of ecne zoort van lioek; maar het welke in
eene Braadpanne, Eijeren daar zynde doorgemengd,
word gebakken. In het Griekj
enkrufhias, als of mmioiie.weg^eleit.verborgen,
om dat,wanneerhct gebakken word,
hvt
J ^ x x v n .
Cr.NESIS CfliJ.XVIU. V. fi T s.
C o j i v i v i u n i A l u - a l i H i m l i c i i - i u . ( « i ß S i n i l i a m i t Utiuirffirff •'^•tlfrr'
..Ii
l l i i
" • i
Í É