?
•lüls
.... ! ,!H:
:i r)
, iii.ll
(Uli' Ii li'IH
®ii S3ä I
1! iH I
N A T U U R KUNDE.
Maar ach\ zyn A'ranta h dooT nieuwsgierigheidbiwdgcii,
Om weer le rüg te zien »aar ilie vervkekte Slad^
Waar of haar "t Lrveu ett de Ziet¡Iraks is omtmeit,
Daar ^e in ZO'ÜT'FTL/t AR vermiäerä x W , m dat
A] tGoddeljkgebod, äoar de Etig'lm haar gegevea,
'Dorß door meuwigieriglieid, af t-jiyf Lng wederfirivin.
i AT)ITH! hadge uw k f l tat om te zicn verzaati,
Daargy de vuurflraf'jaaard van Sadoma om-sriken ,
Viv deeflyk ht had moit uw Naam bekent gcmaakt ^
Ofgy ¡mit GOD vergramd om zig terßand te wreke/r;
Maar ach ! Nieumigierigheid, -wat hebt ^e al kwaad redaa« ?
Gy hebt door d'Affelbeet zelfs d'eerflen Mens verraäa.
I 2 t
DE Huysvrouwe van Lothheahachterom
gezie», eis ta opiiaio, achterwaarts ,
•¿ynde met Loth cn de Dogters op dezelve
reize, in het zelve, gelyk gemeenlyk gefchildert
Word, gezelfchap. yichter hem,
gelyk het Hebreeufche meacherau,^! ^ Latynfche
vertaaling gelyk, namentlyk dat
nu al de Stad Zoar was ingegaan. Dus komt
d e Latynfche met onze Duytfclie niet overe
e n , nademaaldezeeenvoudiglykheeft, achter
hem, hinter fich, na hem, zi na hem,
Loth. Dog beide heeft können zyn voorgevallen
, en zy nieuwsgierige agter zieh en
agter hem hebben omgezien, |a of terugget
r e e d e n , of gedagt hebben weder te keer
e n , het welk te giflen is ny t de vermaaning
van den Heiland Lm.XVll.li. Gedenkt aan
het wyf Loihs,
Van grooler belang en zwarigheid is het
verfchil Over den Zoutpylaar ^ in welke de
Huysvrouwe van Lotb\% veranderd,namentlyk
door de zwavel verbrand, als Aben-Ezra
wü: anderen het mclach,zout, leenfpreukig
nemende voor een zinteeken van ccuvvigduurentheid,
zo dat netziib melach, cencn
onverderfehken 'Fylaar is, eeu wig nullend
e duuren: gelyk Nnmer. Xi^lll 19. een
Zout'verbond genomen word voor een duurzaarabeihnd,
nooitzullendeophouden. Hier
van daan is gefprootcn de verciering wegens
d e geduur£aarnheid van die Gedenkcceken,
her welk Jofefhus bevcftigt met zyn eigen
ooggezichte, cn zo verrc Ikckken het uyt
TeriitUianus de Sodoma Caim. en Tre»ans L.
l y . de ?.l te ligtgeloovigc Vaders, dat
het tot hunne tyden toe met alleen de uytvvendige
gedaance heeft behouden .maar ook
het onderfcheid der kunne, ja dat het de
vrouwclykheden ondcrgaat. Alle Outheid
heeft icts dae grooter vuord. W'v gelooven
voor dat wy het zicn. Wy nadcrcn tot de
heilige dingen als door vooroordcelen doorzult,
cn de oogen worden als bctooveit, zo
dat de ziel ophoud te onderzoekcn. En wat,
by aldien de gene, die daar omtrent woonen
de bnytenlanders naar zieh trekken, en
mifTchicn eene, geene te verachten , winft
daarby vinden? Eene zoorte van Godsdieniljge
Bedevaard, ten minüen van eene nieuwsgierige.
Daar zyn inderdaad Verbonden geweell
door Zout bevetligt, gelyk Offerhanden
door Zout ingelcid; dog is het Zout
geen zinnebceld van eeuwigduijrentheid,een
lichaam door water konnende worden ontbonden,
maar veel eer Yzer en Keilleen.
Heinßiis Exerc. N. T. vult den zin van
de woorduytlaating. Steyky halos, is zo
veel als hoos ßeyley halos, gelyk als in het
Hoogelied : Vwe oogen zyn Duyvetioogen,
dat is, als die van eene Duyve, namentlyk
de achteromziende heeft haare genegenheid
gericht eerder als eene hervorming geleden,
als eenen Zoutpylaar. Eene verftandige uyilegging,
behoudens zy maar waar zy.
Andere Uytieggers bchaagcniet zozeerde
verniettiging van de zelfftandigheid, dan de
byzetting van iets van eene andere natuur,
dewelke v o o r g e v e n , dat zy van binnen en
van buyten door Zout vervnit, üyf is geworden.
En op dat niemand denke,dat dit
Gedenkteeken niet min eeuwig zoude zyn,
dan zyn de tegenwoordige vredemakingen,
dikwiis uiiauwelyk's weinige maanden of jaarcn
zullende duuren, brengen zy ten voorbeelden
by de ceuwlge rotzen van graafbaar
Zout in Afrika^ Tartarye, häie, Jrabie,
Polen, Zevenbergen, van het welk
'Plimus Boek XXI. Kap. 7. Her zelve Zout
voor het Yzer onverwinnelyk. Mcn heeft
de ZoutehHyzen van de Genhccn by Strabo
het XVI Boek. Die Beijerfche Boeren met
hunne Koeijen, door eene aardbevingen befmettelyke
lucht aangegrepcn zynde,in zoute
btandbeelden veranderd by Aventmis in
d e Bojaarfche Jaarboeken. Welke vertellingen
verdagt zyn; de natuurlyke gefciiicdenis
levert verbetering uyt.
De vrage is langen tyd betwiil, of onder
de wonderwerken moet gerckend worden de
verandering van /Jdith, dus nocmen de Joden
het wyf van Loth, in eenen Zoutpylaar ?
Zommigen zyn voor debeveiligende, anderen
voor de omkennende mcening. Beide
milTchien niet te recht, om dat de wyze, "
op welke dit gefchied i s , niec bekend i5.
Het is zekcr een zeer zeidiaam bewvs.
H h
lol
il
:: f.:
III