I 5 0 Gv E E S T
maar die oudere van Laban voorwerpen alleen
van aanbidding, afbeeldzelen van den
onzichtbaaren G O D , Beeiden van zommige
Voorouderen, Befcherm-GODEN ter
gcdagtcnis van de Huysvaders gemaakt,dog
ny vcrvolg van tyd tot toverachtige en Duyvels
konllenaryen getrokken ; over alle wel«
ke dingenik mynoordeelnogwilnochdurve
tulTchen inzetten, het welk ik gewillig overlate
den geenen, dewelke in de Heilige Oudheden
mecr ervaren zyn. Ten minllendoet
deze tnyne, hocdanige die ook zyn mögen,
afvvydingetoc cn buytcn denbikenbooraCOlyfboora,
zcgt hec ipreekwoord,) dal men
ter befchouwing geeic den oorfprong enden
voortgang der Afgodery van de Heidenen,
en hoedanig dczelve, dikmaal van de alderrederrte
beginzelen ontilaan , hoog is opgeßeigeit,
en byzondcrlyk door het Ooiten
uyd en zyd hare armen hecft uytgerirekt,
maar ook door het Wellen. De menlchelykc
gemoederen zyn denkbeeldcn van de
Godheid ingelcliapen, .en het aanwczen van
G O D blinkt door uyt allede werken,maar
de verdorve Naiuur verciert ziehkleineGoden,
en door eene vcrfoeijelyke hervorraing
verändert zy de Schepzclen zelve in den !
Schepper. Zo veele Afgoden als 'er zyn in '
E L Y K E
de Oude en in de tegcnwoordige Weercld ;
gelyk 'er zyn als ontelbaare en onmatig vele,
vele voorbeelden zyn 'er van fchandeiyke
V'ergodingen tot deze opperile waardigheid
ziet gy niet alleen opgevyzelt Kngelen , die
verilanden verheven boven onze beflaanlykheid,
reine en onreine, maar ook Vaders»
Groolvaders, V^oorouders, Helden, Mannen
en door heiligheid, ofwetenfchap, of
uytvindingen, eti andere verdienten doorluehtig,
de Gcllcrntens, zo vaile als dwa-
Icnde, Gediertens, groeibaare zaken, Stee.
nen, Houten, enwatnietal? AI, waar in
zy den vinger G O D S zagen in de werken
ran G O D , gelyk zy overäl zagen , zagen zy
G O D , maar in Scliepzelen liervormt, van
zynen geeftelyken en heerlyken Tljroon afgebonlt,
onderwierpen zy hem aan de oogen,
of andere zinnen, of ten minften hebben de
verftandigeren onder hen dedienaarsvandea
aldermagtigilen Koning aangebeden, op dat
zy zieh de opperfle Godiieid gnnffigmogten
maken. Hier van is gekomen de dienll der
Sterren, der Engelen, der Dieren, cn wie
zoude können optellen alle de zoorten des
alderfehandelykllen afvals» En vvel alles door
alles.
P R I N T B L A D C.
E„de dk Y de « ZIBEONS, A J A ende ANA : die de „myk„ in
de H'oeßyne gevonden heeft, doe hy zym Vaders ZIBEONS Ezels wevdde.
Gen. XXXVI . v. Z4.
DEze IS eene van de aldermoeijelykfle
piaatzen uyt de H. Schrift, welkers op.
heidering eerder is te verwagten van de algemeene
Letterkundigen, dan van de naarftige
Onderzoekers der Natuure. Want de
ganfche vrage komt hier op uyt, wat'er moet
verilaan worden doo^yemim^ welk woord
wy door Muyieii vcrtaalt hebben ,en met ons
'Jonathan in de Uytlegging Bere/chith Rabba
de 8i. yerdeelmg. Ißäarus Orig. XU. Bock
I. Ka}. en zo vele Overzettingen en Uytleggers,
dat hetgetai htt zouäe verdedtgen^ en
de Legerbenden door het fcbild aan een ge-
•voegt.
Dog voor het tegendeel ftryden de alderkraehtigfte
bewysredenen. i. Een Muylezel
is by de Hebreeuu en Fered. Ook zult gy
by geen Oofterfche Volkeren vinden , dat
iemand dit zoort der Beeten Jem 'm genaamd
hebben. 2. Die de wyze om de Muylezels
aan te fokken zoude hebben bedagt, zoude
van Moshes niet gezegt worden dezelve te
hebben gevonden. Maza beteekend in de
H. bchrift eene zaak vinden,dewelke reeds
IS Alhoewel der Grieken exeuriskein, en
der Latynen inveniri genomen Word voor
lets naaritelyk uytdenken. Dus vii.d men by
den Uytiegger van Homerus lliad.het Si 2
Vers van de Heneten: Hopou to toon heymionom
gems efenoeithei frootoa kai cxeureythey:
Datis: jiiwaar het gcßagt der Muylezels
het eerß bedagt en uyigevonden is A.
na Word gezegt geweid te hebben de Ezels
vanzynen \iAetZ,beon: uyt Ezelsnualleen
worden geene Muylezels geteelt, maar uyt
cenen Ezel en eene Merrie, ot uyt een l'aard
en
(iKNltSIS C/ip, XXXVI , V, ii4
M . n i o i ' i i H L iiivciltio.
I . ^ U f l i ^ l ' ü r , Ca, .I.. XXXX XVI . l'. 24.
^li i-rfutn'^i'm' i^titiUtJjti-rf.