
fei
■ ; , f e t i
: iipi
het aan de gemelde dienstbiechten Gods,
naa fe ontfangen van dit gunstbewys
onzer milddaadigheyd, behaage voor de
zaligheyd zoo van ons als onze voorgan-
geren met meerder vryheyd tc bidden.
Fm op dat dit gefchenk van onze over-
gifte o f godvruchtigheyd in de volgende
tyden te ongefchondener blyve, hebben
wy het zelve met onze eyge hand hieronder
bckracbtigd, en met het indrukfel
onzes rings gelast te verzegelen.
Teken van Lotharis den gloriryk-
fe n Koning. .
Ik Daniel geheymfchryver heb het
overzien, gefehreeven en onderfchree-
ven. Gegeeven den tweeden van Lottw-
maand in het derde jaar des ryks, door
Christus gunfe, van den Heer Lo-
tharis, allerglorirykßen Koning, de
zesde indiÜie. Gedaan in fe klooster
van Prume in Gods naam gelukkiglyk.
Amen.
Lotharis waanende den Uytrechtfchen
Bisichop Hungerus, door dit
zonderling gunstbewys volkomelyk
in zyne belangen gewikkeld te heb-
den, om, naa ’t verftooten zyner
wettige Gemaalinne Theuiberge,des
zelfs verzogte toefteraming te bekomen
van zieh met Waldrada,Zus-
tervan den ( i ) Koolfchen Bisfchop
Guntherus, op wiens verZoek de
voorgemelde gifte aan de Uytrechtfche
kerk gefchied was, in huuwe-
lyk te moogen begeeven , befchreef
dan tot dat eynde, tegen den negen-
entwintigftcn (2) van Grasmaand des gfo
jaars achthonderdtweeenzestig, eene —
kerkvergaderingc van verfcheydene
hem gunftig zynde Bisfchoppen te
Aken; zulks dan ook de voorgemelde
Bisfchop van Uytrecht aldaar verfcheen;
welke nevens de Aartsbis-
fchoppen van Kolen en Trier, midsgaders
de Bisfchoppen van Mets,
Verdun, Tongre en Straatsburg verklaarde,
dat het den Koning vry-
ftondt niet alleen zieh van Zyne Gemaalinne,
om het haar aangetygde
overipel, te fcheyden, maar zelf, tot
vermeyding van de anders gevreesde
ontugt, eene andere te (3) trouwen.
invoege Lotharis, uyt krachte
deezer verklaaringe zieh openlyk
met zyne byzit Waldrada in huuwelyk
begaf en haar gevolglyk in de
plaats van de door hem verftoote
1 heutberge , tot Konlngin verklaarde.
En hoewel deeZe uyt/praak door og,
eene nadere kerkvergadering, in het -
volgende jaar te Mets befchreeve en
op welke geenszins (4) de Uytrecht- .
fche Bisfchop, mids zyne ziekte, maar
wel
( i ) Catal. Arcbiep. Colon, apud Meibomium tom. I I .
fol. 5. is te L o th a r iu s , Lotharii iiiius habuit*concu-
bmara nomine W albu rgam, Giincheri Episcopi fo-
rorem, quam inilinctu puefati Episcopi Colonienfis
uxori lu$ T heb crg is fuperinduxit.
{2 ) Concilhm Aquisgr. I I I . apud Pb. Labbeum
tom. fol. 729. Anno D C C C L X I l . indictione
X , die I I I . Kaiend. Majarum e x vocatione
domm Hlothani glonofisfimi regis , Archiepiscopi
eorumque coepiscopi Aquis con venerunt: videlicet
Gunthanus Agnppinenfis A rch iep iscop u s , r i facri
palatii Archicapcllanus, nec non & Theutgaudus
l i e v i ’.en'is^ Arcuicpiscopus, Adventinus Medioma-
Acto Viridunenfis E pisco pu s ,
Arnulfus ru llen lis Episcopu s , Franco Tungrenfis
Episcopus H u n g a r i u s T r.a j e c t e n s i s Epis copus
, Kocaidus Argentoratenfis E p isc o p u s , ut divina
auxiliante d em e n c ia , pro utilicate ac necesfica-
te fantt® matris eccicfice apud memoratum ferenisfi-
mum Pnncipetn fideliter ac falubriter pastorali prov
inone intervenirent. ^
( 3 ) Regin. Cbron. ad ann. 864. Hanc diffinitivam
fententiamprotulerunt: Credimus illam non fuisfe ido-
neam ac leg itimamcdn ju gem, neque a D e o prcepara-
tam esfe u xo rem , quæ publica confeslione incestuofo
tornicationis crimine denotata probatur. Q u o circa
glon o fo principi nostro pro fua in divino culcu dc-
vocisfima asfertione atque vittoriofisfima regni tuitio-
n e , CUI non foium n o s , vcrum eciam canonica autto-
ricasmterdixicincescuofumconjugium,legicimum ma-
trimqnium a D eo iiii concesfum non denegamus', juxta
indulgenciam diccntis A p o s to li, melius est nubere
quam uri. His ica p a tra tis , Waldrada jam in nu-
blicum pro cedic, ilip ata obfequencium multitudine
o l i s q u e regia aula refulcac, Waldradara reginam
(4 ) Annal. incerti auaoris apud Labbeum tom. F i l l .
Concil. f 766.^ ad ann. 863. In regno Lociia rii, pi'o
eo quod dimisla uxorc legitima alteram dux ic, Svnodus
in Metis congregata esc omnium Episcoporuiii e ju s ,
præter H u n g a r i u m T r a j f .c t e n s e m , o u e m
ÆG1UTU0O DET I NU IT . Aderanc ri misii Nico-
lai Romani Pontificis o b camdem caufam diiigcnier
mvescigandam diretti.
wel twee afgezondenen des Paus verfcheenen
, ten genoege des Konings
bevestigd wierdt, zoo namen, mids
dc Paus zelf en dit een en ander be-
fluyc in eene federt door hem te Rome
( I ) gehoude kerkvergaderinge
voor onwettig verklaarde, de ver-
deeldheden in ’t ryk daardoor alom
zoodanig toe , dat Lotharis meer bezorgd
fcheen om het befluyt dier
twee eerfte kerkvergaderingen tegen
den Paus, dan wel zyn ryk zelf tegen
de nog al achtervolgd werdende
invallen der Noordmannen ( 2 ) te
handhaaven.
Invoege men nog in louwmaand
des zelfden jaars, door het toedoen
van den Eedbreekenden Noordman
Roruk, geene kleyne menigte van
dien Heydenfchen landaardt met voile
zeylen den Ryn door de hem aanbetrouwde
ftroomen tot by Kolen zag
opvaaren en (3) vervolgens, zieh
van de befaamde ftad Duurftede (4)
wederom meester maaken,_ werwaart
zieh, om haare grootte, de
Vriezen, uyt verbaasdheyd, wegens
deezen nieuwen inval, in zeer groot
getal met de vlugt begeeven, en dus
nu het ongeluk hadden, dat veelen
dier volken, en onder die zelfs eenige
voornaame koopluyden , by dit
toeval elendig vermoord en in nog
93
grooter getal gevangen wierden.
Immiddels raakten alle de rondom
woonende landzaaten, mids het op-
gaan van de daardoor veroorzaakte
wapenkreet, en op het uytdrukkelyk
bevel van Koning Lotharis in de wa-
jenen. Zulks, als de Noordmannen
let vervolgens naar zeker eyland omtrent
Nuys gewend hadden ,z y ftraks
zoo door dien Koning ( ; ) den eenen,
als door de Saxers den anderen
oever des Ryns en voorts alle verdere
toegangen alom tot in Grasmaand
Zeer naauw bezet vonden , en dierhalve,
geene kans ziende om aldaar
met vrugt iet verders te ondernee-
raen , zieh eyndelyk op den raad
van Roruk, even gelyk hy hen tot
het doen van dien inval hadt aangezet
, zoo ook thans (6) vandaar
elders en buyten het Lotteringfche
ryk begaven.
In deeze en andere trouwlooshe-
den van Roruk, hadt zyne thans ook
in Vriesland bevelvoerende NeefRo-
dulf, want die was een Zoon van z y nen
Broeder Heriold, geen het minfte
part en deel genomen, maar zieh
en zyne onderhoorige Noordmannen
tegen zynen afvalligen Oom in
den dienst en de bezoldiginge van Lo-
tharis begeeven. Zulks die eene fcliat-
ting (7) van vierDeniers,zynde ieder
de
C l ) Concilium Roman. I I I . apud Labbeum tom.
F i l l . fo l. 767. Synoduin , quæ n u p e r , id est
fub piislimo Imperatore L u d o v ico per in dittio -
n e m X l . menfe junio in Metenfium urbe ab E p isco p
i s , qui noscrum prævenerunt ju d icium, co lletta e sc ,
quique Apoftolicæ fedis inftituta temere violarunc, e x-
tu n c , r i n u n c , & in æcernum judicamus esfe casfacum.
(2 ) P. D anie l H ill, de Franc, tom. I I . pag. 80.
L e fo in , qui occupait le plus alors le Roy de Lorraine, n'es-
îoit pas d'empêcher les descentes des Normands fu r fes terres.
(3 ) Annal. Bertin. ad ann. 8<S3. Dani menfe Ja-
nuario per Rhenum verfus Coloniam navigio ascen-
dunt & depopulato em p o r io , quod Dorescacus dicitur
, fed & villam non modicam , ad quam Frilii
con fu ge ranc, occifis multis Frifiorum negociacori-
bus r i capta non modica popuH multitudine usque
ad quandam infulam fecus castellum Novefium perveniunt.
(4 ) Chron. de Norîhmannis ad ann. 864. North-
I I . Deel.
manni menfe Januario per Rhenum verfus Coloniam
navigio ascendant , & Dorescato depopulato villa
ad quam Frifii con fugeranc, o ccifis multis Frifonum
ne g o c ia to r ib u s , r i capta populi mu ltitu d in e , usque
ad quandam infulam fecus cascellum Novefium perveniunt
; fed confilio a c c e p to , ficuc a c ce sferan t, recedane.
( 5 ) Annal. Bertin. ad ann. Sds- Quibus L o th a rius
e x una parce Rheni cum fu is , r i Saxones e x
alia parte aggrediuntur , & usque circa Kalendas
Aprilis confident-
(6 ) Ibidem. Unde iidem Dani confilio R o r ic i, C-
eut accesferant, r i recedunc.
( 7 ) Ibidem , ad ann. 8<Î4. Locharius Locharü filius
de omni regno fuo quatuor denarios e x omni
manfo c o llig e n s , fummam denariorum cum multa
Îienfione fa rinæ , atque pe corum, nec non vini ac
ice ræ , Rodulfo Norcmanno He rio ld i filio ac fu is ,
locarii n omin e, tribuit,
Aa
T
" îK i . :