
I*' !' (■■ih I MN'
i hl
I lü'f iji ( ' I I I
SifiJÎ’’ I jvti ll t 111)’:'
ii
III f>t I
rende en byleggende, welken gezegd o f
genoemd können worden , en volgens
recht wettiglyk ’er aan behooren, geeven
wy, gelyk wy voorzeyd hebben, aan
de voornoemde kerk van den Zaligmaaker
en den Heyligen bloedgetuygen
Hftus op den voorzeyden berg Elte gebouwd,
midsgaders aan de Nonnen in
de zelve plants God getrouwlyk dienende;
op dat het ben des te beter behaage,
ten alien tyde voor ons om de beflandigheyd
van ons ryk Gods barmhartigheyd
te aanroepen."En op dat het gezag van
deeze Onze vergunninge en overgifte
te hechter zy en in de opvolgende tyden
zoo van de tegenwoordige als tockomen-
de getrouwen zoo van Gods Heylige
kerk ah van ons te waarachtiger geloofd
en te naarfliger onderhouden werde,
hebben wy het met onze eyge hieronder
gefchreeve hand bevestigd, en hevolen
met het indrukfel van onzen ring te
Teken van den Heer Otto,
den grooten, onverwinnelyken
. en doorluchtigen Keyzer.
. ’ Ik Lutgerus Kanfellier, in de plaats
van Robbert den Bisfchop en Aartskanfellier,
heb het overzien en onderge-
fchreeven. . Gegeeven den derden van
Oogstmaand in ’tjaar der menschwordinge
van deri Heere 970, de 13 indict
ii, in ’t 83 jaar van ’t ryk van den
Allerdoorlucbtigflen Koning Otto, dan
het 9 zyns Keyzerryks. Gegeeven in
Apulie by deStad, die Bentz genaamd
wordt, in den naam des Heeren Jefus
Christus, Amen.
Naa de Keyzer zieh aldus ver-
icheydene jaaren in Italie hadt op-
Eehouden hieldt h y , vandaar in
luytschland zynde tvedergekeerd, in
het jaar negenhonderddrieenzeventig
( i ) te Quidlinburg eenen grooten — (
ryksdag, op \velken onder anderen .
de hiervoor zoo menigmaal gemelde -
Hertog Heriman, Oudoom van den
tegenwoordigen Graaf van Holland,
verfcheen, doch die nu geenen minderen
ouderdom dan roem door zyne
bedreevene oorlogsdaaden berykt
hadt, den eerften van Grasmaand/)
tot eene zeer ongemeene droefheyd
des Keyzers het ftervelyke afleyde.
En zekerlyk men zag, wegens dit af?
fterven van zoo getrouwen Staatsdienaar,
dien grooten Vorst fteeds van
eene zeer ongemeene droefgees-
tigheyd (3) tot zyne dood toe verzeld;
welke nog den (4) zevenden
van Bloeimaand des zelven jaars te
Memenlebe voorviel. Zyne gedachtenis
vinde ik op dit geldftuk bewaard,
’t gene, ftaande het Pausfchap
habeatur , & per futura tempora a cunriis fidelibus
Sanriæ Dei ecclefiæ nostrisque præfentibus & futu?
r i s , venus credatur, atque diligentius con ferv etu r,
manu propria fubfcripca earn firmavimus, & annuii
nostri Impresfione fignari jusfimus.
Signum domini Othonis magni & inviriisfimi
Imperatoris Augusti.
Lutgerus Cancellarius ad v icem R o b e rt i Episcopi
Archicapellani reco gnov i & fubfcripfi. Datum tert
io Nonas Augusti anno Dominicæ incarnationis
D C C C C . feptuagefimo, indiriione tertia decima,
anno regni ierenisfimi regis. Ottonis X X X V , Imperii
v ero fui I X . Arium in Apulia ad civitatem
quæ dicitur B en tz in nomine Domini nostri Jefu
C h r is ti, Amen.
- Cj) Annul. Saxo ad ann. 973. Dehinc iv it ad
Quidelingeburh proximum pascha divinis laudibus
humanisque peragens gaudiis. Illuc confluebanc Im-
petacoris edirio Mife co & Bolizlaus D u c e s , & legati
GrcBcorum , Beneventanorum , U n g a r io rum , Bub
gariorum, D anorum, Sla vo rum , cum omnibus reg?
ni totius primariis, confuramatisque pacifice cunc-
tis dicati muneribus magnis reverfi iunt ad fua las-
tantes.
_ ( 2 ) Ibidem. Herimannus aucem D u x ibi tunc moriens
Kal. Aprilis Imperatoris gaudia curbavic. Qui
prudenti® ac justiti®, mirseque vigilanti® in rebus
civilibus & e x te rn is , cunriis retro mor:alibu.s ®cer-
nam reliquit memoriam.
( 3 ) Ibidem. Igicur Imperator raanens QuidelingC':
burch X . (St V I I . non amplius diebus defcendit in de
ascenfionem domini apuid Mersburh celebraturus:
tristis aucem loca ilia perambulabac propter obiciuii
optimi v iri Ducis Herimanni.
(4 ) Ibidem. T e r t ia aucem feria ante Pencecostem'
in locum d e v en it, qui dicitur Miminleve . . . Ita?
quedefunrius esc Nonas M a ii, I I 11, feria ante Pen-'
te co stem Imperator Romanorum & re x gentium. '
fchap van Johan den X I I ., welke
den eenentwintigften ( t ) van Lentemaand
des jaars negenhonderdzes-
envyftig tot die waardigheyd wierdt
ingewyd , en federt den veertienden
van Bloeimaand van het jaar negen-
honderdvierenzestig overleedt, te
Rome gemunt is.
Rondom de beeldenis van K eyzer O t to , d ie , als u y t den voorgaanden Giftbrief blykt,
de G r o o t e gebynaamd wierdt, leest men in den rand der voorzyde dit opfchrift; ,
O T T O I M P E R A T O R,
K E T Z E R O T T O .
Strekkende dees tytel tot een overtuygend bewys dat dit geldftuk eerst geflaagen is
naa Koning Otto door Paus Johan den X I I . tot Keyzer gezalfd was; en wiens naam oj
de andere zyde zoo in den rand als het vlak dusdaanig gefteld is:
' d o m i n u s J O A N n E S P A P A .
H E E R y 0 H A N P A V S.
op
Otto de H ., die ftraks zynen (2)
overleeden Vader in Zoo wyduytge-
ftrekt ryk opvolgde enomzyn(3)ros
weezen de R o s s e gebynaamd was,
in de genegenheyd tot de Uytrechtfche
kerk volhardende, welke zyn
Vader ftaande des zelfs leeven voor
haar gehad hadt, heeft in het tweede
jaar zyner (4 ) regeeringe het dorp
Amude, gelegen in het land Inster-
lake en het Graafichap van Radboud,
voor zoo ver het die kerk nog niet
toebehoorde, even gelyk ook den
T o l, dien des zelfs Vader Graaf Walger
aldaar eertyds vorderde, aan de
Uytrechtiche kerk, even gelyk weer
der zelver Bisfchoplyke beftiering, naa
de dood van den voorgemelden Bisfchop
Baidrik, aan eenen ( j ) Popo
opgedraagen; welke de Zoon was van
Berno Graaf van de Palts, doch wien
men in de lyst der Uytrechtfche
Kerk-
C Q VignoUi. antiq. Pontif. R . denarii pag. 55. Joannes
X I I . Ab erici urbis confuHs fitius Romanus or-
dinatus X i Kal. Aprilis D C C C C L V I , obiic
p r id .Id .M a ii D C C C G L X I I I I . Impp. N ic ep h o ro ,
P ho ca & O ttone Augg.
,(2 ) Hugon. Flaviac., Chron- ad aim. 972. Succesfit
Ochoni primo fecundus O th o , qui èc r u f u s , de quo
dirium est pro ve rb ium, quia fuccesfic O tho ad Imperium
uc floreret feculum.
( 3 ) Annal. Saxo ad ann. 974. Imperator O tto fe-
- cundus hujus n om in is , cognominacus r u f u s , v iv
ente adhuc p a tr e , in Imperatorem Auguscum con-
fecratus.
( 4 ) Diplom. Otton. I I . apud Hedam fol. 87. Ad
Snnrium Martinum Trajerien femque ecclefiam in
proprium damus, in pago In s ta rla k e , in Comitatu
Ruotbodonis villam Amudam vocatara , in quantum
ejus prius ad præfacam non pertinebac e cc le fiam -----
taleque te lo n eum , quale prius W a lg e r in eodem
Comes exigdbat lo c o &c.
( 5 ) Vita Sti. Joannis abb. Gorzienf. cap. 47. F o r te
ibi tunc Trajerienfis. feu Dabencrenfis ecclefiæ P o n t
ife x clarisfimus, atque in grege doriorum admodum
celebratus Domnus P o p (V , adfuerat fescis natalis
D om in ic i, in communicacionem gaudiorum, ab eo-
dcm nostro antistite cum fu o , id elt.ipfius Poponi?
g en ito re , viro in rerum publicarum cura ftrenùisfimo
acque Cornice P a la tin o, cui nomen B iR K a - a d fc itu s .
F f f 2
;U
1' II! ( ; fa ' .
f !
ÌTTi
'5
; i. ¡1
' ■ ■ ili