
4 f i .
H f î / i
/ 'I
,13» I f f - » i J c ! ; !
.Ü ü / '
: ; ; r '
grondsgeftalte , niet dan door een
volílaagen beleg te dwingen was.
Waar tegen de aanhangeren van Baidrik,
door het doen van geftadige
ftrooperyen alie het daarrondom gelege
and, niet alleen bedorven maar
Zelfs alie huyzen en plaatlén met moord
vervulden , op dat de Siotvoogd dier
fterkte'uyt de zelve gecn voordeel zbu
können trekken. Immiddels hadt zieh
de Uytrechtiche Bisichop Adelbold ■
in ’t leger van zynen Vriend Baldrik
vervoegd, dan te (r) ícheep langs
den Ryn willende te rugkeeren, het
ongeluk, dat zyne togtpaarden, welken
hem langs den oever verzelden,
door de onderdaanen van eenen Godizo,
Graaf van Bodegraave, mids
die thans de ftreng van Wigman
trok , omtrent Aspóla onderfchept
en, als in eenen openbaaren kryg
bekomen ro o f, onderling verdeeld
wierden. De Uytrechtiche Kerkvoogd
wegens dit verlies ten hoogfte
gevoelig en willende wegens den
hoon, hem door de onderdaanen
van zynen eygen Leengraaf aangedaan
, ten Ipoedigfte wraakneemen,
rukte ftraks- de inwoonderen zyns
Bisdoms in de wapenen, en die by
de benden van Baldrik vervoegende
op’t onvoorzienst aan den eenen kant
ten beleg van Aspóla; mids het aan
den anderen door eene bygelege poel
en moeras omringd, en des genoegzaam
aan dien oord ongenaakbaar
was.A
ls nu verfcheydene dagen in het
aanvechten (2) dier fterkte gefleeten,
cn, ora de zelve te dwingen, alle
bedenkelyke middelen by de hand
gevat waaren, zoo zagen de belegeraars
wel dat z y , om de fterkte der
plaatfc en de hoogte der toornen,
weynig vorderden ; dierhalve wan-
hoopende van die te zullen können
dwingen, wierdt het beleg opgebro-
ken 200 op de ingekome tyding van
dat een magtig onderftand, om de
belegerden te hulp te komen, op
weg was, als ook om dat Graaf Godizo
door eenige afgezonden aan
den vergramdenKerkvoogd hadt laaten
bekend maaken van alk de Jchaa-
de, die hem van zyne onderdaanen door
’t neemen van des zelfs paarden was
toegebragt, op eene redelyke wyze le
willen vergoeden.
Dit aldus beflecht en federt de
Graaven (3) Wigman en Baidrik
by den Keyzer in ’t leger ontbooden
zynde, om, naa ’t hooren der weder
( 0 Alpirt. de diverfit. tem. Lib. I I . cap. 3. Post
hæc caula excicic, qua dominus Adelboldus T r a jerienfis
facerdos casera imprimis adiic, r i h is , prop-
cer quæ v en e ra t, pe rariis , navi per Rhenum re-
porcatus est. Equi v ero ejus per ripam ejusdem
fluminis juxca Aspolam a fuis reducuncur. Quos
clientes G o d iz o n is , propterea quod fa veb an c ,
partibus W icmanni, incerceperanc acque inter fe
discribuerant. Qua de re Episcopus necesfario com-
mo cus, & his injuriis quam cicius mederi cupiens,
omnibus fuis copiis cum Baldrico adfcicis de im-
provifo veniens Aspolam e x una parce obfedit,
nam e x altera palude & ftagno interjerio inaccesfibilis
erat.
de caufis, quod ante obfidionem castelli G o d izo ad
fe in pecenda pace legacos m ife ra t, r i de injuriis a
fuis fibi inlatis omnibus rationibus fatisfariurum pro-
m ife ra c , quamvis illum dolo loqui fuspicarecur, &
ideo nuliam condicionem pacis dare v o lu is fe t , r i
fuum dolorem jam facis expiacum esfe populacione
agrorum r i vicorum r i hostes jam ad fanicatem re-
verri arbitraretur, ab hac procella feditionis fe fub-
craxic, & quem exitum res esfec habitara interius
quietus experiare cæ p it. Balderico camen ftudium
fuum r i auxilium femper præfticic.
( 2 ) Ibidem. Cumque aliquot diebus acricer ab
utrisque pugnaretur , & orania ftudio op p u gn an d i.
experirerrtur, propter firmicacem loci & aiticudinem
turrium nihil proficere poterant. Sed cum frustra
laborera fe fumere v id èren t, & fpes potiundi oppidi
a fe discederec, fimul eciam, quia dicebancur hostes
cum exercitu adventasfe, oppugnatione defticerunc
r i in fuas fedes fe receperunt. Episcopus v ero his
dem, cap. 4. Munna exftruria r i firmata
W icm d im us , audacius refistere r i fpem fuis au g e re ,
plerumque hosribus improvifus ad v eniens , eos in
fugam conjecic. Sed cum diu ioimicitia inter eos
exerccreucur & homicidia fierent & infidi^ ab utris-
que ponerencur, r i invicem alter ab altero fugare-
tu r , candem utrique a R e ge in castra fune vocati.
Ec cum diu caufa: eorum discuterentur r i R e x fine
offenfione mulcorum neucrum familiärem in reconciliando
habere p o s fe t, incer fe regia po testa te pacem
jLiiiIc, qua facramento firmata discesferunc.
derzydfchc kluchten, eens een eynde
dier dagelyks nog altoeneemende
vyandlykheden. te maaken, wierdt
eyndelyk een vreede, tusfchen de
twee in oorlog zynde Zwagers, door
de tusfchenkomfte des Keyzers be-
werkt. Zulks die, op deeze wys de
rust in zyne aan zee gelegene landen
herfteld hebbende, zieh nevens zyne
Gemaalin Kunigund, die moey van
den tegenwoordigen Graaf van Hol-
jQj, land was, naar Italie ( i ) begaf; zoo
-— ora ook de aldaar gereezene beroerenisfen
te dempen, als (2) zieh, volgens
de gewoonte dier (3) tyden,
door Paus Benediftus tot Keyzer te
doen kroonen.
Dit verafzyn des Keyzers gaf aan
<je onrustige Graavinne Adela gelegenheyd
, om haare aangeboore
wraakzugt den losfen toom te vieren;
zulks zy om haaren tegenwoordigen
Gemaal Baidrik, ter belooninge van
dat hy haar in haare ftaatzugtige voorneemens
totnogtoe 200 wel de hand
geleend hadt, aan het Graaffchap
van Relcom te helpen, ’t gene haar
Zoon Dirk, geteeld by haaren eerften
Gemaal Imed , volgens wettig
erfrecht toekwam, alle banden der (4)
nature vergeetende, op den raad van
zynen Stiefvader Baidrik , den zevenden
van Grasmaand des jaars een-
duyzendenveertien door eenige om-
geicogte booswigten op zyn flot Up-
lag, niet verre van Elten en aan den
Ryn gelegen, op de allerihoodfte
wyze liet vermoorden.
Dit (hood beftaan van Adela wierdt
niet alleen door haaren Neef Dirk,
tegenwoordigen Graaf van Holland
en alle de verdere teigen van het Hamelandfche
Huys en inwoonderen
(5) van dien oord ten uyterfte verfoeid
, maar zelf van zeer zigtbaare
tekenen van ’s Hemels daardoor getergde
gramfchap gevolgd, midsen
het Graaffchap Hameland en voorts
ook alle de verdere langs de zee gelegene
landen; dochwel voornaamelyk
de in Vlaandre en in het eyland
(6 )Walchre woonende volken, nog
in het zelfde jaar zieh door eenen
zeer geweldigen waternood von'den
aangetast.
Sedert den negenentwintigften
van Herfstmaand was de lucht drie
nachten naa den anderen door zoo
dik opeengepakte en als onbeweegelyk
ftaande wolken bezet, dat de
bar-
( 1 ) Herm. ConiraB. Cbron. ad ann. 1014. Henricus
rex Romæ Imperiali ben edir iio n e, coronatur a
Benedirio Papa.
(2 ) Cafaurienf. five Piscarienf. Chron. Lib. I I . cap.
13. Incarnationis ergo Domini anno millefimo decimo
tertio Henricus re x venie R omam , & coronatus
esc a Papa Benedirio.
lal. Saxi
fenatoribus vallatus . . Cum regina C u n i g u n -
n A ad ecclefiam venie S. P e t r i , clero r i populo
e xfperiante. , , .
(^4) Vita Meinwerci Ep. Paderb. cap. 34. Ad ejus
(episcopi filii fill Meinwerci) icaque concumeliam &
majorera invidiam Baldericum c om item , licet horni-
ncra fo r tem , divitem & pocentem , non tamen ejus
matrimonio con grucntem, maritum accepit: r i ejus
confilio filimn proprium , Comitem T h ie d e r icum ,
E piscopo quafi animam fuam d ile r ium , eo in L o n gobardia
cum rege Heinrico m a n en te , V I I idus
A p r ilis , Upla ge urbe municisfima juxta Eltene fi ta ,
ab hominibus ejus occidi præcepit. E t multa nefanda
diriu r i relatu horrenda, quæ ullo modo potuie
e xcogitare r i in v e s tig a re , non erubuit probare
r i perpetrare. . ,
( 5 ) Ibidem. Igicur fama , malura quo non aliud
v elocius u llum, mobilitate v ig e c , volac per populos
; pa vere r i horrore pro innocentis ne ce concu-
tit univerfos : tin niunt, audiencium præ immanicate
fceleris aures : Stupent p ran e s , a remotis r i ignocis
innocencia r i modestia o ccifi au d itu r , in communi
ab omnibus de parricida ulcio expetitur.
(6 ) Annal. Saxo ad ann. 1014- Res miferanda ni-
miumque ftupenda contigit 111 Ka l. Oriobris in partibus
occidentalium regionum W a la ch e r i r i Flande-
ri : horrendæ nubes apparuerunt, quæ per tres noc-
tcs miro modo immobiles minas incuencibus dederunt.
T ercia v e ro die tonitruiinauditus fragor curbavic
maria,.ica ut terribiliter intumescerent r i incredibi-
licer crescendo nubibus cohærerent. Cumque g e mentes
incolæ repentinæ calamicatis miferiara in
tancæ inundationis mole con fpice ren t, r i ficuc pose
mortem Juliani Apostacæ naves ad prærupca mon-
cium p en d e ren t, timore mords terga vertere cocpe-
r a n t , fed peccatis præpediencibus multa milha h o minum
interierunc, quia vuUumDomim iracum eltu»_
gcre non potuerunc.
S s s 2
! l l ' "
i ' . . ■'
/ ,
lìil ' .. t
rifa, ;■ 1
Iff "fari
,, 4 ,(<i
,[H i»
f i f a "
f f
i i fu ' '.ìf
1 I ■ ;
u r i '.» '”'111
;'4ì;