
828.
ichappcn geworden, naa die het Hol-
landfche waaren ingeiyfd.
Keyzer Lodewyk deswege hoog-
lyk vergramd, te meer mids Horik
Zoon van Koning Godefrid , gelyk
hy ( i) hem te doen beloofd hadt,
zieh in perfoon wegens dit beftaan
niet hadt komen verantwoorden, befchreef
dan te Nieumeege , als de
hofftad desGewests, eenen Landdag
uyt, op weiken men de aangelande
Prinfen in ’t bezit niet alleen der
voorheen aan hen afgeftaane landen
ftelde, maar befloot de belangen van
den onttroonden Vorst door de wapenen
te onderfteunen, dan vooraf
te beproeven, o f men, by wyze van
onderhandelinge, de herftelling zoo
van Heriold als van den daardoor ge-
brooken pays zoude können te weeg
brengen.
To t dat eynde dan begaven zieh,
ingevolge van het befluyt op den
voorigen Landdag te Nieumeege genomen,
bynaar alle (2) de Saxifche
(datis Vriefche) Graai'en en Mark-
graaven naar de grenzen van Deenemarke,
alwaar men in ’t kort die'zaa-
ken in zoo verre eens wierdt, dat
ieder nu den vreede als herfteld acht-
te, mids de ontworpene voorwaarden
reeds wederzyds bezwooren en de
gevorderde Pandsluyden door de
Deenfche Vorften, tot geftanddoe-
ning dier gedaane beloften , over- '
handigd waaren. Dan het zy Heriold
by 'de bedongene verdragspunten
zyne rckening niet ftondt te vinden,
het zy zyn onbezonne gedrag, gelyk
de ichryvers willen, hem enkellyk
daartoe aanzettede , zoo heeft h}^
den reeds zoo ver gevorderden vreede
, door’ t verwoesten en verbran-
den van eenige Deenfche plaatfen ,
reukeloos gebrooken. Invoege de
twee daardoor gehoonde Koningen
ylings een magtig leger op hunne
grenzen by een- en (3) met het zelve
over de Eyder trokken, vervolgens
op het aan den oever verichan-
fte leger der Franfoizen aanvielen ,
dien landaardt, als zulks niet verwacht
hebbende, eerlang op de vlugt
dreeven en alles, ’t gene in de ver-
laate legerplaats gevonden wierdt, op
die wyze tot buyt maakten. We l is
waar dat z y , om de ophanden zynde
wraakneeming te'voorkomen ,
door het afzenden van een plegtig
gezantfchap,aan Keyzer Lodewyk te
kennen gaven, hoe zeer gedwongen'
en met welken weerzin zy het voorgaande
ondernomen hadden, en (4 ) des
tot eene eerlyke voldoening bereyd te
zyn, welke zy zelf aan het feeds zoo
rechtvaardig zynde oordeel van den
Keyzer overlieten; op dat de vreede,
van welken men de voorwaarden reeds
getroffen hadt, tusfchen de weder-
zydfihe ryken mogt befandig blyven.
Dan onaangezien deeze vreedelievende
betuyging, zoo verfpreyde
zieh in ’t volgende jaar o p ’t onvoor-
zienst een gerucht: van dat dc voorgemel
829.
( 1 ) Astron. Annnl. ad ann. 827. Imperator autem
duobus convcncibus h a b itis , uno apud No vioma gum
propter faifas Hohrici filii Godefridi regis Danorum
po llicitation es , quibus fe ilio ad Imperatoris præ-
fenciam venturum promiferac.
( 2 ) Ibidem ad ann. 828. Interea cum in confinibus
Nordmannorum cam de fe d e ro inter ilios & Francos
confirmando, quam de Herihoiti rebus crattan-
dum c s fe t, & ad h o c pene tocius Saxoniæ Cornices
fimul cum Marchionibus ilio convenisfent , Heri-
holtus renim gerendarum nimis cupidus , condittam
& per obfides firmacam pacem rupie, incenfis ac direptis
aliquot Nordmannorum villis.
( 3 ) Ibidem. Q u od audientes filii Godefridi con-
tradtis fubico copiis ad marcam v en iu n t , & nostros
in ripa Egidoræ fluminis fed en tc s , ac nihil tale o pinantes
tranfico fluraine adorci , castris exuunc ,
eisque in fugam aftis cu otta diripiunc ac fe cum omnibus
copiis fuis in fua castra recipiunt.
(4 ) Ibidem. Deinde inico confilio uc ukionem hu-
ju s fa t t i præ venirent, misfa legatione ad Imperato
rem , quam invici & quanta nccesficate coa tti id
fe c e r in t , e xpo fu erunt, fe tamen ad facisfattionera
esfe pa ra co s , & ho c Imperatoris esfe a rb itr io , qua-
tenus ita fieret emendatum, ut de reliquo inter partes
pax firma mançret.
gemelde krygszugtige ( i ) Ko
van zin tvaaren de over de E l f woonende
Sa.xcrs ( verfaa de Vnezcn van
Heriolds Hertogdom') te beoorloogen'.
ja dat de Noordfche benden , 'ivelken
daartoe gefchikt waaren, reeds de Ryks-
grcnzen naderden. Invoege Keyzer
Lodewyk ftraks verfcheydene (2)
renbooden naar alle zyne aan dien
oord gelegene ftaaten afvaardigde,
met bevel van dat alle de Graaven
met hunne onderhoorige vazalen ten
fpoedigfle hadden op te zitten, en by
hem in Saxenland te komen ; als van
zin zynde in ’t midden van Hooi-
maand (3) omtrent Nnys over den
Ryn te trekken. En hoewel in het
vervolg bleek dit alom veripreyde
gerucht (4 ) toen ongegrond te weezen,
zoo was echter dit voorneemen
, tegen den zieh in Vriesland
onthoudenden Heriold,door de twee
meergemelde Deenfche Koningen
niet dan tot het aan de- hand komen
van gunftiger gelegenheyd uytge-
fteld; die ook eer ang voorkwam:
doch wat daartoe de aanleyding gegeeven
heeft, ik volilaage noodzaak-
lyk oordeel hier wat hooger te moe-
tea ophaalen.
Keyzer Lodewyk hadt federt den
aanvang zyner regeeringe totnutoe
meest alle Zyne (5 ) ondernomene
raadflagen alom wel met eenen goeden
uytkomst bekroond, doch, federt
de voorgemelde geboorte van
zynen Zoon Karel uyt dit zyn tweede
huwelyk, zyngemoed fteeds ( 6)
ook met zeer knellende gedachten be-
zwangerd gevonden; ter oorzaake hy
by zyne eerfte te voorbaarig gedaane
ryksverdeeling alle zyne ftaaten onder
zyne drie oudfte Zoonen indiervoege
reeds verdeeld hadt, dat ’er nicts overig
was, om aan zynen jongften Zoon te
können aanbedeelen. Gelyk hem dan
het wis en geducht misnoegen zyner
oudfte Zoonen aan den eenen kant
weerhieldt, zoo zettede hem de tedere
liefde eens vaders to t den jongften aan,
om in de voorgaande verdeling eenige
verandering te maaken. Hier kwam
b y , dat de tegenwoordige Keyzerin
met bidden, fmeeken en de aller-
vloeijenfte uytdrukkingen , die de
moederlyke tederheyd haar op de
tong leyde, onder’t ftorten van veelvuldige
traanen haaren Gemaal om zieh
zyns jongfen zoons te ontfermen, dage- '
lyks lästig viel, en dus hem eyndelyk
fot het doen eener herdeelinge van
des zelfs ftaaten overhaalde. Met dit •
oogmerk dan verklaarde Lodewyk
eensdeels Zekeren Bernard Hertog
van (yjGaskonje, om aan den zelven,
by Zoo hachlyke ondernee-
ming, een bequaam rugfteunfel te
hebben, tot zynen grootkamerling,
■ en dien voorts nog den eerften per-
Ibon des ryks gemaakt hebbende,
beval
( 1 ) Astron. Annal. ad aim. 8a8. Imperator diverfis
occupacionibus usque ad Calendas Julii Aquis-
graui moracus tan d em , ad conventum Wormaciæ
habendum cum coraitatu fuo menfe Augusto ila-
tuic p ro fic isci; fed priusquam inde m o v c r e t , nun-
tium accepit Nordmannos velie Tranfalbinam S a x o niæ
regionem in vade re, acque e x e rc itum , qui ho c
fatturus e s fe c , nostris finibus' appropinquare.
(2)ffbidem. Q u o nuncio c om m otus , mifit in orones
fra n c iæ reg ion e s , & ju s f i t , uc fumma festina-
tione tota popu li fui mukitudo in Saxoniam v e nirec.
(3 ) Ibidem. Indicans fimul v elie fe apud N o ve -
fium medio Julio Rhenum tranfirc.
(4 ) Ibidem. Sed ib i vanam cfle com pe re rat, quæ
de Novdmannis fama disperfa e ra c , ficuc conftitue-
I I . Deel.
rat medio Augusto Worma tiam v e n i t , ibique habito
generali c o n v e n tu , r i o blata fibi annua d on a ,
folenni more fufcepit.
(■5) Agobardi Apologeticus pro filiis Lud. p ii aàverfus
patrem §. 2. Ig iiur cum priedittus domnus r i Imperato
r quietus est in domo r i florens in palacio
fu o , ric.
(6 ) Nitharài H ifl. Lib. 1. fol. 8<5. Karoló quidem
nato , quoniain omne Imperium inter reliquos filios
pater d ìv ife ra t , quid huic fa c e r e t , ignorabat.
( 7 ) Ibidem.... A d quod Bernardura quendam ducem
Septimania: pater in fijpple'm entum fibi fu-
mcns , Camerarium c o n ftitu it, Karoluraque eidein
commendavic , ac fecundum a fe in Imperio pr®-
fe c it.
i . A
hir
li" " ’
Ihm