
. M
riemming,mids hunne Grootmoeder
de dochter (1) van den Heydenfclr
geftorven Vriefchen Koning Radboud
geweest was, in het gemelde
Vriesland zoodaanige landen af te
ftaan, in welken z y , by 200 onverhoopt
geval, zieh, volgens den rang
hunner hooge geboorte, met den
vereyschten luyster zouden können
ophouden.
Hy gaf dan aan Heriold de ftad (2)
Duurftede, zynde in die tyden de
magtigfte en (3) fcheeprykfte koop-
haven op den Nederryn, midsgaders
alle het daaronderhoorende gewest,
in ’t welke men wel zestig (4) kerken
telde, gelyk ook het bygeleege
Graailchap (5) Ruiftri en voorts nog
een (6) groot gedeelte van het over
de Zuyderzee leggende Vriesland,
onder den Hertoglyken (7) tytel,
van de Franfche kroone te leen; mids
dat gewest in die tyden een Hertogdom
was, en onder anderen C u M -
MiNGE gelege in Westergouwe (8)
bevattede.
Aan Roruk, ’s Konings eenen(9)
Broeder, wierdt, als (10) Hertog van
het thans genaamde Holland, het op-
perbewindzoo over het Graaffchap (11)
Kinmerland als alle de andere daarrondom
gelegene Graafichappen en Fiskaaliche
goederen van de Franfche
kroon te leen gegeeven. Welk af-
geftaane gewest, mids dat toen mede
Vriesland genaamd en-eertyds een
Koningryk geweest is, daarom waar-
fchynlyk door eenen fchryver van de
aan Roruk afgeftaane landen gewaa-
gende, het V r i e s c h e K o n i n g -
RZK (12) genaamd wordt. H o e ’t
z y , mids te dien tyd in het thans genaamde
Flolland geene fteden, ten
minfte van eenig aanzien waaren , zag
men aan dien Deenfchen Prins insgelyks
(13) de ftad Duurftede, tot het
houden van zyn hof, afftaan.
Eyndelyk wierden die landen ,
welke thans Zeeland genaamd zyn ,
en onder welke het Graaffchap (14 )
van Walchere behoorde, aan zynen
anderen Broeder Hemming onder den
Her-
; i'll
CO M S . Chron. van Vriesl. van Broed. Peter
Klonik te T a b o r pag.' 14. iiab h oD u g In a ? ©otfci*
bli0 CKoning van D e en ema rke) ©ItfaÖci;/ ùtîCB
£im mcpnöe I)u ö ic B j ic f c u mcöe tc bctUDun*
öD en-
(2 ) Annal. Fuld. ad ami. 8 jo . Roruc natione
No rdmännu s, qui temporibus Hludouvici Imperatoris,
cum fratre H a u i a l d o v j c u m D o r e s t a -
DÜM JURE HENE FI C n TENUIT.
(ff) Annal. Benin, ad ann. 834. E m p o r i u m ,
quod vocatur Derescadus.
(4 ) Ci Leidis Cbron. Lib. V . cap. 32. Doresta-
duin n omin e, quæ n u n cW y c Dorestat v o ca cu r , in
qua Çut etiam fe ru n t) Sexaginca ecclefiæ in D e i
nomine & Sanriorum honore fuerant coniiruriæ.
( 5 ) Astron. Annal. ad ann. 826. In qua (F r ifiæ )
pro vincia Comicacus, qui Rhiustri v o cacu r, eidem
datus e s c , uc in eum fe cum rebus fuis , fi necesCtas
c x ig e r e c , recipeve posfcc.
Joan, de Lemmege Chron. apud Aneli. Match. Anal
torn. I. pag. 103. QDat fcDcnöc S c c lm i t 10 R us t
í n g e r e a n t .
(S ) Ttgm. de gestis Lud. PH cap. 33. Quem {He-
vuolium) Dorainus Impcracor elevavic de fonte bap-
tismatis . . . . tunc dominus Impcracor magnam
p a r t e m f r i s o n u m dcdit ci.
( 7 ) P. Daniel Hifi, 'de Franc, tom. I I . pag. 17.
Louis le Débonnaire avoit donné à Heriolte Roy d'une
partie des Normands un D u c h e dans /a F r i s e.
(8) Diploma Lud. P ii circa ann. 839. apud Scbaten-
Annal. Paderb. Cumminge in pago .Wcscarcha in D u-
c A t u F r 1 s I Æ.
(9 ) Alberti Abbot. Stad. Cbron. ad ann.-826. Fracri
e ju sH o r ico , ut piracis obfisceret,parcem Frefiæ con-
cesfit. Quæ adhuc D a n i, quafi légitima fui ju r is .
e ju s t
cesfit. Quæ
reposcunc.
( 10 ) Aiinal. Bertiniani Franc, qd ann. 882.- Carolus
autem nomine Imperator contra Norcmannos venie
multo exercitu usque ad illorum firmicatém.
Q u o veniens concidic cor ejus & placida mente G o -
tafridum cum luis ut bapcisraa fusciperet, ri F ri si
a m aliosque hono re s, q u o s R o u i c u s h a b u e -
R A T, reciperet interventione quorumdani obcinuic.
( 1 1 ) Annal. Fuld.-ad ann. 882. C o m i t a t u s ri
bene ficia , quæ Rorich Nordmannus . . . . in K i n -
n i n tenuerat.
- ( 12 ) Cbron. deNormann. gestis ad ann. 882. Cui Im-
peracor r e g n u m F r i s o n u m , quod olim Rori-
cus r e x Northmannorum ten u era t, d cdit r ic .
C^S) Annal. Fuld. ad ann. 850. Roruc natione
Isordmannus, qui temporibus Hludouvici Imperaco-
r i s , cum f r a t r e H æ r i a l d o vicum Doresca-
dum jure beneficii tenuit.
( 14 ) y . ab Eckhart reb. Frane. Orient, torn. I L
fol. ^01. Appendix chegani, fub anno X X I V . L u d
ovici Imperatoris Danai in q u it , nave venientes ad
unam fedicionem ( f iv e præfidiura în infula Walach ria
con ftitu tum) c i interfecerunt ibi innumerabilem milti-
tudinem Cbristianorum, ibi cecidit H e m m i n c h ,
q u i e r a t e x s t i r p e D a n o r u m , D ux
C h r i s t i a n i s s i m u s .
T ' Fi
I » " -
Hertoglyken tytel insgelyks afgeftaan
, zynde dees Prins de zelfde,
welke ( I) voorheen aan Keyzer
Karel tot naakoming van den ge-
troifen vreede door den Deenfchen
Koning tot Pandsman gegeeven, en
ledert door den Keyzer o p ’t verzoek
van des zelfs Broeders, Regenfrid en
Heriold beyde Koningen van Jutland
weer op vrye voeten gefteld en
te rug naar dat ryk gezonden was.
Invoege op deeze w y z e , geheel
Vriesland zoo aan den Deenfchen
Koning als zyne twee broeders van
de Franfche kroone te leen, of, gelyk
men toen iprak, in (2) b e n e -
F i c i U M gegeeven is. T e weeten
aan Hemming dat gedeelte, ’t gene
tusichen de Schelde en Maas lag, aan
Roruk het Hertogdom van het thans
genaamde Holland gelegen tusichen
de Maas en de Zuyderzee, en eyndelyk
aan den Deenfchen Koning
zelf dat gedeelte, ’t gene over den
Ryn tusichen de Zuyderzee en de
Wezer lag, als uyt het vervolg nog
klaarer zal blyken. H o e ’t zy K e y zer
Lodewyk (3) hoopte- deeze
Christengewordene Prinfen en hun
verder Vorstlyk gevolg voorts nog
met zoo veele gefchenken op, beftaande
in de aller raarfte en dierbaar-
fte zaaken, welken in 200 wyduyt-
gebreyd een ryk gevonden wierden,
dat met de (4 ) zelven de in Vriesland
leggende Deenfche vloot ge-
3 1
noegzaam bevragt, en, men in Deenemarke
, by haare te rugkomst, op
’t zien dier medegebragtegefchenken,
niet weynig verileld ftondt: Zulks dit
onder anderen dien woesten landaard
in ’t vervolg Zekerlyk ook zal hebben
aangezet, om längs alle kanten des
p'ranfchen ryks, in ’t welke zoodaanige
fchatten gevonden wierden, Zoo
veelvuldige invallen te onderneemen.
Het wegfchenkcn van deeze wyd-
uytgebreyde en bynaar ontoegangly-
ke aan zee gelegene gewesten , hoewel
het beste daarmede beoogd was,
heeft echter aan duyzenden der inwoonderen
deezes lands federt het
leeven gekost, en eenen voet tot de
allerongehoordfte verwoestingen, Zoo
hier als in de gebuurlanden, gegeeven.
Zulks de oude jaarboeken, in
welken men het Imartlyk verhaal dier
ondergaane rampen gemeld vindt,
meer met bloed dan ink gefehreeven
zyn; en van welken de gevolgen
alsnog met recht beklaagd worden;
mids die ons , door het vernielen
der oude fchriften , ook voor een
groot gedeelte van de kennisfe der
ftaatsgevallen onzer landgenooten
voor eeuwig beroofd hebben.
De Keyzer federt het afftaan deezer
landen eene keer te feheep längs
de Main naar (y) Frankfort gedaan
hebbende, keerde in ’t midden van
Wynmaand weer te rug op zyn hof
te Ingelenheym, om den door hem
al-
( 1 ) Adelmi Annal. ad ann. 812. H a r i o l d u s
& Ragenfridus, reges Danorum, misfa adlmperaco-
rera le g a a on e , pacem pecunt, & f r a t r e m s u u m
H e m m i n GUM übi rcmicci rogane.
Ibidem ad ann. 813. Cum (Herioldus 6? Regen-
fr ld u s ) reverfi csfenc, & f r a t r e m ab Imperatore
niisfum reccpisfent &c.
(2 ) Balduini Comitis Hann, apud Mirceum
in Cod. do7iat. Belg. fol. 5 15 . E x c ep to quod Abbas
v e l fucccsfor fuus pro molendino fuo unoquoque
anno folvac m ilitib u s , quibus contingic b e n e f i -
c i U M , quod vulgo dicitur f o e d u m ric.
( 3 ) Adelmi Annal. ad ann. 82Ö. Multisque muneribus
ab Imperatore clonatus, per Frifiam, qua
venerar v ia , reverfus esc.
( 4 ) E . Nigellus de reb. Lud. PH Lib. I V . vfu 621.
lü terea Cæfar Heroldum jaraque fidelem
Muñere donac opuni pro piccate iba...............
Muñera quanta qu id em, feu qualia donat ha-
benda,
Ingenium v incan e, exfuperantque melos.
Interea nautæ, pelagi qui pignora noranc,
Stipe races onerane, regificisque cibis.
(5 ) Astron. annal. ad ann. 826. Tranfariaque au-
tumnali venacione circa calendas O fto b r is per Mce-
num fluvium usque ad Franconofurc fecunda aqua
navigavic ; inde ad Ingelheim medio o riobri v e n
ien s , generalem i b i , ut indirium c ra c , populi fui
conventum habuit.
N 2
"ft- J
F i",. ,
V-
-1. i ’
Í 11
' 'Il , , ,
I W- /
f r i i i '
.-1!
I ftft '!':
.•1. ->
'! ■ j ''V ■
h
i‘ ',) . Ìt T,
lift.
i lW ' i l
o i i ' t
i:i