
[!
|i ;i
'Jiiiiiiiisr
Gemagtigden van den zelfden rang
naar de Eyder zondt, alwaar zy met
de Jutlandfehe Gezanten het verbond
van vreede troffen, b y ’t welke be-
dongen wierdt dat die ftroom voorthaan
de feheyding ( i ) tusfchen de
wederzydfche ryken zoude maaken.
De Keyzer ledert dit verbond te
Aken bevestigd (2) hebbende, ver-
icheen nog in ’t zelve jaar te Boulogne
( 3 ) en Gent om de fcheepen,
die hy aldaar in ’t voorgaande jaar tegen
Koning Godefrid hadt laaten bouwen
, met opmerkinge te bezigtigen.
Dit verricht hebbende keerde hy te
rug naar Aken; alwaar hem de twee
Jutlandfche Gezanten (4 ) Aou en
Hepbiontmoetten, en, onder betuy-
ginge van den laatstgetnjfen vreede
heyliglyk te zullen naakomen, hem niet
alleen verfcheyde gefchenken uyt den
naam van hunnen Meester, maar
zelf des Konings eygen Neef Hemming
tot pandsman van den zelven
aanbooden. En het is dees Jutlan-
fche Prins , welke zynde de Zoon
van den hiervoorgemelden Deenfchen
Afgezant (5) Halpdan, in Zeeland
het hoog bevel naamaals gevoerd
heeft, en aldaar door zyne te Walchere
gelande (6) Heydenfche Landgenooten
in’t jaar achthonderdzevenen-
dertig is vermoord geworden. Mids
nogthans de kort daarop gevolgde
dood van den (7 ) nieuwen Koning
zelf, welke nog in ’t jaar achthon- g jj.
derdtwaalf voorviel, ftraks wegens _
het bezit van’t Jutlandfche Ryk door
Sigefrid dochters zoon van den laatst
vcrmoorden Koning Godefrid, en ( 8 )
Anul oudften Broeder van Heriold de
wapenen tegen den anderen zynde
opgevat, viel’er voor den uytgang
van ’t zelfde jaar een Zoo bloedige
veldflag voor dat zy beyden nevens
omtrent (9) elfduyzend hunner in
de wapenen gerukte aanhangeren in
datgeveeht omkwamen. Het leger
van den gefiieuvelden Anul bevocht
nogthans eene volkome overwinning,
en ftelde gevolglyk Heriold en Re-
genfrid des zelfs Broeders (10) op
den Jutlandfchen troon, om dat ry c
gezamelyk te beftieren: welken ftraks
door het afzenden van een plegtig
rezantfchap hunne (11) genegenheyd
letuygden, om den vreede, nog on-
langs door hunnen Hoorganger met den
Key.
( t ) Chron. Slavor. cap. H I . N . 12. Tandem ex-
tinclo ccelitus G o d e fr id o , Hcnnig ci fu cces fic, Pa-
tmelis e ju s , qui mox pacem cum Imperatore fa cien s,
Egdoram fluvium accepit regni cerminum,
(2 ) Regin. Cbron. ad ann. 811. Imperator itaque,
pace cum Hemmingo firmata, & placito generali
fecundum confuetudinem Aquis habito rie.
(3 ) Ibidem. Imperator ad clasfem videndam, quam
præcedenti anno fieri & fabricari ju s fe ra t, ad Bo-
noniam venie , . . . inde ad Scaldim fluvium ve-
n ien s , in lo c o , qui vocatur G a n t , naves ad eandem
clasfem ædificatas aspexit.
( 4 ) Ibidem. C irca medium Novembris Aquas v e nie,
ubi ob viaveruntei legati Hemmingii Regis Aoum
& Heplii muñera regis & verba pacffica regis deferences.
( 5 ) Fita Caroli M . incerti Auaoris ann. 782. Nunc
ii Sigiftredi r e g i s , id est H a l p d a n cum fociis
fuis.
(6 ) Annal. Fuld. ad ann. 837■ Nordmanni tributum
e xariantes in Walchram infulam venerunc, ibique
Eggihardum ejusdem loci Comicem ri H e m m i n -
GUM H A LPD AN I F IL IUM cum aliis multis, X V .
Calend. Julii occiderunt.
C?) R^S^n. Cbron. ad ann. 812. Anno Dominicæ
incarnacionis D C C C X I I . Hemmingu s, Danorum
r e x , moritur.
(8 ) Ibidem. Cui cum Sig e fr id u s , nepos G ode frid i
r i A n ilo , ìd ep o sC Lege fratrem) P le r io ld i, fuccedc-
re voluisfenc, neque inter eos de divifione regni
c on ven ire t, comparacis c o p iis , r i commisfo prælio
ambo moriuncLir.
Annal. Fuld. ad ann. 812. Hemmingo Danorum rege
defunrio .Sigifridus nepos Godofridi regis r i Anulo
neposHerioldi fuccedere volences , cum inter ens
de primatu convenire non p o s fe t , commisfo prælio
ambo moriuncur.
Snorron. Sturlon. H iß . regum. Sept. capite de
Christian, relig. propag. per Daniam. fol. 220. Rex autem
Hemmingus eodem anno vita funrius e s t , turn
in Juclandia ad fummuin regiminis fascigium fe eve-
x c ru n t, Sigurdus v c l, Sig ro d u s , Godefridi e x filia
Nepos.
(9 ) Annal. Fuldenf. ad ann. 812. In eo prælio X .
mìllia, D C C C C X L . v iri cecidisfe refcruntur.
( 10 ) Ibidem. Pars tamen Anulonis adepta v iá o r iam ,
Ilcrioídum r i Reginfridum F r a t r e s e j u s reges
ibi c o n ilitu it , quod necesfario pars viria concesfit.
( i j ) Regin. Chron. ad ann. 812. Herioklus & Re-
gmfridus, reges D an o rum , misfa ad Imperatorem le-
g a c io n c , pacem pecunt.
Keyzer gemaakt, te willen bcvestigen.
Invoege Karel wederom zestien (i)
Gezanten over de Elve naar de Deenfche
grenzen zondt; alwaar door de wederzydfche
eedzweeringen de voorheen
gemaakte vreede op nieuws be-
vestigd en , op het aanhoudend verzoek
dier (2) twee nieuwe Köningen
, aan de zelven hun hiervoore
verpande Broeder Hemming te rug
gezonden wierdt.
813. Immiddels hadden de v y f Zoonen
v a n den voorigen Koning Godefrid,
die nevens hunne aanhangeren totnogtoe
in Zweede (3) als ballingen,
naa het verftooten van hunne Moeder,
hadden omgezworven, een talryk
leger in ’t veld gebragt, en eer.
lang het geluk van dat der twee nieuwe
aangeftelde Koningen, door hul-
je van de hen van alom toegevloeide
jegunftigers, zoodaanigen nederiaag
toe te brengen , dat z y , om het on-
vermydelyk doodsgevaar te ontgaan,
genoodzaakt waaren, nevens hunnen
voorheen verpand geweest zynden
Broeder Hemming, naar de ontoe-
gangelyke (4 ) bergen en wilder-
nislen te vlugten. Aan eenen dier
Vorften nogthans gelukte het , naa
lang omzwervens van buyten het ryk
te raaken en zieh , ¡tot het erlangen
van onderftand , by den Ke yzer
te Aken te vervoegen. Welke
hem minlyk ontfangende met verfcheydene
eergaaven niet alleen be-
giftigde , maar daarenboven , mids
Karel tyding hadt hoe de onderdaanen
van de aldus op den troon ge-
lleege Jutlandfche Koningen reeds
te ( J ) fcheep in Zyne Vriefche landen
zynde gevailen aldaar alles ge-
roofd en veelen dier inwoonderen in
flaaverny weg gevoerd hadden, een
magtig leger ten onderftand inwillig-
de, om zieh aan ’t hoofd van ’t Zelve
by zynen omzwervenden Broeder
te vervoegen, en dus gezamelyk
hun verloore ryk, waar het mooge-
ly k , te herwinnen. Aldus zoo merkelyk
een onderftand ontfangen en
debekomene huipbenden voorts (6)
nog met verfcheydene gefchenken
niet weynig begiftigd hebbende, keerde
de verjaagde Prins, aan ’t hoofd der
zelven weer te rug naar Deenemarke.
De Keyzer federt, volgens een
befluyt op den door hem te Aken
gehouden landdag genomen, aan de
Vriezen (7 ) en alle andere onder
zyn
( 1 ) Adelmi Annal, ad ann. 813. Misil funt de
h o c convcncu quidam Francorum & Saxonum primores
trans Albini fluvium, ad confinia Nordman-
norum , qui p a c em , iccundum petitionem regum illorum
fa c c r cn t, r i fratrem eorum redderent. Qui
cum pari numero ( nam fexdecim erant de primatibus
Dan orum ) in loco deputato occurrisfcnc. Ju-
ramentis utrinque fa riis p a x confirmaca r i regum
fratcr cis reddicus est.
(2 ) Ibidem, ad ann. 812. Harioldus r i Ragenfri-
d u s , reges D anorum, misfa ad Imperatoremlegado-
ne pacem petunc, ri f r a t r e m s u u m ITe m m i n -
GUM libi remitti rogane.
(3 ) Ibidem , ad ami. 813. Cum reverfi esfent r i fra-
crcm ab Imperatore misfum rc c ep is lèn t, filii G o d c fridi
regis r i e x primoribus Danorum non p a u c i,
qui jam dudum reliria patria apud Sueonos exula-
banc comparacis undique copiis bcllum eis intule-
VLint r i confluencibus ad fe pasfim ex omni Danorum
terra popularium turmis, commisfo prælio cciam
regno non multo eos labore pepulerunc.
(4 ) Chron. Moisfiac. adann. 813. P o s te a venerunt
filii G odo frcd i cum e x e r c itu , expulcruncque Beral-
dum,, r i Reganfredum , acque Araingum , de vegn
o ip fo rum , & illi fugerunc usque ad abdica.
( 5 ) Ibidem. E x icru n t autem Normanni cura navibus
fuis in F r ifia , r i fecerunt ibi grande malum.
Ceperunc v ir o s , mulieres, r i prædam niagnam.
(6 ) Ibidem. Inde militia Domni Imperatoris Karoli
accepit ab eo dona mu lta, r i reraifit eum cura
hono re r i adjucorio ad fratrem fu um , uc iterum ac-
quirercnt regnum ipforum.
( 7 ) Capitul. Caroli M . ann. 813. apud Goldast.
Conjtit. Imperiai, tom. I I I . fo l. i j i . Volimus atque
præcipimus, uc o m n e s d i t i o n i N O S T RÆ ,D e o
au x ilian te , s u b j e c t i , tam Romani quam Franci
A lam an i, B a jo v a r ii,S a x o n e s ,T u r in g ii F r k s o n f . s ,
Ga lli,'B u rgu n d io n e s , B ritcones, L angob ardi, W a s -
c o n e s . Ben ev entani, G o th i , H isp an i, c æ t e u i -
QUE NOBIS S UBJ EC T! OMNES, licCC quOCÙn-
que vidcantiir legis v inculo c o n fin ili v el confuetudi-
riario more c o n n e x i, hanc fentenciam quam e x fex-
co decimo T h e od o fii Imperatoris lib ro , Cap italo
vid elice t X I . ad interrogata Ab lav ii ducis illi & omnibus
rcfcriptam rumpfimus, & inter nostra capitula
pro lege cenendam confuku omnium fidelium nos-
trorum tam clericorum quam & iaicorura pofiii-
m u s , Icge cunclis perpetua cenendam &c.
H 2
''M
31
i ' » ¡ i n
' 'j . JrifI
l i-' i i *