
i s i
¥ 0
«V ì'ù> l» '
fíl te
g / r ' i i
-ffT
fche Bisdom volgde(i)zekere Koenrad
van Zwaben, door het toedoen
des Keyzers; mids die eertyds des
zelfs opvoeder geweest en tegenwoordig
(2) Kamerling van den
thans in ban gedaanen Aartsbisichop
van Ments was. Zulks hy niet min
dan zyn voorganger zieh tegen de
poogingen des Paus verklaarde, en
ziende desonaangezien veele inwoonderen
van het thans genaamde Holland
het gedrag des Roomfchen Hofs
onder den duym begunffigen, des,
om zieh in ’t bezit van dit gewest te
handhaaven, het voorgemelde Ys-
ielmondifche (3) Ilot, ’t gene door
zynen voorganger aan den mond
des Ysfels gebouwd was, thans nog
met ftormpaalen en andere veelvuldige
nieuwe werken liet verfterken;
te meer mids de Keyzer, om het
federt voorgevalle verloop Zyner
zaaken, thans in geenen flaat was,
om dien Kerkvoogd, zoo die wierdt,
aangetast, den noodigen onderftand
te bezorgen.. . ■ .
En zekerlyk! mids. Henrik van
zyn ryk door den Paus vervallen verklaard
was, hadden zieh federt den
veertienden vanWynmaand,ten overftaan
van ’s Paulen (4) gezanten, Otto
van Northeym, afgezette Hertog
van Beijere, de Saxilche Hertog Magnus,
Broeders Zoon van de thans
uyt Holland verjaagde Graavinne
Geertruyd, die van Zwaben , en
voorts nog een zeer groot getal der
voornaamfte Prinfen en Bisfchoppen
des Roomfchen ryks, by den anderen
vervoegd , om den tegenwoordigen
Keyzer af te zetten , en by meerderheyd
van ftemmen eenen anderen
te verkiezen. Zulks Keyzer Henrik,
die zieh in dien tyd met zyne weynige
aanhangeren in zeer groote be-
kommeringe te Oppenheym (5) bevondt,
uyt vreeze, zoo de vergaderde
Prinien in dit voorneemen
voortvoeren, van dan zyn ryk te
zullen verliezen, dierhalve verfeheydene
Gezanten, om dat te voorkomen
, aan de over den Ryn vergaderde
Prinien Zondt, met belofte van alles,
wegens ’t welke zy tegen hem klachtig
vielen , te willen verbeteren. En
hoewel dit in den beginne geenen
ingang vondt, mids zy betuygden
dat hy te voore zoo menigmaal (6 ) zyne
aan hen gedaane beloften gefchonden
hadt, Zoo kwam men.echter eyndelyk
overeen van, dat de in den ban
gedaane Keyzer zieh aan den Paus
( 1 ) H eda H u t . fo i . 137. Wilhelmo Episcopo defu
n r io , Conradus nacione Siievus elerius ri promo-
cus incuicu Henrici quarti Imperacoris, cujus nutri-
cius fuisfe asfericur, XX II. Episcopus conilkuicur.
( 2 ) L am b . Scbafnab. Cbron. ad ann. 1070. Suc-
cesfic ei (W ilb e lm o ) in Episcopatum Cunradus M o guntini
Archiepiscopi Camerarius.
( 3 ) H ed a H is t. fo l . 137. Quam (a r c em Ifelmon-
d a m ) Conradus iste perfecic, pinnis r i propugnaculis
adornans.
(4 ) Lamh. Scbafnab. Cbron. ad ann. 1076. Statut
a die , juxca c o n d irium , principes Sueviæ, r i Sa-
xoniæ Tiburiam_ convenerunt amplisiimo n um e ro ,
obftinacis mentibus , ad fubmovendum a negotiis
regni Regem H en ricum , ri alium, in quem communis
ele riio confenfisfet , creandum. Aderant una
Lega ti Apostolicæ íed is , Sigehardus, Patriarcha A-
quilejenfis , & Altmannus, Patavienfis Episcopus ,
vir Apoftolicæ converfationis, ri magnarum in Christo
v irtu tum , cui Papa vices fuas in dispofitione ec-
clefiasticarum caufarum delegaverat, & laici n o n nulli
(q u i magnis opibus r e l i a s , u k ro fe ad priva-
tám tenuemque v itam , p ro p te r Deum co n tu le ran t)
misü a Romano P o n tific e, ut palam omnibus p er
cacum esfe Regem H e inricum, ri ad eligendum alium
Regem Apostolici confenfus r i authoritatis fuftragium
poliicerentur.
C j) Ibidem. Rex Pleinricus, contra riis in unum
• fuæ pwcis asfercoribus, in v illa , quæ dicitur Op-
penheirn, fe co n tin eb a t, Rheno fluvio utraque cas-
, tr a dirimente, frequentesque ad eos indies legatos
m itte b a t, pollicens omnium., quæ eos o ffenderant,
in reliquum emendacionem ; fe veterum injuriarum
memoriam fe q u en tib u s, beneficiis , fi vita Comes
fo r e c , aboliturum , nihilque deinceps circa rerum
publicarum adminiftracionem absque communi con-
fenfo adturum.
(0 ) Ibidem. Ad hæc i l l i , nulla , inquiunc, jam
fuperfunc argumenta, quibus tociès recognita atque
fperiata fides ejus probari ultra vel obligari valeac,
cum_ todes morum fuorum emendacionem, coram
ocuiis omnia cernentis Dei quam fanrie p o llic itu s ,
omnia, quibus fe o b ftrin x e rat, vincula, ubi primum
calamitas quæ ad præfen.s, urgebat., p ræ te riit, tan quam
aranearum telas ruperit ri femper feipfo de-
te rio r,: curfum mali o p e n s , ficut equus impetu vadeos
in p ræ lium , effrenata libértate repeciverit.
vnderwerpcnde, voor het ver jaaren ( i )
van het tegen bcm uytgebHxemde hanvonnis
, te Rome ontfaaging zou verzoeken
, op flaanden voet alle zyne in den
ban (2) gedaane aanhangers van zieh
verwyderen en immiddels zieh te Spiers,
in ’t gezelfchap van den Bisfchop van
fferdun en eenige weynige hem toe-
gcflaane Raaden, zonder ’t verhan-
dclen van eenige rykszaaken , ophouden
.A
ls nu ingevolgä van dit vefdrag
de Bisfehop van Uytrecht, naar ’ t
voorbeeld van Zeer veele anderen zyner
voorige aanhangeren van. het
Hof des Keyzers verwyderd en die
gevolglyk van des zelfs hulpe. Zoo
ftaande deeze beloofde bedryveloos-
heyd, als des zelfs federt opgevolgde
reys: naar Italie , verftooken was,
dacht de met Richild nog in oorlog
zynde Robbert dit thans den rechten
tyd te zyn; ora zyner Gemaalinne
uyt Holland verjaagden Voorzoon
Dirk,in dat hera ontnome gewest te
können herftellen.
Des,om de handen ruymer tof de
uytvoering van dat hooge voorneemen
te hebben, floot hy nog in ’t
zelve jaar, door de beraiddeling van
verfcheydene naastgelegene Prinfen,
eenen vreede met de totnogtoe met
hem in oorlog geweest zynde Richild.
Uyt krachten van welken het
iustig bezit van (3) Vlaandre aan
Robbert, door dien weer dat van
Henegouwe aan Richild en haarc-
Zoon Balduin wierdt gelaaten; w; i
ke, tot meerder bevestiging van hot
aldus getroffen verbond, zieh (4 ;
met de Nicht, of , gelyk ande.'-en
willen, met de Dochter van Robbert
moest in den echt begeevEn, en nevens
haar de ftad Douay tot eene
huuwelyksgifte ontfangen. En hoe^
wel Balduin, orn de mismaaktheyd
van deeze hem toegefehikte Gemaalinne
, de zelve in ’t vervolg wyger"
de te trouwen j en des oök Robbert
in ’t bezit van Douay bleef, zoo
bracht het fluyten van deezen vreede
echter eene voile herftelling van
vriendfehap niet alleen tusfehen hem,
Richild en Balduin , maar ook tusfehen
Robbert eit zynen Zwager
Willem, tegenwoordigen Koning
van Engeland, te wege.
Zulks die, gelyk hy te voore tot
handhaaving van Zynen Neef Balduin
in Henegouwe, Keyzer Hen^
rik tegen Robbert hadt opgehitst, 200
ook nu, mids aan Baduin thans
het vreedig bezit van dat gewest gelaaten
was, zieh voor Robbert, om
deszelfs Gemaalinne Voorzoon Dirk,
in de hem afgenomene landen te
herftellen, met geenen minderen
yver verklaarde. Des wierden tot
dat eynde verfcheydene icheepen itl
dat ryk (5) uytgerust; op welken
zieh
>ai
( i ) Lamh. Scbafnab. Cbron. ad ann. 1076. Quod
fi ante diem anniverfarium excommunicacionisiuaj,
fuo prs fe rtim vicio, excommunicatione non abfol-
v acur,absque re tra ria tio n e , in perpetuum caufa ce-
ciderit.
. (2 ) Ibidem. Omnes quos ille excommunic avit,
extemplo a conviriu contubernioque fuo amove at,
ipfe in urbem Spirenfium, dimisfo ex e rc itu , fece-
d a t , ibique folo Vcrdunenli Episcopo , paucisque
roinistris quos camen fententia principum ab hac
excommunicatione Íntegros incorruptosque proba-
v e r it, contentus privatam interim vitam a g a t, cc-
ciefiam non ingrcdicns.
( 3 ) Mei. vStoke fol. 36. vs 15.
©nöc Kobbjccljt qimm bu0 tc lanDc
©nöc ijaööc ©lacnö?en íii Ijnnöc
á»í0cnt DjieentüJintttíj jncc
! í . Dee!.
. (4 ) Genealogica Bald, de A v e n . fo l. 288. P e r auxilium
Epìscopi Leodienfis co n fo rta ta Comicisfa, &
filius ejus Balduinus, per quosdam mediarores tan dem
pacificati fune cum Roberto Frifone Comice
F ia n d ris , & Comes Balduinus quamdam neptem
dirii Roberti ducere in uxorem d eb e b a t, & ad hoc
faciendum invadiat villam Duacenfem, quam cunc
posfidebat. Die vero asfignata, qua illam defponfa-
rc d eb e b a t, tantum abhorruic earn propcer turpi-
tudinem feu dcformiwcem e ju s, quod noluit cam
duce re; propcer quod Robertus recinuic Duacura ,
iiec postea recuperare potuit Balduinus.
(5 ) MS. Chron. van een ongenoemd Klerck uyc
de laege Landen by der Zee. ©C0 jaccff öneu
n a c in e rt ;oitc[iccr © irc k imc y p m © jicn ö en t c
raOe/ Dat j)p m i t ijiilpe Koljb?crtic jp n » ^ n c f u a *
Der / cnöc MIT h u l p e d e s K ö n i n c k s v a n
T t tt