d
I « <1
. i 1 It,
. Î | i f
H i k J ' h i
De aan een kruys geliechte letteren B , E , N , D op de tegenryde' Zyn liet naam-
merk van Pans B en e d i c t ns den V I I ; welke den negentienden van yVintermaand des
jaars ( i ) negenlionderdvyfenzeventig tot die hooge waardigheyd ingew'yd,en den aclit-
ften van Hooimaand negen jaaren daarnaa uyt het leeven gerukt wierdt. Het randfchrift
dicr zyde luydt aldus .■*>'
■ S a n C t u S P E T R U S A P o s t o l ü s .;
S I N T F E T E R , A P O S T E L .
By zyne voorgemelde Gemaalin
Theophana , hadt de overJeede
Vorst, behalven drie (2) dochters
Sophia Adelheyd , en Machteid,
eenen zoon Otto geteeld; welke,
Onaangezien hy nog maar drie (3)
jaàren oud was , den Vader in het
aehtergelaate Keyzerryk opvolgde.
■Als hiervan de tyding te Uytrecht
kwam , wierdt Henrik , des jongen
Keyzers Neef en geweeze Hertog
van Beijere, welke orn zynen ondernomen
opftand tegen den iaatstover-
ieeden Vorst voorheen vap die (4)
waardigheyd afgezet, federt (5) eenen
andermaal gevangen, en eyndejyk
over v y f (6j Jaaren onder de bewaaring
van den hiervoorgemelden Uytrechtichen
Bisichop Poppo gefteld
was, door den zelven niet alleen (7)
984. op vrye voeten gefteld, maar Zelfin
he_t door hem ontworpe voorneemen
onderfteund, om zieh eerst van desjongen
Konings peribon, en vervolgens
van des zelfs ryk meester te maaken.
Tot dat eynde dan begaven zy
zieh beyden, verzeld van zekeren
GraafEkbert, die mede teUytrecht
in Bailingichap verzonden was, naar
Kolen (8)by Warinus tegenwoordig
Aartsbisichop dier ftad, als aan welken
de laatst overleede Vorst, voor zyn
yertrek naar Italie, zynen nog zeer
jongen Zoon ter opvoedinge hadt toe-
vertrouwd: doch door wien thans, het
zy die Kerkvoogd door de vrees op
’s Hertogen aankomst overmand, o f
wel door ’t geeven van giften en gaaven
in zyne belangen gebragt was,
de hem toevertrouwde jonge Keyzer
aan den gemelden Hertog Henrik
den 1 1 , als naasten mansoir, in handen
gefteld wierdt; mids des zelfs Vader
Henrik de I, die met Gizelbert
Hertog. van Lotteringen en Dirk
Graaf van Holland eertyds hadt aan-
; ( O Y - Vignolii antiq. Pontif. Rom. denarii pag. 64.
BeuediduS V 11 Davidis filius Romanus , ordmatus
X IV K a ie n d a s Jan. a. C . D C C C C L X X V . o b i i c
y i id. Julii a. C. D C C C C L X X X I I I l Jmpp. Ba-
ß ü o , & Confiantino ¿ f Ottone I I augg.
( 2 ) Annal. Saxo ad ann. 991. Hæ c quoque de
fruriu vencris fui décimas D e o obculic filias fu a s ,
unam Quideliggeburh Adelheidam n omin e; alceram
G andersheim, quæ Sophia dicebatur, tertia Mach-
tild nomine Herimanni Comitis Palatini filio E zoni
nupfic.
(3> Ibidem, ad ann. 880. O tto tertius Imperator
fucurus hoc anno nacus est.
_ (4 ) Ibidem, ad ann. 976. H e inricu s , D u x Bavva-
norum honore & communionc privatus Boëmiam
fugit. ■ • ,• ■.'1, ,
/• i--?) ad ann. 977- Heinricus quondam dux
( ßoyoarice) cüm confilio minons Heinrici filii Bertold
i , Pacaviam Civicacem invafic, ib iq ue , ut dirium
E S Ö l J
J
e s t , ab Imperatore ob fe s fu s , tandem coarius ejus
fe fubdidic potestati.
(6 ) Ibidem, ad ann. 978. Heinricus quondam dux
cum Pleinrico minore & Ekbertus Comes apud Imperatorem
a c c u f a c iJ u s fu Imperatoris Magdaburh
capti fu n t, & e xiiio longo deputaci.
C?) Ibidem, ad ann. 984. Solvitur interim a T ra -
jedtenfi custodia D u x Heinricus & ab eo rex tenel-
lus ad nucriendum five ad dcgradandum a W a r in o ,
Colonienfi Arch iep iscop o , cujus firmæ fidei ab Imperatore
is commisfus fu i t , asfumicur.
. (8 ) Ibidem._ Præfatus v ero D u x , cum Poppone
venerabili Episcopo T i ’aj'erienfi, fub cujus potestate
diu tcnebacur, & cum Ekberto Cpmite monoculo
Agrippinam v en ien s , regem pacronus legalis a W a -
rino , ut dirium e sc , Archipræfule fu scep it, ejusque
auxilium, cum omnibus, quos ad fui gratiam con-
vercere p o te ra t , firmiter est adeptus.
geipannen , de ( i ) Broeder van
Keyzer Otto den I. en gevolglyk
hy weer des Oudooms zoon van
den (2) tegenwoordigen Otto den
III. was.
Naauwlyks zagen Zy zieh aldus
van des jongen Konings perfoon
meester, o f des gewaanden Voogds
waare' voorneemen wierdt eerlang
werreldkiindig, door het te zaamen
roepen der voornaamfte Ryksprinfen
tegen Palmenzondag te Maagdenburg,
aan wie hy dan ook (3) zyn
oogmerk bekend maakte, en welke
hem des op den daaraanvolgenden
Paaschdag te (4 ) Quidlingburg tot
Koning uytriepen.
Hooglyk mishaagde Zoo trouwloos
gedrag zoo aanWilligiihs, tegenwoordig
Aartsbisichop van Ments, als ook
nog aan de meesten der Lotteringfche
prinfcn en gevolglyk ook zekerly
k , als uyt het vervolg zal blyken,
aan Dirk tegenwoordig Graaf van
Holland. Zulks men hen (5) alom
de wapenen ter verlosfinge van den
ontvoerden jongen Vorst zag opvatten,
en in zoo groot getal omtrent
Hesfcburg byeenrukken , dat
de pas opgeworpe Koning Hendrik,
niet Zonder rede voor zwaarer gevolgen
beducht zynde, dierhalve
goedvondt den voorgemelden U y trechtfchen
Bisfchop ( 6) Poppo ,
als op wiens trouw hy zieh geheel
verlier, dan wel voornaamlyk om dat
de Uytrechtfche Kerkvoogd by de in
de wapenen gerukte Lotteringfche
Prinfcn alom bekend was, aan de
zelven te zenden, om hen o f wel tot
de gevorderde onderwerping over te
haalen, o f ten minfte de knoop van
het onderling aangegaane bondge-
nootfchap, op eene listige wyze, te
verbreeken. Dan wel ver van het
een o f ander deezer oogmerken te
bereyken, wierdt ’er flechts een ftilftand
van wapenen ,. voor weynige
dagen geflooten, om ftaande die tusfchen
tyd zoo gewigtig ftuk in eene
nadere byeenkomst te beilisfen.
Tot dat eynde dan verfcheen de
opgeworpe Koning Henrik te We -
fcnftad, dan vondt de aangekieefd-
heyd der in de wapenen gerukte bondgenooten
(7 ) tot den door hem
vervoerden jongen Keyzer Zoo
groot , dat hy zieh eyndelyk in
weerwii genoodzaakt vondt, om hen
den zelven te Rarheim op den negen
( 1 ) Annal. Saxo ad ann. ç^ ffU tin r icu s Bawariorum
D u x capcus e s t , & ad Engclenheim duftus c a u te cus-
lodicur. H ic erat filius Heinrici Du c is ,fra c r is primi
O t to n is , natus e x filia Arnoldi Ducis quondam Ea-
■wariæ.
( 2 ) Zie hier voore de Geßacbtlyst der Duytfche Keyze-
ren uyt bet Saxifche Huys I I . Deel fo l. 140.
f ( 3 ) Ditmari Cbron. Lib. I V . fol. 347. Q u i cum
lalmarum folennia in Ma gdebu rg celebrare voluis-
e t , omnes regionis illius principes hue convenire
T ogav ic, acque p ræ c e p i t , trarians quomodo & fuæ
potestaci fubderenc, regnique cum fa stigio fubleva-
rcnc.
C4) Ibidem, f o l 248. Inde egresfus Henricus pro ximum
Pafcha Quidilingiburg festivis peregic gaudiis.
Q u o magnus regni primatus co llig itu r , a quibusdam
v enire ilio n o len tibu s , .id omnia diligencer inqui-
renda nuntius mitticur. Ha c in fescivitate idem a
fuis p u b lic e r e x ap p e lla tu r , laudibus divinis atcollicur.
( 7 ) Ibidem. Multi e x his fidem violare ob cimo-
rcm Domini non præfumentes paululum e va ferunt,
& ad civitatem He sfeburg, quo con focii eorum adverfus
Ducem jam palam confpirantes conveniebanc,
festinavcre : quorum hæc funt nomina. E x Oriente
I I . Deci.
hi Comités cum Bernliardo D u c e & T r i e d r i c o
M A R cH i o N E , Ekkihard , B io , E fico , Bernwar-
dus Comes & c lericu s , Sifrith ejusque filius Frideri-
eus & C ia zo Confratres. Conprovincialium autem
T hied ricus & S ib e r t , Confratres , H o ico , E k k ihard
r i B e z ico G e rm an i, Brunig r i fu i , militesque
Sanrii Martini Jusfu archiprefulis W illig if i, q u i b u s
AD HÆ R EB A T O C C ID E N T A L IU M M A X IMA
M Ü L T ITU D O . -
(6 ) Ibidem. Qu od D u x comperiens . . . Poppo-
nem mifit Episcopum , ut adverfantes fibi disjunge-
r e c , v el reconciliare tentarec. Q u i cum ccepto itinere
perfisteret hostes c o n g r e g a te s , jamque Ducem
pecere paracos, in v e n ie n s , v ix pacem mutuam, in
lo c o , qui fenfum d ic itu r , ad conditum pepigicdicm.
( 7 ) Ibidem. Magontinæ tunc provifor ecclefiæ
W illig ifus cum D u c e Conrado cæterisque optimatibus
hue venit, H o s D u x quibuscunque valuit modis
fibi conjungere cen tans, eosquc a promisfa regi
fuo cum facramentis fide nunquam v ita comite r e - .
cesfuros unanimi eorum responfione pe rc ipien s , coac-
tus est futuri timore duelli cum juramentis affirmar
e , ut I I I Cai. Julii ad lo cum , qui Rara v o c a tu r ,
v en iret, puerumque marri fuæ , ilüsque redderet.
H h h
:r. u
A i
i r s r ”: