
1195
wil
P u
• " t i l
overfpel achtten zy voor geen quaad,
zoo lang de vrou het fchennis ver-
zweeg ; diensvolgens den mannen
vry te ftaan alle fchandlykheden te
bedryven, wyl niemand dan de vrouwen
recht hadden, van deswege in de
kerkvergaderingen eenige aanklach-
ten te moogen brengen. Vroeg
’s morgens gaven zy zieh over tot
den drank, en wie dan met te luy-
der ftem de ongezoutfte taal voor-
bragt, het zy om gelag te verwekken,
het zy om de onbezonne rae-
nigte tot wynzuypen aan te zetten,
behaalde by hen de grootfte eer. Tot
dat eynde ( i ) maakten zy eene gemeene
beurs, en zetteden de aldus
byeengekreegene penningen op woeker
uyt; met welken bekome rent-
gelden zy dan in verfcheydene tyden
des jaars verlcheydene dranken in-
kogten, om zieh op de hooge feest-
dagen, even als o f z y die op deeze
wyze het best vierden, van de zelven
te bedienen. Invoege de ichryver, die
dit te boekftelt en in dien tyd leefde,
daarom in zyne fchriften, betuygt,
dat’er niets (2) aan Gode aangena-
mer zou können verricht worden,
dan hierover by den Keyzer klachtig
te vallen. Dan de Hemel zelf nam
deswege wraak , als wy nu
melden.
Want als Godefrid, tegenwoordig
Voogd van Gelderland, zyner Doch-
tere (3) Gemaal Wigman den V I . ,
Broeder (4) van de onrustige Adela,
en kleynzoon van des tegenwoordigen
Graaven van Hollands
Overgrootvader, thans te Thiel aan
zyn hof onthaalde, zag men op ’t
onverwachtst eene zeer talryke vloot
van Noordmannen het langs ( 5 ) de
Merwe met voile zeylen naar die ftad
wenden. Zulks de langs de Waal
woonende landsluyden , midsgaders
de Thiellche ingezetenen verfchrikt,
wegens het groot getal van die uyt
de verfcheydene eylanden van den
OceUan byeengeichoolde Barbaaren,
het ftraks met zoo grooten ipoed op
een vlugten ftelden, d a tzy , flechts
het voordehand zynde geld, mids
z y meest koopluyden waaren, uyt
hunne huyzen medeneemende, voorts
alle hunne overige goederen den
aannaderende vreemdelingen ten prooi
achterlieten. Invoege Godefrid van
da aankomst der Noordmannen cn de
onbezonne vlugt (6 ) der te zeer ver-
fchrikte inwoonderen verwittigd, zieh
ftraks , onaangezien hy reeds (7 )
zeer oud , f ty f , en daarenboven
thans zoo zieklyfc was, dat hy
naauwlyks op zyne voeten ftaan kon,
echter te paarde begaf, om de aange
( 1 ) Alp. de diverf. temp. Lib. I I . cap. 20. Si-
quidem ob hoc pecuniam fimul conferunc r ih ancpa r-
ticam fingulis ad lucra distribuant, & e x his quoscunque
potus certis temporibus in anno cernunc,
& in celebrioribus fe s tis , quafi folempniter ebriecati
inferviunt.
(2 ) Ibidem. Si quis D e i fidelium apud Impe-
ratorem in terc éd â t, ut hæc fed e ra interdicac,
ne toc animæ cotidie p e r e a n t , magnam pro-
fe r io a D e o remuneracionera fibi donandam fperare
potuerit.
(3 ) Ibidem, Lib. I . cap. i . Wicmannus aucem
aiiquos annos p o s t , præferii G o d e fr id i, Avunculi
Balderici filiam in matrimonium fumferac.
U ) Ibidem, cap. 8. Wicmannus fortica c o n ju g e ,
n t fupra diximu s, præferii filia fibi in omnibus imperare
fidemque iUi & ainiciciain fervare con ftituit &
frequenter alter ab altero adcitus con v iv io com?
munem fibi caufam fecerant.
( 5 ) Ibidem. Pyratæ e x diverfis infulis Oceani cum
magna multitudine navium emerfi per flumen Meri-
w id o , magna celeritate v e r ii usque .ad porcum T y -
le pervenerunt. Populi v e r o , qui circa lictora Vu a l
fluminis habicaverant, comperto tancæ multitudinis
advencu , fpem omnem falutis in fuga pònences, fua
pene omnia præter p e cu n iam , quia mercatores
e ra n t , alienisfimis reliquerunt.
( 6 ) Ibidem. Præferius v ero prudens con filio , ve-
ritus ne agris hominibus defticutis, hoscibus facilior
pateret ingresfus, v i qua po te ra t, ascenfo e q u o , fu-
gientem v ix retinuic populum.
( 7 ) Ibidem. Cumque jam fenio conferius & e g r itudine
ita deprehenfus esfec p ræ fe r iu s , ut v ix pedi-
bus in ced e re i, pyratæ ric.
Kertoonende het onderlinge verwantfchap,
T U S S C H E N D E
VOOGDEN VAN G E L D E R L A N D ,GRAAVEN
V A N K L E E F EN H A M E L A N D
by den aanvang der elfde Eeuwe.
W IT T E K IN D ^ n a a
zyns vaders dood Voogd
van Gdderland , dan
om zyne onbequaam-
heyd door Keyzer Hen*
rilt den I I afgezet.
MEGENGAUDUS.
CeinaaUn
A D E LH E Y D , dochter
van Godefrid, Gra.af
van Ardenne en Alpais,
Graavinne van Hugar-
de,
G O D E F R ID ,V o o g d
van Gelderland, fterft
io n .
Gemaalin
N: N;
B E R T A , Non;
N: N: dochtervan G odefrid,
Voogd van Gelderland.
Getnaal
W I G M A N de V I
Graaf van Hameland,
vermoord 1016 op den
laft van zyne zufter A-
dela.
N: N: volgt zynen va?
der in ’t Graafichap Ha?
meland, onder de Voogdy
van zynen Ne ef Bernard
den 11, Hertog van
Saxen, en rechtsvorde-
raar zyns vermoorden
vaders.
a d e l h e y d , Non
te Bon, fterft io n .
W I T T E K I N D .
Gemaalin
N: N;
B A L D R I K , Graaf
van Kleef, wordt in de
plaats van zynen afge?
zetten Neef Wittekind
Voogd van Gelderland,
fterft 1021.
Gemaalin
A D E L A zufter van
Wigman den V I. Graaf
van Hameland, en Wed;
van Imad Graaf van
R e n k om .H a a r ly k w o r d t
o n tg ra a v e n , e n om ha ar
e be g a an e gruw eld a a -
den d e b e g ra a v en is o n w
a a rd ig , in d en Ryn
gefineeten»
N: N; zufter van Baidrik.
Gemaal
N; N;
N: N: zoon wordt be-
laagd door Gebehard,
eender aanhangeren van
Graaf Wigman den V I,
doch ontvlugt het in de
Kerk.
N: N: andere zoon, door
Gebehard , aanhanger
van Graaf Wigman, den
V I gevangen.
P p p 2
” 'I
• It
î i K »
iiii! ,
" 1|.
î ï p i l ' ï i -