
G E R A R D V A N L O O N S
f I ' l
met onzen ring hevolen te verzegelen.
Piet teken van Karel den glorirykfleii
Koning.
Gegeeiien den zevenden van zomermaand
in het liegende jaar van den
zelf den glorirykfien Koning. Gedaan
te Nieumeege in het koninglyk hof, in
Gods naam gelukkiglyk.
Uyt' welke onderichryving blykt
dat dees roemryke Vorst reeds het ie-
dert 200 zeer befaamd geworde Hof
te Nieumeege gefticht ( i ) hadt, om
op het zelve b y ’t vervolg, als de Ko-
ninglyke hofftad van Nederfixenland,
Vriesland, het thans genaamde Holland
, en andere omgelegene gewesten,
de gewoonlyke landdagen, zoo-
dra het de ftaatszaaken dier landichap-
3en vereyschten, van tyd tot tyd te
louden.
Deezen wierden, naar de gemeene
gewoonte der oude Duytiche volken,
ten tyde der eerfte Franfche Koningen,
mids die (2) Sikambers dat is
Duytfchers waaren, onder de wapenen
in M A A R T , in het open veld,
en waarom z y C a m p u s (3) M a r -
T iu s genaamd wierden, jaarlyks, op
de ontfange aanfchryvinge dier Vor-
ften, gehouden; even gelyk hiervoore
van de Batavilche (4 ) Koningen
gemeld is. En overmids Pipyn, Vader
van deezen tegenwoordigen Koning,
die federt in M e y befchreef,
zyn die landdagen, onaangezien zy
nu niet meer in ’t opcnveld, maar in
de veelvuldige Koninglyke paleyzen,
tot dat eynde in alle de oorden des
ryks gebouwd, jaarlyks gehouden
wierden, federt C a m p u s ( 5 ) m a -
D iu s genaamd en tot onderhoud
dier paleyzen veelvuldige landen aan
de zelven, op den naam van fiskaal-
fche goederen, (6 ) gehecht geworden.
Weike fiskaaliche landen, hoewel
veelen der zelven federt zoo
door de Franfche als Duytfche Key-
Zeren aan de (7 ) laatere Hollandfche
Graaven, in erkentenis der aan hen
betoon dedienften, zoonu zoodan zyn
gefchonken, echter daarom in onze
Nederduytfche taale tot den huydigen
dag toe, onder den naam van (8)
H o f l a n .d e n , te recht zyn be-'
kend gebleeven.
Het was op deeze landdagen dat
de Franfche Koningen aan de Afge-
zanten der (9) gebuurvorften gehoor-
gaven , de opgelegde fchattingen
(10) der Synsbaar gemaakte volken.
A L O U D E H O L L A N D S C H E H I S T O R I . ^
( 1 ) Eginbart. in vita Caroli M . fol. 8. Inchoav it
& p a ia c ia operis e g r e g ii, unum haud longe a Mo-
gunciaco J u x ta villam cui nomcn est Ingelheim:
altemm N o v i o m a c i fuper ^^‘ ahalem fluvium, qui
Bacavorum infuiam a parte meridiana prteterfluit.
( 2 ) Fortun. in Laud. Cbariberti Lib. V I . cap. 4.
vfu 97-
Cum Cs progenitus clara de gen te S i c a m b e r .
( 3 ) ATumym. Gesta Franc, cap. 10. Jusfit cum a r -
MORUM apparacu advenire oscenfuram in c am p o
M A R T Io omnium armorum nitorem.
Remigii Rem. Episc. vita. Omnem-exercitum juslic
cum armorum apparata venire fecundum morem in
campum M a r t i u m . Sic enim conventum ilium
vocab ant a M a r t e , quem pagani Deum be lli cre-
d eb an c , a quo M a r t i u m menlem & terciara feriam
diem Martis appellaverunt. Quem conventum pos-
teriores Franci M at C a m p u m , quando reges ad
bella folent p ro ced ere , vocari inilicuerunt.
Zie Her voor I . Boek fo l. 12.
( 5 ) Fredr-g. Cbron. ad an. -¡66. fo l. 777. Ibi placi-
tum fuum CAMPO m a d i o , quod ipiiis primus pro
CAMPO m a r t i o pro uciiitace Francorum inlli*
tuit.
( 6 ) L e Blanc mon. de Franc, pag. 128. Cet Hif-
im m (E g in h a rd ) noar aprend, que Nimegue, étoit
ce qu'on appeüoiî v i l l a p u b l i c a , ^ f i s c a l i s ,
c’eß fl dire qu'elle apartenoit au Domaine.
P . Daniel Hift. de Franc, com. I. pag. 4 j2 . Ces
maißns avoient de grandes terres, qui en dépendaient, ^
qui fournis/oient au.v Princes non feulement les plaifirs
de la cbasje, mais encore pendant tout le temps, qu'ils y
demeuroient, les vivres, le four age, tout ce qui estoit
necesfaire pour l'entretien de tous c eu x , qui estaient à
leur fuite.
( j ) In diplom. I.u d ov . Germ, anno 8dp. Caro îi
firaplicis An. 9 2 2 , Ottonis I I J . ann. 985. Frederici
I . dands thelonium in G e i-v liet, & H e n r ic i V I . illud.
ann. 1195. con iîrmantis, & c .
(8 ) Dusdaanig Hofland legt onder anderen nogîePyna-
ker buyten D e lft , ’ t gene Keyzer Karel de V , om den
togt naar Afrika te àoen, met de âaar aangebechte vry-
donmen verkogt heeft en van ’ t welk myn Vader Mr .
Antb. van Loon- in zyn leeven by h op eygenaar geworden
is.
(9 ) Annal. Fuld. ad ann. 82Ö. M e n s e autcni
M A io apud Ingelenheim habito conventu diverfa-
rum gentium legationes audicas abfolvit.
( 10 ) Astron. annal. ad ann. 827. Imperator autem
duobus conventibus habitis uno apud No viomagum
. . . . altero apud Compendium in quo & a n-
HÜ A L I A DON A SÜSCEPJT.
en hunne breuken in de onderfchcyde-
ne Graafichappen ( i ) uytgewonne
van de ten hove gekomene Graaven
ontfongen ; midsgaders wegens den
welftand vanhet ryk met de belchree-
veneBisfchoppen (2) Abten,Hertogen
en Graaven raadpleegden. Dus
wierdt ieder afgevraagd hoedanige
zaaken h y , om overwoogeii te worden
, zyn byzonder gewest aangaan-
de , de vergadering hadt voor te
draagen; het welke te doen niet alleen
aan ieder vry ftondt, maar wel
llrenglyk (3) gebooden was; te wee-
ten, o f de gebuurvolken in rust, o f
tot het aanvangen van eenen oorlog
en om welke oorzaake genegen
waaren: o f ’er eenige beroerenis, ge-
mor o f ongenoegen by de onderdaa-
nen van hunne aanbetrouwde landen
befpeurd wierdt. Zoo ’er nu eenen
oorlog aan te vangen beftemd was,
wierdt alsdan tot het zelve de noo-
dige orde gefteld, en voor het fchey-
den der vergaaderinge aan de weg-
trekkende Hertogen en Graaven last
gegeeven, om hunpe onderhoorige
landzaaten tydig te doen opzitten en
naar de betekende verzamelplaats a f
zakken. En het Is om deeze en dier-
ftce beweegreden, dat men in
het (4) vervolg, zoodra het de
ftaatszaaken van het thans genaamde
Holland vereyschten, verfcheydene
landdagen op dit Nieumeefche Hof,
Zoo door de volgende Franfche Vor-
ften als de laatere Duytiche Keur-
keyzercn, zal zien houden.
Karel dan, naa alliier de noodige
ftaatszaaken geregeld en de Uytrecht-
fche kerk op Zoo zonderlinge wyze
begiftigd tc hebben, begaf zieh eyndelyk
van Nieumeege tot het houden
van eenen diergelyken landdag naar
(y) Paderborn , wcrwaart alle de
Saxifche Grooten, uytgenomen de
befaamde Wittekind, want die was
by zynen Schoonvader Sigefrid naar
Deiiemarke gevlugt , in een zeer
groot getal verfcheenen, veelen der
zelven gedoopt wierden , en den
voorgehouden eed vangetrouwheyd,
volgens hunne gewoonte, aan hem
afleyden, onder uytdrukkeJyk voor-
beding van hunne vryheyd, even gelyk
ook hunne hinderen, het recht te zullen
verliezen van in hunner overlecdene ou-
deren ervenis op te volgen, hyaldien zy
o f het thans aangenome Christengeloof
weer verzaakten o f de trouw, aan den
Koning, zyne kinderen en het Franfche
volk beloofd, te eenigen tyd, door
het
Ì ( 1 ) Cap. Caroli Magn. anno 793. cap. 5. Si Comites
ipfas caufas cura moverinc ad requirendum illam,
j tei'tiam partem ad eorum rccipiant o p u s , d u a s v e r
o a d PA LAT iUM. Ec fi per fuam regligenciam
j t remanferint . . . . tunc volumus uc ipfc Comes illam
tertiam partem non ha b e at, fed c u m i n t e g r i t à -
TE AD PA LA TI UM VENIAT.
(2 ) Vita Ludov. P ii cap. 1 1 . Imperator con-
vencum generalera coire jusiic in lo c o , cujus voca-
I bulum e st A tt in ia cu s , in quo con vo catis ad conci-
I lium E p isc o p is , Abbadbus . . . . ncc non & regni
I fui proccribus.
(■3) Epifl. Hincmari Arcbiep. cap. 35. Regis erat
i _ in cerrogacio, quid unusqiiisquc e x ilia parte r e g n i,
qua veniel3a c , digna rclatu v el retraftatu fecum af-
fe r re t; quia & h o c eis non folum pcrinisfum veruni
; etiam arftius commisfum erat . . . . li populus in
; .q ua lib e t regni p a r te , r e g io n e , feu ángulo curbacus,
quæ caufa turbacionis e s le t , ii murmur populi obftre-
i p e r e t , v el tale aliquid inæquaie refonarec unde generale
concilium ti-aftare aliquid necesfarium e s fe t,
& cetera his fimilia. E x tra v e ro 11 aliqua gens llibdita
rebellare v el rebellata fubdere lie necdum ta c ca
infidias regni m o lir i, v e l tale aliquid o riri voluis-
fec & c .
(4 ) Te weeten in de jaaren 80S, 8 1 5 , 82S, 8 2 7 ,
837» 8 38 , 8 jS , 8 9 S , 898, 9 1 1 , 9 48, 9 8 S , 1003,
10 0 6 , 1018, 10 3 1 , 1039, en dus tot dat bet Nieu-
meegfcbe Jlot door Godefrid den I I . Hertog vanLotterin-
ge verbrand is : naa welk voorval de Duytfcbe Keyzers
Jieeds te Uytrecht zyn verfcbeenen, tot dat bet zelve door
Keyzer Frederik den I. weder berbouwd is.
(5 ) Regin. Cbron. ad ann. 777 . R e x Saxoniam in-
gresfu s, placitum tenuit in lo c o , qui dicitur Padres-
brunna: ubi omnes Saxones con veneru nc, e x c ep to
W id ic h in d o , qui cum paucis Saxonibus in partibus
Nortmanniie confugic. In eundum etiam locum
venerunc Sarraceni de partibus Hispaniie . . . . ubi
etiam mukitudo Saxonum baptizati fune & Sacramenta
fecundara confuecudienera d ederunt, ü í /»er-
dcrent ingenuitatem (j* omnem bcsreditatem, nifi confer-
varent fusceptam Cbristianitatem à f promùfam fidelità-
tem regis filiorum ejus, nec non etiam i f Francorum.
B 2